Falderappes

Volgens mij heb jij weer wat zicht nodig op de vrolijke kanten van het leven, Linie. Ik heb dus besloten jouw brein middels deze blog te impregneren met wat relativerende inzichten. Ik heb daar nu ook eindelijk weer eens de tijd voor. De afgelopen maanden waren zo ongeveer de drukste van mijn hele pensioenperiode. Mijn beide hobbies, GroenLinks en Studiefonds Filipijnse Kinderen, hebben veel tijd in beslag genomen, maar de resultaten zijn goed, dat helpt natuurlijk. De ergste drukte is nu voorbij, ik heb nog maar één rotklusje te doen en dan komt mijn dagelijkse leven, net als dat van de rest van Nederland, langzaam tot stilstand en glijden we met zijn allen de feestdagen in. Voor het zover is wil ik je nog even van repliek dienen.

Je hebt overigens wel gelijk: het zijn geen vrolijke tijden. We worden geregeerd door het falderappes van de PVV. Haar van Asiel ziet er inderdaad uit als een kampcommandant, in ieder geval niet als een minister. Je vraagt je af waar we in terecht zijn gekomen. Ik sluit mij ook steeds meer af van het politieke nieuws. Ik wil het niet meer horen en er ook niet bijhoren. Ik ben de schaamte nog niet voorbij. “Morally deplorable” vind ik wel een rake typering van de PVV-BBB-VVD-aanhang. Ook elders in de wereld gaat het niet goed. Israel is bezig met het uitroeien van de Palestijnen en de hele Gaza-strook met de grond gelijk te maken. En de president-elect, wiens naam ik hier niet zal noemen, heeft een ministersploeg samengesteld waar de honden geen brood van lusten. Volgens Mark Rutte moeten we ons voorbereiden op oorlog. Lekkere kerstboodschap.

Je weet dat wij niks hebben met Kerstmis. Volgens mij heb ik dat eerder al eens uitgelegd. Het ongeloof van C. en mij kent geen grenzen. Wij vieren de geboorte van Jezus niet. En wij zijn de enige niet.

Wij hebben geen plannen voor de kerst, behalve dan dat ik een pizza ga maken. Jaren geleden heeft C. mij geleerd hoe dat moet. Ik maak hem helemaal zelf, inclusief de bodem. Ik heb er bij C. altijd groot succes mee. Ik maak hem niet rond, want dan past hij niet in de oven. Ik probeer hem rechthoekig te maken, maar ook dat lukt eigenlijk nooit. Mijn pizza’s lijken nog het meest op afbeeldingen uit de atlas: soms op Texel, of Sardinië, of Taiwan, nooit op Colorado.

Mensen kijken vaak op tegen hoogwaardigheidsbekleders. Dat is nergens voor nodig. Het zijn ook maar gewoon mensen.

We krijgen met steeds meer kunstmatige intelligentie te maken. Ik maak mij meer zorgen om de voortschrijdende kunstmatige domheid (AS: artificial stupidity). Mensen zijn van zichzelf niet dom, maar worden zo gemaakt en zo gehouden. Door types die daar garen bij spinnen. Ik zag op het nieuws een demonstrerende student, die op zijn protestbord had geschreven: als ze bezuinigen op onderwijs, ben ik straks net zo dom als het kabinet. Dat bedoel ik dus.

Soms kom je iemand tegen die de zaken een beetje in perspectief kan zetten, zodat je weer met beide benen op de grond komt te staan.

