… maar zover mogelijk langs elkaar heen leven soms toch beter.
Omdat de naam van de Amerikaanse president hier nog steeds niet genoemd mag worden en wij ook niks meer willen zien of lezen dat, hoe zijdelings ook, verband met hem houdt, hieronder het overige nieuws.
Een week geleden in de Hema, op weg naar de uitgang aan de zijkant, kom ik een jonge vader met twee kleine kinderen tegen. Ik groet hem. Het oudste kind echter, een jongetje van een jaar of 4, 5 verspert mij opeens de weg als hij oversteekt naar het paaseitjesparadijs in de uitstalkast naast mij. Hij leunt half tegen mij aan, terwijl hij hoopvol naar de eitjes reikt, dus ik zeg hoi en aai hem werktuiglijk even over zijn bolletje. Geagiteerd komt nu de vader erbij, trekt zijn zoontje naar zich toe en zegt ‘Sorry hoor!’ ‘Geeft niks’ antwoord ik en loop dan langs ze heen naar de uitgang. Na vijf stappen hoor ik hem roepen:
‘Ik wil niet dat u mijn kind aanraakt!’
Ik draai mij verbaasd om en vraag:
‘Hoezo?’
‘Ja! U moet mijn kind niet aanraken!’
‘Omdat ik hem even over zijn hoofdje streek?’
‘Ja, u raakte mijn kind aan!’
Ongelovig begin ik te lachen, waarop hij nog harder roept:
‘U raakte mijn kind aan. Het is bijna asociaal!’
Dus dat ‘Sorry hoor’ was niet zozeer een verontschuldiging aan, maar meer het begin van een tirade tegen mij. Sorry hoor! Maar kom niet aan mijn kind!
Vraag: wie was er hier nou precies asociaal?
Antwoord: ik.
Gericht googlen leert mij dat het al sinds een jaar of 15 een item is: verontwaardiging over vreemden die jouw kind aanraken. Weliswaar gaat het dan vooral om baby’s – waar ik me nog wel iets bij voor kan stellen, die raak ik ook niet zomaar aan – maar deze vader zet me, onderweg terug naar huis, toch al vóór het googlen aan het denken. Had hij mogelijk gelijk? Wat deed ik dan precies fout? Met één hand een keer licht over zijn zoontjes haar strijken? Ik woog de voors en tegens af, je moet je te allen tijde verplaatsen in de ander, bereid om zijn gedrag welwillend en dat van jou kritisch te evalueren. Zodoende had ik er ineens, in de zijstraat ter hoogte van de Wereldwinkel, met zijn mediterende Boeddhafiguurtjes in de etalage, op een soort Zen-achtige maar ook diep doorvoelde manier, vrede mee dat wij de aarde voor deze vader en zijn generatie zo goed als onherstelbaar hebben verkloot.
Vervolgens ging er gisteren, vlakbij wijlen de Blokker die nu Wibra wordt, een meisje van een jaar of 6 met step en al onderuit, waardoor ze in volle lengte op de keien belandde. Zere knie, handje kapot, even helemaal dood en toen heel erg huilen natuurlijk, het hoofdje deed het nog goed. Vroeger zou ik er meteen op af zijn gehold. Nu kijk ik wel uit. Afblijven!
Dat brengt mij op iets anders: Klaas Dijkhof. Hoorde ik die nou in De Slimste Mens van 23 december jl. ‘menig muziek’ zeggen of ligt zoiets aan mijn tinnitus? Ik vrees het ergste: Klaas. Sinds het archaïsche ‘menig’ vanuit een diepe winterslaap tot modieus koeterwaals herrees, sinds een jaar of zes schat ik, ongeveer sinds ook iedereen in elk gesprek wel een rollercoaster laat vallen, is er sprake van zeer ambetant misbruik van het woord. ‘Menig muziek’.
Ik had mijn filosofische vriend verteld dat mijn tinnitus – drie zware bromtonen links en schril gefluit van monsterachtige krekels rechts – nu zo oorverdovend is, dat het uitblijven van klachten van omwonenden eigenlijk niet te bevatten valt. Onze buurt bestaat overwegend uit scherp horenden, afgezien van de man met het gebiedsverbod voor een hele wijk, die luistert nergens naar. Maar de rest moet toch gek worden van mijn tinnitus? Misschien, opperde mijn filosoof, werkt jouw oorsuizen – nou, dit is geen suizen meer, wierp ik tegen, maar dat hoorde hij niet – voor anderen als een stofzuiger voor Vestdijk: een laag brommend geluid, dat overig storende geluiden overstemt, en zo juist rust geeft. ‘Eigenlijk heb je recht op een lintje van de gemeente vanwege je inzet voor de plaatselijke nachtrust.’
