Beter rijk en gezond dan arm en ziek

De laatste tijd hoor ik slechter. Ik besloot naar een beter-horen-winkel te gaan om mij te laten adviseren over een gehoorapparaat. Op de afgesproken dag werd ik in de winkel hartelijk welkom geheten, en in een geluiddicht hokje gestopt. Daar moest ik laten weten of ik piepjes hoorde, of niet. Toen de test klaar was liet de piepjes-dame mijn testresultaat uit de printer rollen. Op de print was te zien dat mijn ene oor het nog gewoon deed, maar mijn andere oor deed het nog maar half. Daar moet eerst maar eens een dokter naar kijken, oordeelde de dame. Ik was nog niet toe aan een gehoorapparaat.

Dat was in januari. In maart ging ik naar de huisarts. Die keek in mijn oren en zag niets bijzonders. Daar schoot ik natuurlijk niets mee op. Ze verwees me door naar een KNO-arts. Ook meldde ik haar dat ik al twee maanden liep te hoesten en dat dat maar niet over ging. Ze adviseerde me het nog een tijdje aan te zien en over een maand nog eens terug te komen. Onderwijl had ze een soort wasknijper met een metertje aan mijn wijsvinger bevestigd, en daaruit maakte ze op dat er iets misschien niet goed was. Ze vroeg mij om ter plekke een hartfilmpje te laten maken. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik heb een tijdje tegengestribbeld, maar uiteindelijk toch maar meegewerkt.

Er was de afgelopen jaren al een paar keer eerder naar mijn hartslag gekeken, en uiteindelijk bleek altijd weer dat het toch wel in orde was. Dat krijg je als je steeds weer nieuwe dokters spreekt: ze ontdekken iets afwijkends wat jij al lang weet, en willen er dan het fijne van weten. Op het hartfilmpje was iets te zien, zoals gewoonlijk, de dokter ging om raad vragen bij de hoofddokter (wij hebben 4 of 5 dokters in onze huisartsenpraktijk, precies weet ik het niet) en samen besloten ze mij door te sturen naar een polikliniek voor een echo, want je weet maar nooit.

Ik ging met de pest in mijn lijf weer naar huis. Waar ik om gevraagd had: een advies over mijn gehoor en een middel tegen het hoesten, dat kreeg ik niet, en ik werd naar een poli gestuurd, waar ik niet om gevraagd had. Het was vast allemaal goed bedoeld, maar wat had ik daar aan? Als je mijn leeftijd hebt bereikt, word je tot een risicogroep gerekend en krijg je extra aandacht waar je niet op zit te wachten. Ik althans niet.

Later in maart zat ik bij een KNO-arts. Die hanteerde een stemvork en vroeg of ik wat hoorde. Ik zei ja. Toen hield ze de stemvork tegen mijn voorhoofd en vroeg opnieuw of ik wat hoorde. Ik zei nee. “Dan moeten we een gehoortest doen”, was haar conclusie. En ik dacht nou juist dat ik daarvoor bij die KNO-arts zat. De test staat nu gepland voor juni.

Het hoesten bleef maar doorgaan, dus in april ging ik maar weer naar de huisarts. Deze keer trof ik een andere, een jonge man in opleiding. Hij hanteerde de stetiscoop, zei dat mijn longen in orde waren, adviseerde fluimucil in te nemen en stuurde mij door naar een kliniek waar ze een longfoto van me konden maken, want wellicht zag hij toch nog iets over het hoofd, je weet maar nooit.