Het is je misschien opgevallen dat ik steeds meer op de sociale media zit. Dat komt mede omdat ik nu zitting heb in de werkgroep Communicatie van onze GroenLinks-afdeling en daar zweren ze bij Facebook en Instagram. Want daar kun je filmpjes op zetten om je boodschap te verkondigen en de verrechtsing te bestrijden. Volgend jaar wordt een druk jaar voor onze partij, althans in ons dorp, want we gaan samen met de PvdA één kandidatenlijst maken en na de raadsverkiezingen van maart 2026 zitten we met één fractie in de raad. En om die fractie zo groot mogelijk te maken gaan we zo vaak mogelijk de boer op, met inwoners praten, zichtbaar zijn in het dorp, daar maken we dan filmpjes van en die zetten we dan op alle sociale media die we kunnen vinden. Behalve Twitter (voorheen X). De heer Musk, die zitting gaat krijgen in het kabinet van de president-elect, wiens naam ik nogmaals niet zal noemen, heeft van Twitter (voorheen X) een open riool gemaakt, waar wij, mijn soortgenoten en ik, niet aangetroffen willen worden. Daarom zitten wij bij Bluesky, waar ook ik op te vinden ben. Als je mij daar volgt, probeer ik je zoveel als mogelijk is op te beuren met uitspraken met mensen die het waard zijn om te volgen. Dus @flemmens.bsky.social, daar gebeurt het.

Ik ken jou als een groot, om niet te zeggen bevlogen muziekliefhebber. Dat waardeer ik zeer aan je, zelf ben ik het ook. Je hebt muziek wel eens de hoogste kunstvorm genoemd. Of dat zo is, is volgens mij niet vast te stellen, maar daar gaat het natuurlijk ook niet om. Ik vond een muziekfilm die jou absoluut niet onberoerd zal laten. Als je het ziet, geloof je je oren niet.

O ja, laat ik niet vergeten je de hartelijke groeten over te brengen van C. Zij wenst jou het allerbeste en ook nog eens prettige feestdagen. Ik sluit mij daar van harte bij aan. Laat ik afsluiten met de levensles die wij beiden zo goed mogelijk proberen te praktiseren.

Bord voor de kop

Jullie lamellen waren inderdaad nogal lam Fons, maar is heel ons volk dat niet momenteel? Om het te redden als rechtsstatelijk, humaan en beschaafd is de beste manier misschien toch om er gewoon niet meer naar te luisteren. De PVV-BBB-VVD-aanhang: noem ze niet simpelweg deplorable, maar noem ze morally deplorable, dan is er niets denigrerends meer aan, dan zegt het precies waarop het staat. En benoemen is toch wat dit kabinet graag wil?

Ik zou zelf trouwens van de opvanglocaties waar Faber zo’n welkomsttekst – ‘HIER WORDT GEWERKT AAN UW TERUGKEER – wil plaatsen meteen, als we toch bezig zijn, ook echte werkkampen maken. Bord erboven: ‘ARBEIT MACHT FREI’. Zou haar persoonlijke stijlkeuze inzake mantelpakken, schoenen en haardracht ook bewust op dit soort associaties met Hitler-Duitsland zijn geënt?

Nog steeds niet volledig hersteld van de al net zo ziekmakende verkiezingen in de VS – hier in huis mag de naam van de president elect niet eens genoemd worden, ook niet door visite, die krijgt dit meteen bij binnenkomst, al ruim vóór de appeltaart dus, van mijn vriendin te horen (‘één ding: niet die naam!’) – besloot ik toch mijn heup maar eens te laten checken, voordat ik in het nieuwe jaar weer onnodig mijn hele eigen risico kwijt was. Dus werd er een röntgenfoto gemaakt en wel door dezelfde fotograaf als vorige keer, een vriendelijke man van een jaar of 55. Hij leidde mij linea recta naar de behandeltafel en zei ‘Ga hier maar liggen’. Ik was nog een beetje in de war met de procedure rond de corticosteroïdespuiten, dus vroeg voor de zekerheid:
‘Hoef ik niks uit?’
‘Nee, boven de 65 liever niet meer.’
Vervolgens kregen we het over de Nederlandse taal. Ik weet werkelijk niet meer waarom, maar daar kregen we het over. Ik vertelde, terwijl hij mij met zachte dwang op mijn andere zij draaide, omdat ik weer de verkeerde kant had gekozen – ik kies echt vaak de verkeerde kant, dat is iets met de genen, DNA en zo, erfelijk belast – dat ik net een paar dagen terug tijdens het NPO-journaal de presentator – Mark Visser meen ik – had horen zeggen dat Breyten Breytenbach was overleden, de man die zijn hele leven ‘strijdde’ tegen de Apartheid. Dit gebeurde om 00.10 op 25.11.2024, ik zal het nooit vergeten, want het was de zevende keer dit jaar dat ik een mooi sterk werkwoord zo zwakzinning hoorde vervoegen. ‘Gelukkig’ besloot ik, ‘hoorde ik gisteren een buurman zeggen “ik beneed haar niet”, wat dan weer wat druk van de ketel haalt, maar onze taal kachelt zo wel onhoudbaar op de afgrond af.’