Always look on the bright side dus, maar zodoende stond ik wel weer echt op het punt om te gaan beginnen met twijfelen over of ik nog wel verder wou leven en ook zo ja hoelang, toen zich plotseling een mogelijke oplossing aandiende in de vorm van Annemarie. Annemarie is een van onze scherpst horende buren, die af en toe even langskomt om erg veel te praten en wel aan één stuk door. Zelf schenk ik zolang koffie in, sloten koffie. Een prettige formule, omdat ik verder niks hoef, alleen maar luisteren naar haar ongebroken woordenstroom over haar kinderen, de buren, hun kinderen, alle andere kleinkinderen en spinazierecepten. Na verloop van tijd, zo halverwege het derde kopje koffie, gaat Annemaries woordenstroom op in mijn tinnitus. Tenminste dat dacht ik steeds. Maar eigenlijk, besefte ik vorige week, werkt het misschien andersom en zuigt Annemaries woordenstroom juist mijn tinnitus op. Dus nou heb ik bedacht om zo’n stroom vast te leggen op twee van die kleine minstickjes en die dan als suis-, brom- en fluitonderdrukking in mijn oren te stoppen. Links Anne en rechts Marie. Wat denk jij? Dat ik teveel over mijn tinnitus praat?
Wat mij dan wel weer erg gelukkig maakt, is zo’n PS onder een lange mail van een erfgoedbestuurslid. Die mail ging eigenlijk over iets anders, maar het bestuurslid had zich ook op ons aller verzoek geworpen op de door iedereen die ertoe doet in ons erfgoed reikhalzend verbeide ontsluiting van Het Archief van wijlen een belangrijk erfgoeddeskundige, een kopstuk, Henri P., emeritus hoogleraar, gerenommeerd om zijn eruditie, vindingrijkheid en ongeëvenaarde werklust. Wij hadden ons buitengewoon verheugd op dit archief. Dat naschrift luidde: ‘p.s. ik heb ook gebruik gemaakt van Henri’s archief, m.b.t. onze oprichting, de statuten enz. Ik kan wel zeggen dat dit helemaal geen archief is.’
Soms, als ik weer op het punt sta om te gaan beginnen met twijfelen aan de zin van het leven, vind ik in dit soort gortdroge informatie plots zo’n flonkerend juweeltje. Ik kan wel zeggen dat ik dan zeker een etmaal lang helemaal niet meer op welk punt ook sta.
Dit lijken allemaal losse berichten, maar dat zijn het niet natuurlijk. Er zitten bruggetjes tussen – zoals bij talkshowpresentaroren, die vaak meer werk maken van hun bruggetje naar het volgende onderwerp dan van het onderwerp zelf – want ze komen allemaal uit één en hetzelfde hoofd en wel het mijne, maar ook die bruggetjes zijn zoals je weet dichtgeslibd.
Zo kwam ik vanmiddag in ditzelfde brugloze verband een berichtje tegen uit De Gelderlander van enige tijd geleden. We lagen hier wat achter met het wegwerken van de ongelezen krantenstapel, maar nu we verder van het wereldnieuws niks meer lezen of zien, komt daar langzaam wat meer schot in:
’11 februari 1895
Een treurig ongeval had Woensdag te Wijchen plaats. Een algemeen geacht en bekend man, A. van Dreumel (buurtschap Hoogbroek) van zijne werkzaamheden huiswaarts keerende, verrichtte nog eene boodschap op den molen bij het klooster Alverna. Den molen verlatende werd hij zoodanig door een der wieken getroffen, dat hij onmiddellijk een lijk was.’
Waar lees je zulke zinnen nog?
In onze achterstallige krantenstapel.
Ondanks alle pogingen het grotere nieuws dus te vermijden hoorde ik een Joodse woordvoerder in het NPO-4-radionieuwsoverzicht op16 januari om 8.35 opgelucht zijn over het voorgenomen bestand in Gaza en zijn hoop uitspreken dat we nu ook in Nederland weer spoedig terug zouden keren naar ‘het normale antisemitisme’. Van 1895 of daaromtrent bedoelde hij, denk ik.