De week daarop ging ik eerst naar de longfotokliniek en daarna naar de hartechokliniek. De longfoto was snel klaar en daar was niets op te zien, behalve dan een paar longen. Over de hartecho is nog geen uitslag bekend. De fluimucil intussen werkt uitstekend: ik ben mijn hoest kwijt. En mijn nierstenen ook, maar dat weet je intussen. Sinds ik weer thuis ben uit het ziekenhuis ben ik aangenaam verrast door de snelheid waarmee ik weer ben opgeknapt. Eerdere steenverwijderingen, jaren geleden, hadden veel meer impact en brachten een langere herstelperiode met zich mee. Ik was dan thuis nog met twee katheters aan het hannesen die uit mijn lijf kwamen. Deze keer was ik snel weer op de been. De ingreep ging sneller dan verwacht, vertelde de uroloog mij achteraf, dus ook de narcose duurde korter dan verwacht. ’s-Middags na de operatie had ik alweer het gevoel dat ik helemaal de oude was. Dat kwam natuurlijk ook omdat ik tot de nok toe vol zat met paracetamol. De dag na de operatie kon ik ’s-avonds weer naar huis, nadat het verplegend personeel al mijn functies in orde had bevonden. En zonder katheters die aan mijn lijf bungelen. De stenen kreeg ik mee, als bewijs of zo.

Blijft dit nu zo? Ben ik een vaste bezoeker geworden van het medische circuit? Wat kan ik nog meer gaan mankeren? Slechter zien, staar, nieuwe heup nodig, dementie, haaruitval? Mijn moeder zei wel eens: laten we hopen wat we willen, en dragen wat we krijgen. Wijze woorden denk ik, misschien lukt mij dat.

Veel aan mijn hoofd, weinig om het lijf

Van de week zag ik twee keer bloemen op de ruit van het dakraam. Ik had niet gedacht dat ooit nog te zullen meemaken. Het is iets van vroeger, toen we nog echte winters hadden. Maar het blijkt nog te kunnen.

Ik zag dat mijn laatste blog dateert van drie maanden geleden. Ik heb het blogschrijven een beetje verwaarloosd geloof ik. Ik zou wat vaker moeten bloggen, maar ik durf het niet te beloven. Ik vermoed dat ik het druk heb maar ik weet het niet zeker. Het rare is dat ik continu het gevoel heb dat ik het druk heb, en dat ik moet opschieten om allerlei deadlines te halen, en als ik dan terugkijk wat ik allemaal gedaan heb, is het moeilijk indrukwekkend te noemen. Komt misschien ook omdat ik optrek met lokale politici. Ze volgen alles, lezen alle lokale kranten, weten overal van, vinden er ook wat van, whatsappen erover, schrijven erover, vergaderen erover, en dat allemaal in een dodelijk vermoeiend tempo. Mijn bijdragen aan het algemeen belang vallen daarbij in het niet.

Wel leuk dat jouw vriendin mijn columns leest en onze website bezoekt. Ik ben natuurlijk dol op fans van GL, ik kan er niet genoeg van krijgen. Dat brengt mij er op, dat GL-collega’s mij wel eens vertellen dat zij een kieswijzer invullen en dan bij een andere partij dan GL uitkomen. Het lijkt wel of de kieswijzer de keuze die ze al gemaakt hebben moet bevestigen, en dat ding doet dat dan niet. Dan leg ik uit, dat de kieswijzer er is voor mensen die niet kunnen kiezen, en niet voor mensen die al een keus hebben. Dat krijg je er dan van. Toch?

Ik coördineer de GL-campagne in ons dorp voor de verkiezingen van 15 maart. De voorzitter had tegen mij gezegd: het is niet veel werk, je moet alleen maar coördineren, je moet vooral anderen aan het werk zetten. Ik vond het rooskleurig klinken, en dat bleek het ook te zijn. Heb jij wel eens vrijwilligers gecoördineerd? Dat moet je leren heb ik gemerkt. Vrijwilligers weten zelf wel wat ze moeten doen. Sommigen beginnen alvast zonder af te wachten wat jij had bedacht, anderen wachten af waar jij mee komt en zijn intussen moeilijk bereikbaar. Maar op de een of andere manier werkt het ook wel weer. En wat vooral helpt is dat onze GL-afdeling een leuke groep mensen is, een vriendenclub, waar in we elkaar altijd weten te vinden en we allemaal dezelfde kant op werken. Niet efficiënt, wel erg gezellig.

Af en toe komt de discussie op het samengaan met de PvdA. Volgens mij is het vooral de top van GL die dat een goed idee vindt. Als je hen erover hoort, kunnen ze geen woorden genoeg vinden om hun enthousiasme over een fusie te uiten. Veel leden aan de basis vinden het wel een goed idee, maar discussiëren er zakelijker over en hebben ook allerlei vragen. En sommigen zien het eigenlijk niet zitten. De top luistert daar wel naar, maar je krijgt toch ook het gevoel dat het al een gelopen race is. Over een aantal jaren zijn we gefuseerd, zo omstreden is het allemaal niet meer.