‘Klopt’ zei de fotograaf, ‘Je hoort tegenwoordig trouwens ook bijna geen spreekwoord of gezegde meer goed gebruiken.’ Dus ik weer:
‘En alle wederkerige werkwoorden verdwijnen, alsof zich realiseren niet iets heel anders is dan realiseren. Of verzamelen.’
‘Verzamelen is beslist wel iets anders dan realiseren.’
‘Nee, maar zonder gein: de mensen verzamelen voor de kerk. Wát verzamelen die daar dan? Hè?’
‘Ik denk beukenootjes, bij een kerk staat vaak een beuk. Maar ze beseffen zich niet wat ze doen. Dat haalt ook wel weer wat druk van de ketel, hè? Zich beseffen?’
Waarop er vanuit haar hokje in een hoek van de kamer, waar ze aan het oog onttrokken vermoedelijk had zitten gamen, chatten of god weet misschien wel podcasten, vol jeugdige overmoed een assistente achterstevoren op haar stoel op wieltjes kwam aangeracet. In haar laatste zwiep draaide ze zich naar ons toe om zich te mengen in de wantoestand:
‘Dat is wáár. Ik ben zelf toch wel redelijk bewust met taal bezig, maar mijn kinderen weten nergens meer van! Gisteren nog vroeg ik ‘Hoge bomen vangen veel…. ?’ maar geen van drieën, 12, 10 en 9, had enig idee. En zo gaat het de hele tijd, ze weten niks meer!’
‘Hagel’ opperde de fotograaf, frunnikend aan iets onder de bank waarop ik lag.
‘Vogels’ zei ik.
‘Ooievaars?’ informeerde hij en tevens wanneer ik dacht weer eens op te stappen. Kennelijk was die foto intussen gemaakt. Ik begreep er niets van, want volgens mij lag ik echt verkeerd om, dat Röntgending hing boven mij, maar toen legde de assistente mij uit dat die foto vanonder het bed werd gemaakt. Natuurlijk geloofde ik dit niet, alles is nep, fake en phony baloney vandaag de dag, je wordt gedist waar je bij ligt, maar ik hield de eer aan mijzelf en nam afscheid met mijn gebruikelijke ik-heb-alles-heus-wel-door-blik.

‘Oh ja’ schoot de fotograaf nog te binnen, ik was al bij de deur, ‘Ik hou een kleine privé-enquête deze dagen…’
‘Dezerrr dagen!’
‘Sorry, dezerrr dagen. Maar hoe identificeer je jezelf?’
Wat een heerlijke vraag, zo op de valreep nog!
‘Als een vat vol tegenstrijdigheden, een rommelige verzameling ervaringen, gedachten, trauma’s en herinneringen, zonder kern of essentie, mijn zogenaamd authentieke zelf tot in de kleinste vezels gedetermineerd… maar wel uniek.’
‘Ja, hè, hè, ik bedoel man, vrouw, hen, hun of het? Lhbtiq-gewijs.’
‘Doe dan maar het.’
Hij noteerde mummelend ‘vrouw 74: het’ op zijn foontje, verklaarde dat hij bezig was aan een soort proefschrift over wokisme, maar daarop zeer waarschijnlijk nooit zou promoveren en zei:
‘Vergeet je tas niet!’