Loop ik van de week van de Plus, met zonderlinge steken in mijn ene voet, terug naar huis langs de vier lage rijtjeshuizen met vooral oudere bewoners, zie ik bij het tweede huisje de voordeur voor driekwart en een deur verderop in de gang voor een derde openstaan. Ik was er eigenlijk al voorbij, maar dacht ‘wat vreemd eigenlijk met deze kou, niemand te zien ook, zou er iets aan de hand zijn, moet ik EHBO doen, 112 bellen, waarom doet die voet zo raar en kan ik deze dag nog een beetje fatsoenlijk door in het besef niks ondernomen te hebben waar dat wel kon?’ Dus loop ik terug, het paadje naar de deur op, tuur door het grote raam de woonkamer in en ontmoet daar de blik van de bewoonster, die meteen opstaat en naar de voordeur toe hobbelt. Ook een kwestie van steken vermoedelijk, dat hobbelen. Of gewoon jicht. Slijmbeursontsteking. Ischias. Stijfheid in de gewrichten door kou van buiten. Ze groet me vriendelijk.
‘Ja, ik kwam even kijken of alles wel goed is, jullie voordeur staat zo wagenwijd open!’
Lacht ze me begripvol toe en zegt:
‘Oh, dat komt mijn man zit op de wc en dan doettie vaak alle deuren open.’
Toen zijn kinderen eenmaal konden lopen en hun vader, een ex-collega van mij, bij wijlen snakte naar een ogenblik voor zichzelf, vroegen de kleintjes hem waarom hij toch af en toe de deur van de wc op slot deed.
‘Nou, dat doe ik soms wel als ik even rust wil hebben.’
Dus de eerstvolgende keer dat hij naar de wc gaat, dribbelt het stel met hem mee naar binnen, draait de deur op slot en zegt in koor:
‘Zo pap, nou heb je tenminste even rust.’
Een buurvrouw vertelde mij dat haar dementerende man intussen in de crisisopvang zit op Dekkerswald, een tehuis hier in de buurt, en dat hij daar, in afwachting van een functie elders, op zijn kamer in de pedaalemmer had geplast. Ik vond dit helemaal nog niet zo zorgwekkend. Dat je het deksel van een pedaalemmer met je voet opwipt en dan in de emmer plast, vind ik eigenlijk best een handige manoeuvre. Voor mannen dan, hè? Als vrouwen het zo proberen, zijn ze hartstikke dement. Maar nu dat andere, met al die schuifelende passanten. Ze vertelde me namelijk ook dat hetzelfde tehuis enige tijd terug voor de bewoners een mooie ‘natuurwand’ had gemaakt in de wandelgang, met veel groen erop geschilderd, struikjes, bloemen en ook een rij hoge bomen, maar toen gingen de mannen daar tegenaan staan plassen, dus werd die wand vrij snel weer verwijderd. Zo worden de mooiste initiatieven, vaak toch ook met name door mannen, in de kiem gesmoord.
Tenslotte, zoals dat hoort, een uitsmijter. Ik had op 2 februari 2024, ruim een jaar geleden dus, een youtube-filmpje op Fbook geplaatst, met als bijschrift van mijn kant ‘God bless Tena Lady’. Ik weet niet meer precies hoe het filmpje ging, maar je zag twee vrouwen voor een huis, waarvan er één zich, omdat ze de sleutel vergeten was, m.b.v. de ander als opstapje door het klepraam boven het raam van de voorkamer naar binnen probeerde te wurmen en zodoende op een gegeven moment omgekeerd aan de andere kant van het raam kwam te hangen, voeten nog buiten, handen bijna op de vensterbank binnen, terwijl haar jurk van boven naar haar middel toe mee was afgestroopt, dus haar trotse boezem bengelde voor iedereen zichtbaar bloot achter dat raam en die vrouw kon geen kant meer op, die hing daar maar, en die andere vrouw buiten kreeg, hoezeer de rest van het filmpje misschien ook geënsceneerd was, ontieglijk de slappe lach, net als, goed hoorbaar, degene die het allemaal op zijn telefoontje filmde en ikzelf. Alleen maar heel aanstekelijk dus, dit alles, ik kon er in ieder geval weer een hele tijd op vooruit qua twijfels over het bestaan. Maar die video is nu, terwijl het toch zo duideijk om een vrouw óf een man ging en niet iets genderachtig bedenkelijks ertussenin, dit jaar op 5 februari officieel door Fbook van mijn profiel verwijderd wegens aanstootgevende inhoud. Twee berichten kreeg ik erover. Dat we niet denken dat Fbook onder deze president onze goede zeden niet extra modereert. Alleen oprechte haat, alt right, anti-woke, fake news en oproepen tot geweld tegen minderheden mogen nog.
Wat ik zeg: liever zover mogelijk er langs heen leven dan verbinding. Zit jij al op Signal? Ik wel. Bevalt prima.