Als ik jarig ben wil C. mij altijd graag verblijden met een leuk cadeau, dus vraagt zij mij wat ik wil hebben. Dit jaar echter was ik haar voor, omdat ik net een advertentie had gezien van een online lezingencyclus over moderne kunst. Dat leek mij wel wat, dus dat heb ik voor mijn verjaardag aangeschaft. Ik ben niet speciaal dol op moderne kunst, maar ik weet er ook niks van, dus dit was een goede gelegenheid om mijn onwetendheid wat te kunnen maskeren op feestjes en partijen. Acht lezingen van museumdirecteuren, steeds op dinsdagavond. Ik heb er nu vijf gehad, de kwaliteit is wat wisselend, maar ik ga sommige werken toch wat anders bekijken, en dat leer ik er dan van.

En weet je wat ik gekocht heb? De nederlandse vertaling van Strukturwandel der Öffentlichkeit. Het is één van de boeken waar ik indertijd het meest van heb opgestoken, en ik heb goede herinneringen aan de werkcolleges van Hoefnagels over dat boek. Ik wil graag weten wat ik nu, na een halve eeuw, en doende met lokale politiek, participatie en inspraak, van dat boek vind: is het nog actueel, of achterhaald, en begrijp ik het überhaupt nog? Habermas heeft recent trouwens een aanvulling op zijn boek geschreven, omdat de öffentlichkeit door de sociale media enorm veranderd is, en zijn visie daarop heeft hij ook willen boekstaven. Binnenkort verschijnt het in Nederland.

Ik laat het hier even bij Linie, in mijn volgende blog zal het vooral gaan over mijn nieren, mijn oren, mijn zelftests, en wellicht mijn ogen.

Stenen des aanstoots

Veel dank voor je twee laatste blogs. Ik heb ze met veel plezier gelezen. Mis jij de Jehova’s? Betekent dat, dat jij de deur voor ze open doet en een gesprek begint? En waar hebben jullie het dan over? Jezus? De eeuwegeit?

Laat ik beginnen met je belangrijkste vraag te beantwoorden: ja ook wij hebben een dorpspomp. Hij staat in het meest schilderachtige straatje van ons dorp. Hij wordt niet meer als pomp gebruikt maar alleen nog voor de krantenrubriek “Ontmoeting bij de dorpspomp”. Min of meer bekende dorpelingen worden, poserend bij de pomp, uitgehoord over hun hobbies, favoriete gerechten en andere wezenlijke zaken en dat wordt dan in de krant gezet.

Dorpspomp

Sinds jongstleden zaterdag ben ik officieel bestuurslid van de afdeling van GroenLinks in ons dorp. Er zit ook werk aan vast, want nu coördineer ik meteen de verkiezingen voor de provinciale staten, althans wat ons dorp daaraan moet bijdragen. Want het zijn de lokale afdelingen, die de provinciale verkiezingen (15 maart, noteer dat alvast) moeten uitventen. Ik heb net folders en posters besteld, en binnenkort gaan we met een campagnecommissie bedenken hoe we vrijwilligers gaan organiseren die de folders gaan rondbrengen.

Ik neem aan dat jij het WK volgt? Zie jij alle wedstrijden? Is A. nu voetbalweduwe? Of valt dat allemaal wel mee? Ik heb alleen een enkele samenvatting gezien. Louis van Gaal gelooft dat Nederland wereldkampioen kan worden. Ik geloof steevast dat ze het ook niet kunnen worden. Ik hoor het wel tegen die tijd.

Ik weet niet of ik het al verteld had, maar C. is een middag per week vrijwilliger in het Scheveningse museum Beelden aan Zee. Af en toe ga ik even kijken, vooral om C. aan het werk te zien, en ook omdat ik dan een mooie fietstocht door de duinen kan maken, en dat is dan weer goed voor mijn algemeen welzijn. Ik ga niet voor de beelden. Ik ken eigenlijk niet veel mooie beeldenkunst. Meestal vind ik het tentoongestelde maar niks of mwah. Vaak is de reis aangenamer dan het doel.