Dus moest ik weer helemaal terug naar mijn tas naast de ligbank en zodoende viel mij ineens zomaar, terwijl niemand erom vroeg, de naam Otto von Bismarck in, waar ik al twee etmalen niet meer op had kunnen komen. Ik weiger tegenwoordig standvastig zoiets dan gauw even te googlen, want ergens zit die naam heus nog wel in mijn hoofd. Als ons iets – een vergeten boodschap, tas of pincode, Otto von Bismarck – vervolgens soms toch weer invalt, zouden we dan misschien enigszins aan het rementeren zijn? Of hoe benoem je zo’n kentering? En zou het nog bestaan: een nieuwe afslag vinden op de autosnelweg, net vóór het bordje ‘dichtgeslibd’? Of dat het hele bordje is vervangen door een hoopgevender tekst? ‘Hier wordt gewerkt aan uw terugkeer!’

Bij de ruïne van St. Walrick achter Wijchen kwamen we onlangs langs de koortsboom hieronder. Hij hing behoorlijk vol met kledingstukken, sokken, dassen, zakdoeken, een onderbroek, handdoek, kussensloop. Ik had er graag ook iets tegen al die stress in jouw vorige blog bij gehangen, een briefje, een verzoekschrift, maar geschreven bedes worden niet verhoord. Wel waren er veel verse aanwinsten, allemaal van of voor zieke mensen, voor wie blijkbaar nog steeds volop via deze heilige takken genezing wordt afgesmeekt.

Ach, kon ons hele volk die boom maar in…

Hoge bomen vangen minder lapjes…

Lamlendige lamellen

Ik ben je veel dank verschuldigd Linie, want ik heb weer veel geleerd van je laatste blogs. Je ziet het kabinet als een pretkabinet en je hoopt dat het zolang mogelijk blijft zitten. Ik heb de omschakeling nog niet kunnen maken. Sinds wij geregeerd worden door het falderappes van de PVV c.s. zit ik mij vooral vreselijk te schamen. Jij kijkt naar een circus, in de hoop dat ze een keer te pletter vallen of hetzelfde lot ondergaan als de tovenaarsleerling, ik ben de schaamte nog niet voorbij. Ik heb ruim dertig jaar bij het rijk gewerkt, met enige trots dat ik de publieke zaak mocht dienen. Ik ben wel met vervroegd pensioen gegaan, twee jaren nadat een rechts kabinet met gedoogsteun van de PVV was gevormd. De sfeer was te zeer verslechterd om het nog leuk te blijven vinden. Maar de coalitie die we nu hebben staat ver af van wat ik voor mogelijk heb gehouden. En ik lees nu dat het vertrouwen in de overheid nu flink is toegenomen. Maar ja, mij is weer niks gevraagd, zoals gewoonlijk.

En ook veel dank voor de verrijking van mijn woordenschat. Ambetant is een mooi woord dus ik wilde weten wat het precies betekent. Ik heb het opgezocht en het staat niet in de Dikke van Dale en ook niet in de groene woordenlijst. Is het Noord-Brabants dialect? Of komt het uit de Achterhoek? Is het een schrijffout? Of heb je het helemaal zelf bedacht? In dat geval: hulde, het is echt een mooi woord, dan hoef ik niet te weten wat het betekent, ik blijf gewoon vermoeden.

En wat goed dat je het boek van van Stipriaan leest. Ik heb dat een paar jaar geleden ook gedaan, en het leverde mij vooral een verbetering op van het beeld dat ik van Willem had. De Vader des Vaderlands was ook een berekenende machtspoliticus. Als je het boek intussen uit hebt, heb je ook kunnen lezen hoe Balthasar Gerards aan zijn einde is gekomen. Dat verhaal kende ik nog niet.

Vandaag ben ik trouwens erg tevreden over mezelf. Ik was uitgenodigd om voorafgaand aan de vergadering van de diaconie van de protestantse kerk in Wassenaar een presentatie te geven over mijn favoriete stichting: het Studiefonds voor Filipijnse Kinderen. Dat heb ik gisteravond dus ook gedaan. Ik had de hint gekregen dat men daar wel in was voor het financieel steunen van ons fonds. Ik heb in dat gezelschap mijn beste beentje voorgezet en achteraf hoorde ik, dat een deel van het collectegeld van de protestantse kerk naar ons fonds wordt doorgesluisd, en dat voor maar liefst vijf jaren. Ik heb ze intussen in alle toonaarden bedankt. Wij waren wel toe aan nieuwe donateurs, want daar is bijna niet aan te komen. Ik hoop dat ik binnenkort ook een presentatie mag geven bij de vergadering van de verzamelde katholieke kerken in onze regio (een reeds geplande vergadering werd afgeblazen omdat er iemand griep had); wellicht levert dat ook iets op.

