Moeie gorgen

Op de komende gemeenteraadsverkiezingen ga ik zo dadelijk nader in, maar eerst even dit.

Nu onder onze jeugd het percentage zorgwekkende afwijkingen langzaam maar zeker de gevaarlijke grens van 130 nadert, kijk ik niet meer zo op van dyslexie, PDD-NOS, dyscalculie, OCD, ADHD, autismespectrumstoornis, NLD en wat er verder nog wordt aangesleept om extra lang over een proefwerk te mogen doen, maar in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen die dingen nog helemaal niet bestonden, had jij ze al! Niet allemaal misschien, maar dyslexie toch beslist wel, neem alleen al je ‘hoertelijke graten van Snof’ onderaan een brief. Jemig Snof, wij schreven toen nog echte brieven! Die stopten wij in een envelop en dan deden wij daar een postzegel op. Eerlijk waar, jij bent dat natuurlijk vergeten, maar geloof mij: van vóór pakweg 1980 weet ik alles nog als de dag van gisteren. Van de dag van gisteren daarentegen herinner ik mij weinig meer. Stoofpeertjes?

Maar moeie gorgen, dat weet ik zo net nog niet, of dat wel jouw dyslectische fantasie is. Volgens mij bestaan ze echt. In ieder geval voelen wij, A. en ik, ons dat nu toch al een week of zes in toenemende mate, moe. Met de nadruk op afgemat. Voorheen waren wij gewone gorgen zoals u en ik. Wij voelden ons wel vaak betere gorgen dan u en ik, maar de andere gorgen leden over het geheel genomen aan hetzelfde euvel. Dat wil zeggen bij ons was het natuurlijk geen euvel. Ons klassificeerden wij bij voorkeur als tripel-A-gorgen. Moreel hoogstaander, maar ook fysiek fitter dan de doorsnee gorg van ons bouwjaar, die zich immers nog uitsluitend per e-bike weet voort te bewegen. In dat beeld echter is nu danig de klad gekomen. Het fitte is eruit.

In onze duale uitputtingsslag eindigt A. sinds haar armfractuur telkens als één na laatste, terwijl ik ondanks alles een mooie tweede plaats inneem. Zij staat meestal al op met de mededeling ‘Jezus, wat ben ik een moeie gorg’.

Duaal, zeg ik, maar eigenlijk zijn we met z’n drieën, want persoonlijk leef ik voor twee sinds we samen nog maar drie goeie armen hebben. Zelfstandig kan iemand met maar één functionerende arm veel dingen absoluut, maar dan ook helemaal, niet meer, zoals z’n eigen haren wassen, z’n eigen douchen, z’n eigen eten klaarmaken, z’n eigen eten koken, z’n eigen Bossche Bol nuttigen, brood in behapbare stukjes snijden, bed opmaken, afwas doen, wasjes draaien, wasjes ophangen, z’n eigen aankleden, z’n eigen uitkleden, moestuinspruiten afhalen, spitten, dingen zaaien, dingen poten en dingen bemesten, strijken, stofzuigen, naar het ziekenhuis, naar de fysiotherapeut, naar Albert Heijn, naar de buurtinfo-avond: niet eens naar de ratsmodee kan zo iemand nog op eigen kracht, dus daar help ik nou bij.

Met z’n drieën, zeg ik, maar eigenlijk zijn we met z’n vieren. Want als ik mijzelf ’s avonds door een glazen draaideur tegemoetkom, moet ik, na die eerste paar keer dat het fout ging, mij er nog altijd even op wijzen dat ik niet per se hoef te groeten. Die neiging is er wel altijd, al is het maar even zo’n kort vriendelijk knikje. Noeiegavond mevrouw, u ook in de draaideur?

Maar nummer drie en vier tellen we niet mee in de duale uitputtingsslag.
Van drie en vier hebben we alleen maar last.

Ik kom zo over de politiek te spreken, maar eerst nog even dit.

Wat het voor een moeie gorg extra lastig maakt, is als hij tussen de bedrijven door ook nog zo nodig ergens vanaf moet kicken. Verstuifsnuiven bijvoorbeeld, ik noem maar wat. Dat lukt mij echt heel slecht tot zeg maar niet. Vicks neusspray. Ken je dat? Snof, dat is gaaf spul! Daar zit iets in waardoor je het maar vijf dagen MAX mag gebruiken en ik doe het nu sinds medio september vorig jaar, dus dat komt nooit meer goed. De kwestie is: je krijgt er weer rechtstreeks lucht mee door je neus. Ik wist haast niet meer hoe dat ging, tot ik medio september te Anhalt-Sachsen, wo die schönen Mädchen an den Bäumen wachsen, ineens in alle ernst bezig was te stikken. Het kwam door zo’n Duits dekbed, zo’n grensgeval tussen Oost en West, te klein voor tafellaken, te groot voor servet, dat ik op een goed moment dan ook vrijwel volledig in mijn mond aantrof. Want hoe gaan die dingen? Geen idee hoe die dingen gaan, maar ik besefte plotsklaps wel dat het leven zo geen zin meer had en schafte de volgende dag Vicks neusspray aan, in één op de vier panden die daar een apotheek zijn. Het goedje heet anders in Duitsland, maar ik ben vergeten hoe. Vicks Nasendurchlüftung, denk ik. Of eigenlijk was het niet eens Vicks. Hinterfelder Heuschnupfenspray 50 Mikrogramm Sprühstosz, zoiets, waarbij vooral dat Sprühstosz me erg aansprak. Hoe dan ook ben ik er terug in Nederland vrij unverfroren  mee doorgegaan en nou kan ik niet meer zonder. Ik probeer het wel af en toe, maar dat stikken steeds – een soort verstuifsnuifapneu – maakt het buitengewoon irritant.

Nu dan Groen Links. Daar kan ik kort over zijn, want dat hebben wij hier niet. Anders zou A. daar blindelings op stemmen. Die zit niet zo met PvdA-loyaliteit, want die is niet eens ergens lid van. Ja, natuurmonumenten, maar stem maar eens op een natuurmonument. Dat kan niet A.!

Wat wij hier wel hebben is:
1. ‘Gewoon Wijchen’, om aan te geven dat het zonder kapsones kan.
2. ‘Kernachtig Wijchen’, om aan te geven dat het mèt toch echt beter gaat.
3. ‘Sociaal Wijchen’, om aan te geven dat de anderen psychopatisch belast zijn.
4. ‘Wijchen Lokaal’, om aan te geven dat de rest van het land de pleuris kan krijgen.

Overigens was Wijchen Lokaal gisteren bij Jinek. Ze hebben een verkiezingsfilmpje gemaakt waarin ze vier man sterk, elk onvervaard te paard, windmolens gaan bestrijden…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.