Sculptuur van Elmar Trenkwalder (Oostenrijk)

Nee, dan Balenciaga. Die zagen wij van de week in het Kunstmuseum. Hij maakte kleding voor vrouwen, alleen zwart. Dan werd je niet afgeleid door de kleuren, en kwamen vorm en model beter tot hun recht, vond hij. Er was veel van Balenciaga te zien in het museum, maar ze hadden de verlichting erg schaars gehouden. Allemaal zwarte kleding in schaarsverlichte zalen dus. Het was vast allemaal erg mooi, maar ik denk dat ik veel gemist heb.

Het is denkbaar dat er een medische ingreep in het verschiet ligt. De uroloog heeft in één van mijn nieren veel nierstenen waargenomen, en omdat van mij bekend is dat die niet vanzelf worden afgevoerd, moeten ze er via een operatie uit worden gehaald. Hij heeft mij  doorverwezen naar een andere uroloog, die weet hoe je dat moet doen. Daar ga ik volgende maand op bezoek, en dan hoor ik het wel. Voorlopig ben ik dus weer nierpatiënt. De vorige steenverwijderingsingreep was acht jaar geleden, dus dat is zo’n beetje de frequentie waarmee dat bij mij moet plaatsvinden. Als ik 80 ben moet ik weer, denk ik. Nu eerst maar deze ingreep, en daarna maar eens kijken of ik de 80 kan halen . . . 

In de politiek

Ik meen mij vaag te herinneren dat ik spoedig weer eens een blog zou schrijven, maar volgens mij is het toch weer blijven liggen. Nu eindelijk tijd. De afgelopen weken druk doende geweest met het Progressieve Akkoord van Voorschoten. We hebben nu een rechtse coalitie in het dorp (CDA, VVD en Lokaal) en die hebben een coalitieakkoord gepresenteerd dat de ondernemers op het lijf is geschreven; alle andere onderwerpen waren consequent in het vage gehouden. Dat heeft de vier progressieve partijen (D66, SP, PvdA en GroenLinks) bewogen om een progressief akkoord af te spreken met allemaal leuke dingen voor de mensen in ons dorp.

Zo hebben wij een dorpsplein dat grotendeels in beslag wordt genomen door parkeerplaatsen. Het is dus eigenlijk helemaal geen dorpsplein. En dat willen wij er van gaan maken, met terrasjes, cafeetjes en in het midden een overdekt muziekpodiumpje.

De vier fractieleiders hebben hebben de inhoudelijke punten met elkaar vastgelegd, maar vervolgens kreeg ik de opdracht om er een fraaie vorm aan te geven. Dus ik heb foto’s in het dorp gemaakt, die passen bij de progressieve onderwerpen, en vervolgens een layout gephotoshopt waar binnenkort een handzaam blaadje in A5-formaat van kan worden gemaakt. Het resultaat is nu rondgestuurd en totnutoe heb ik alleen maar positieve reacties gehad. Ik ben nu een tevreden mens.

En ik word nu ook lid van het GroenLinks-bestuur in ons dorp. Dat heeft verder niets met het voorgaande te maken, dat is van de zomer al bedisseld tussen mij en de voorzitter. In november moet de algemene ledenvergadering dit nog goedkeuren, maar iedereen ziet mij nu al als bestuurslid. Gaat vanzelf goed. Wat ik precies moet besturen weet ik nog niet. Ik ga binnenkort naar de vergadering en dan heb ik daarna weer iets te doen, denk ik.

Vorige week mijn vierde coronaprik gehaald, al ben ik nu veel minder doordrongen van de noodzaak. De overheid heeft mij ingedeeld bij een kwetsbare groep, dus dan ga ik maar weer. Maar ik ben nooit ziek, althans de laatste drie jaar niet meer. Volgens mij is afstand houden het beste wat je kunt doen. Je maakt af en toe mensen in je omgeving mee die er lustig op los niesen en hoesten, met veel lawaai ook, zonder ook maar enigszins met anderen rekening te houden. Daar blijf ik dan maar uit de buurt.