De afgelopen weken heb ik het echt hartstikke druk gehad, compleet met stressverschijnselen. Je moet niet te snel zeggen dat je het te druk hebt, maar het leek wel of van alle kanten ingehaald moest worden wat er in de vakantie was blijven liggen. Dus ik had ineens teveel tegelijk: kopij aanleveren voor het ledenblad (twee artikelen), kopij aanleveren voor de column in de krant (zie hiervoor fonslemmens.nl/publicaties). stukken lezen over de samenwerking met de PvdA en daar dan over vergaderen, wandelen met leden van de PvdA (om elkaar beter te leren kennen), naar de borrel van de PvdA, (om elkaar nóg beter te leren kennen), de verjaardag van Ceciel vieren (vreselijk lekker Japans eten), de GroenLinks-kraam optuigen op de vrijwilligersmarkt in het centrum, vergaderen met de werkgroep Communicatie (“hoe winnen we de kiezers terug die naar de PVV zijn overgelopen”) en piekeren over hoe het nou verder moet met de lamellen op de zolderkamer. Want wat is het geval? Wel, dat zal ik je vertellen.

Mijn werkkamer op zolder heeft een groot raam op het westen. Om de zon te weren en mijn privacy te waarborgen hangen er lamellen voor het raam. Ze hangen aan twee rails, één voor de linkerhelft en één voor de rechterhelft. Ergens in juni kwam de linkerhelft van de lamellen naar beneden zeilen. Ze bleven wel aan de rail hangen, maar niet meer op hun plaats. Ze waren allemaal naar de hoek van de kamer gegleden en daar op de grond terecht gekomen. Het mechanisme dat ze op hun plaats hield was blijkbaar onklaar geraakt.

Die lamellen waren december 2019 aangebracht. Dus vier-en-een-half jaar later hielden ze het al niet meer, althans voor de helft. Ik heb door de winkel die ze heeft geïnstalleerd een nieuwe rail laten monteren en daar vervolgens de lamellen aan gehangen. Maar wat gebeurde vervolgens deze maand? Komt de rechterhelft van de lamellen naar beneden zeilen! Het was me wel door het hoofd geschoten, dat dat zou kunnen gebeuren, maar het leek me toch wel erg onwaarschijnlijk. Toen het onwaarschijnlijke toch gebeurde, had ik alsnog spijt van de reparatie van de linkerhelft. Wij zijn (C. heeft mij bijgestaan in onze verontwaardiging) naar de winkel opgestoomd om daar te bepleiten, dat de boel gratis werd gerepareerd, omdat we niet van plan waren nog één euro in die lamellen te investeren. Omdat hij van de winkel niet van plan was een gratis reparatie uit te voeren, dreigden wij hem een juridisch geschoolde belangenbehartiger op zijn dak te sturen. Later werden we gebeld met de mededeling, dat de leverancier bereid was een nieuwe rail te leveren voor 60%. Daar heb ik geen genoegen mee genomen. Hij moest het gratis verhelpen, zei ik. Weer later bood hij het te repareren voor 40% van de kosten. Omdat er inmiddels de nodige tijd was verstreken en wij het onderhand zat waren, hebben we dat maar geaccepteerd.

Ondertussen zit ik er nu al weken zo bij. Links de lamellen aan de nieuwe rail, rechts de ramen beplakt met posters die over waren van de europese verkiezingen, om de inkijk te beperken en de zon te weren.

En denk je dan dat ik nog tijd heb gehad om nog aan mijn tekenhobby toe te komen? Natuurlijk wel.

Vrijwilliger dan vrijwillig…

We hebben dus een pretkabinet, vol cynische leugens en ambetant onbenul. Geeft niet, rariteiten zijn altijd interessant en de BTW op brood en spelen – chips en volksvermaak – wordt laag, dus als het toch niks kost, hoop ik dat dit ‘collectief’ zolang mogelijk blijft zitten. Je moet even omschakelen, maar dan is het werkelijk een verademing om zo totaal onthecht naar een circusact te kijken. Je hoeft met niemand mee te leven. Of ze nou keihard uit de nok te pletter vallen of door de geest uit hun eigen fles worden vernietigd, ‘ze doen het zelf’, om met de BN’er verderop in deze blog te spreken. En ik vermaak me helemaal plat, met een lekkere vette snack binnen handbereik. Alleen Schoof gaat me een beetje aan het hart. Bij Schoof voel ik toch ondanks alles bijna iets van mededogen. Hij kent ook heus zijn geschiedenis wel, maar hij dacht dat dit heel wat anders was dan Weimar-zondebok-noodwet-demagogie. Dit zag Schoof wel zitten.

Dus wij dachten: zijn kabinet kun je net zo goed ergens anders bewonderen, laten we een weekje gaan fietsen in Oost-Groningen. Wij ook eens echt vakantie..

De mensen in Oost-Groningen nu bleken opvallend aardig, veel vriendelijker dan die in en om Oranjewoud in Friesland, waar we vorig jaar waren. Het is een cultuurverschil, zoals ook tussen Wijchen en Malden bijvoorbeeld, toch grenzend aan elkaar. In Oost-Groningen groeten ze je al voor je ze zelf ziet. Als je afstapt van je fiets en een beetje onnozel – dat is bij mij aangeboren, maar dat weten zij niet – om je heen kijkt, komen ze naar je toe en vragen of ze je ergens mee van dienst kunnen zijn. In Oranjewoud en omgeving roepen ze dan dat je daar verkeerd staat en meer aan de kant moet, ze willen er langs. Maar ook in Friesland, verneem ik uit welingelichte bron, schijnen de verschillen merkwaardig plaatselijk te zijn: Heerenveen bepaald stuurs, Drachten bovenmodaal hartelijk. De welingelichte bron woonde vele jaren zelf in beide plaatsen.

Over wel of niet aardig gesproken: alweer enkele weken terug, het was nog prachtig weer, zat ik na het zwemmen even aan de kant in de Berendonck, mijn waterplas zo’n 5 kilometer van ons huis, om op te drogen. Maar de zon scheen zo onbedaarlijk fel dat ik voor het eerst van mijn leven wel wat zonnebrand wou. Dus stond ik op – ja, dat oogt makkelijker dan het is, als diverse onderdelen piepen en kraken en je nieuwe heup kreunend protesteert tegen alles wat geen crawlen is – liep naar mijn naaste buur en vroeg haar of ik een likje van haar crème mocht. Ze was een jaar of zestig, mollig, bruin gebrand en platinablond bijgewerkt en zag er zodoende uit, zou Garrison Keillor zeggen, als een vrouw van 38 met een heel zwaar leven achter de rug. Gul stak ze me niettemin haar hele tube toe en zei ‘Neem maar zoveel je wilt, niet te zuinig, ik heb genoeg.’ Erg aardig dus, je zou willen dat alle mensen zo waren. En toen begon ze te praten.

Ze was net dinsdag twee dagen terug met een vriendin op weg geweest naar een of ander Grieks eiland. Om 4 uur ’s nachts zou hun vliegtuig vertrekken. Eenmaal de auto lang geparkeerd en zelf op vliegveld Eindhoven hoorden ze dat hun vlucht niet doorging. Daarna uren lang geen enkele informatie meer. Pas tegen de middag vernamen ze dat ‘alle digitale systemen plat lagen’ en ze voorlopig helemaal nergens naartoe konden, behalve terug naar huis. Hun hele vakantie naar de knoppen dus. En nu maar zien of ze nog wat geld terug kregen. De reisverzekering zei: overmacht. De langparkeerinstantie zei: overmacht. De vliegmaatschappij zei: overmacht. Ja, misschien dat ze met veel soebatten hier en daar toch nog wat restitutie konden verwachten, maar het betekende al met al alleen maar extra gedoe in plaats van hun welverdiende vakantie, waarvoor ze toch het hele jaar hard gewerkt hadden! Het was één grote corrupte bende tegenwoordig in dit land, je werd door alle instanties genaaid waar je bij stond, een gewoon mens had hier geen leven meer, nergens kwam je zoveel onrecht tegen als in Nederland. 
‘Nou ja’ probeerde ik, ‘misschien in Gaza?’
‘Nee! Dat is hun eigen schuld!’
‘Wat bedoel je, van wie?’
‘Die doen het allemaal zelf!’
‘Hamas bedoel je?’
‘Nee, daarginds, die maken het er zelf naar!’