Over kwetsbare groep gesproken: sommige van mijn vrienden hebben ongevraagd iets opgelopen, wat ze niet verdiend hebben. De een heeft nu een zeldzame huidziekte die moeilijk te behandelen is, en een ander maakt te weinig witte bloedlichaampjes aan, wat tot algeheel onwelzijn leidt. Ik prijs me gelukkig dat ik nog geen ernstige kwalen heb, maar dat kan nog komen natuurlijk. Ik heb ooit eens een volledige medische keuring ondergaan bij de bedrijfsarts. Toen hij mij de uitslag kwam vertellen, zei hij: “Je bent kerngezond, maar dat zegt eigenlijk niks, je kunt morgen wel dood neervallen”. Ik heb deze bemoedigende woorden onthouden, omdat ze mij blijvend herinneren aan de betrekkelijkheid van het leven.

Vakantieblog deel 3

Laat ik beginnen met wat ik in vakantieblog 2 nog was vergeten: ons bezoek aan een hunebed. Ik herinner mij dat ik in een vorige vakantie in Drenthe naar hunebedden heb gezocht, maar niet gevonden Deze keer heb ik er niet naar gezocht, niet eens aan gedacht, maar wel gevonden. Ze stonden gewoon vlak naast het fietspad. Uiteraard stond er een schoolreisje naast, met een juf om uitleg te geven. Mij is indertijd verteld, dat de toenmalige inwoners van Dwingeloo daar hun doden in legden. Een hunebed heeft voor mij sindsdien altijd iets sinisters gehad. Maar toen ik dat ding daar zo zag staan, in de felle zon, had het niets geheimzinnigs of spookachtigs meer. Het zag er eerder uit als een hoop losse stenen die dringend eens opgeruimd moesten worden.

Hunebed

En toen nog naar Meppel, gewoon omdat we daar nog nooit geweest waren. Typisch Hollands plaatsje. Twee molens, een gracht met boten, een kerk. Wat moet je er verder nog van zeggen. Dertien in een dozijn.

Bruisend Meppel

Ons derde verblijf, waar deze blog eigenlijk over gaat, was door C. georganiseerd om haar verjaardag te vieren. En ik mocht mee. Op de eerste dag maakten wij een zwerftocht door Zwolle, omdat we het nu eens goed wilden bekijken. Prachtig stadje. Veel historisch stedenschoon en monumentale panden.

Van Nahuysfontein en Sassenpoort, Zwolle

En ook nog even naar de Fundatie natuurlijk, als je toch in Zwolle bent. Er was een expositie van werk van Marte Röling. Dat bleek een afknapper. Eén zaal met enkele minder geslaagde werken. Mocht je met de gedachte spelen die expositie te bezoeken: niet doen. Ga een goed boek lezen of zo.

En toen het hoogtepunt van deze driedaagse reis: een bezoek aan Elburg. Het is een oude hanzestad (net als Zwolle) en het ligt aan de kust van wat vroeger de Zuiderzee was. Het is goed bewaard gebleven, alles zier er oud uit.

Elburg
De Vischpoort, Elburg

Zo’n oud stadje heeft uiteraard een museum. Opdat we niet vergeten hoe alles vroeger was.

Ouwe meuk in Elburg

Goede raad is helemaal niet duur, niet in Elburg. Het emmertje was leeg toen wij arriveerden, maar ach, echte problemen hadden we ook niet.

Goede raad in Elburg

C. had af en toe moeite met het Elburgse dialect, wat natuurlijk heel begrijpelijk is. Aan de kade bij de haven hing een bordje met opschrift. “Wat staat daar?” vroeg zij. Ik legde het geduldig uit. “O nee hè” riep zij uit. En toen: “Je gaat dit toch niet verder vertellen hè?” Ik: “Natuurlijk niet , lieverd”. Over bloggen had ze het niet . . .

erbo en te wemme

Deze keer niet zo veel tekst Linie, dus de gaten maar opgevuld met foto’s. Nog eentje om het af te leren.