Daarom bedankte ik haar nog maar eens voor haar vrijgevigheid en ook snapte ik best waar haar frustratie vandaan kwam. Als al die op sociaal vlak en in wezen aardige en behulpzame mensen – ik heb het nu voor de goede orde even niet over ons kabinet – hun eigen spontane goedhartigheid nou ook eens wat ruimdenkender zouden inzetten, wat zouden we dan allemaal gelukkig zijn. Onderwijs dus. Maar ik verdom het om D’66 te stemmen. Ik ben zoals je weet van de partij voor mensen die zelf pvv stemmen. Het is om gek van te worden.

Deze vrouw had ik trouwens déjà-vu-achtig al gezien, besefte ik toen ik me weer – via het op handen en knieën voorover zakken en dan op goed geluk vanzelf verder naar links of naar rechts doorrollen op mijn handdoek – in uiteindelijk toch een soort zitstand had gemanoeuvreerd. Het was in het journaal, de avond ervoor, waar ze ons volk recht in het gezicht beloofde ‘nóóit, nóóit meer’ te zullen vliegen. ‘Ja’, riep ze mij toe, niet zonder enige tevredenheid over in ieder geval deze vorm van compensatie: ‘Ik ben nou wèl een BN’er.’

‘Alles digitaal onvoorspelbaar af en toe plat en de milieuverwoestende pleziervliegreizen sterven een volkomen natuurlijke dood’ las ik ergens. Ja, zo kun je het ook bekijken.

Maar dit alles terzijde.
Oost-Groningen!

In de oude katholieke nu gereformeerde kerk – uit 1200 – in Appingedam leek de vrijwilliger van dienst erg op de vrijwilliger in de Menkemaborg in Uithuizen, van de dag ervoor. A. vond de gelijkenis meer Oost-Gronings – allemaal gezonde, ronde gezichten – dan familiaal, dus zij liep door, fijn de kerk bekijken. Ik keerde om. Ik: Bent u misschien een broer van de vrijwilliger in de Menkemaborg, waar wij gisteren waren? Want u lijkt daar zo op. Hij: Ja. Ik: Bent u dan misschien zijn twéélingbroer? Hij: Nee, ik ben het zelf. Hij was de ene dag vrijwilliger hier en de andere daar (Snip en  Snap: het is niet me broer, toch is het een zoon van me vader, ra, ra, wie ben ik?).

In het restaurant bij de Menkemaborg kwam een gast naar de ober toe. Hij had een klacht. De ober noodde hem vlak bij ons aan een vrij tafeltje en schoof daar met hem aan. De gast had zijn pannenkoek op, die was erg lekker geweest, maar ook nogal, hoe zou hij het zeggen: dun. Te dun eigenlijk. Vooral omdat hij zo lekker was, dan wou je niet dat zo’n pannenkoek zo dun was als deze. De ober knikte begrijpend. Dus u wilt graag uw geld terug? Nou, ja, eigenlijk wel. Okay, dan doen we dat. En samen liepen ze naar de kassa, waar de gast zijn geld terugkreeg. Alles in alle rust en redelijkheid, van beide kanten. Hoe wil je het waar dan ook nog aardiger hebben, zelfs al was die gast misschien een notoire klager over de dikte van pannenkoeken. Ik vroeg aan A. of wij dit misschien droomden, maar zij dacht van niet.

Ergens op de weg terug naar ons appartementje zag ik op een aanplakbord zo’n soort boodschap als ‘God geef kracht aan hen die zieke kinderen hebben’. Je noteert het en denkt vagelijk ‘okay, ze zijn hier een beetje biblebelterig misschien, maar vast ook goed geweest in de oorlog’. Net zo half bewust – want je moet ook op de fat bikes en die ene overstekende meerkoet letten – interpreteerde ik de dicht opeen in hoofdletters geplaatste tekst bij alle bruggetjes als een soort godsdienstige incrowd-boodschap: 

BIJBELSIGNAAL
BRUGVRIJMAKEN

Het duurde zeker een dag of drie tot ik helemaal uit mezelf wat ruimte tussen de letters inlaste en zag dat er stond: BIJ BELSIGNAAL BRUG VRIJMAKEN

Nou ja, zo zien onze vakanties er dus uit, globaliter.
Best avontuurlijk, hè?

Garrelsweer in Oost-Groningen

Stress

Iemand wou zichzelf door een periode heen manifesteren, las ik ergens. Het was iets met yoga, mediteren en andere zelfontwikkelingshulp in tijden van maatschappelijke stress. Ik weet nog niet hoe, maar dat wil ik ook: mezelf door deze periode heen manifesteren. Niet gewoon ‘Hoi, hier ben ik weer’, maar meer ‘Dit was ik, toen manifesteerde ik mijzelf door de PVV heen en nu ben ik zo!’ Maar dan zonder yoga.

Onlangs, tweede week augustus, hoorde ik een overnamegesprekje tussen twee presentatoren van NPO4, de klassieke zender. De één (1) kwam, de ander (2) vertrok.
1. Ik kom altijd op de fiets naar het werk.
2. Ik ook.
1. Onderweg luister ik naar een podcast of muziek, jij?
2. Ik heb nooit oortjes in op de fiets.
1. Geen oortjes? Maar hoe luister je dan?
2. Ik luister gewoon rechtstreeks naar de vogels en neem de omgeving in me op.
1. Dat meen je niet! Geen oortjes in tijdens zo’n tocht? Heb je daar de rust voor?

Multitasken Fons, de generaties na ons hebben geen tijd meer voor maar één ding. Terwijl dat vroeger toch zo’n staande uitdrukking was: hou op met zeuren, pappa kan maar één ding tegelijk. 

Moeders konden zodoende multitasken in één zin, met die dubbele boodschap erin, waarmee ze hun man enerzijds in bescherming namen tegen zijn irritante kind en anderzijds duidelijk maakten dat hij iets niet kon en zij wel.

En als je dan in je onschuld vroeg ’tegelijk waarmee kan pappa maar één ding?’ knepen ze je in je bovenarm, in dat zachte stukje aan de achterkant, midden in de blauwe plek nog van de vorige keer. 

De huidige jonge vaders echter kunnen zelf ook minder goed multitasken dan ze denken. Ze lopen aan ons huis voorbij met hun kinderen van twee, drie en kijken op hun mobiel. De kinderen vragen nog wel ‘wat is dat pap, kijk dáár?’, maar krijgen geen antwoord, behalve soms zoiets als ‘Hier blijven Joey, niet op de weg!’ Als Joey 6 is, vraagt hij niks meer, maar tuurt, voortstiefelend op net zulke O-beentjes als zijn vader, ook op zijn mobiel. 

Ook nog even in het kader van de maatschappelijke stress terugkomend op jouw ervaringen met de exotische denkwereld van PvdA’ers: wat is jou eigenlijk precies duidelijk geworden over de reserves onder sommigen van hen over samenwerking met GL? Gaat het dan om de kloof tussen laag en hoog opgeleid? En daarmee samenhangend die tussen vooral eigen economische bestaanszekerheid en een wat ruimer zicht op natuur, dierenwelzijn en milieu? Om cultureel bepaalde verschillen misschien tussen dwepen met André Rieu en zwijmelen bij Gidon Kremer? Of een beetje van dit en een beetje van dat? Linksom of rechtsom of beter nog door het midden, maar eigenlijk toch gewoon het liefst linksom, hoop ik met jou dat GL/PvdA niet alleen in Voorschoten één partij wordt. 

Als jij daar nou het meer praktische werk voor doet Fons, probeer ik mij overal zo positief mogelijk doorheen te manifesteren.