Klem- en andere tonen

De eerste 18 (achttien) (dix-huit, diciotto, achzehn, wie viel? eighteen, my dear) pagina’s van de Volkskrant dit weekend gaan weer over Corona. Aangezien ik alles daarover zo goed mogelijk oversla, heb ik al driekwart jaar een zee van vrije tijd en besef ik, na ruim een halve eeuw dagelijks minimaal drie uur zorgvuldig krantlezen, nu pas hoe fijn het is om hele bladzijden, wat zeg ik: katèrnen, gewoon over te kunnen slaan.

De vrijkomende ruimte wordt ook door A. benut voor diepgaander gesprekken met anderen, bijvoorbeeld onze hulp. Zo heb je kennelijk verschillende soorten naaimachines, die je op z’n minst kunt onderverdelen in gewone naaimachines en zogenaamde lockmachines. Dat hoorde ik ze elkaar tenminste wijsmaken. Ze hadden het vreselijk naar de zin, met hun neus halverwege in een bovengemiddeld dikke Bossche Bol gedipt. Een lockmachine maakt mooie zomen, hij snijdt af, zei de hulp. Ja, zei A., hij zigzagt en hij rolzoomt. Dus, luidde hun conclusie, is het een afwerkmachine, de prostituee onder de naaimachines als het ware. Ik besloot hier niet bij te gaan zitten

Maar dit hield ik niet lang vol, met name omdat er sprake bleek van een derde Bossche Bol. De conversatie ging intussen, nog steeds vrij diepgaand, over eenden. Een mannetjeseend heet een woerd, zeiden zij. Een vrouwtjeseend heet gewoon een eend. Wat, vroegen zij elkaar af, is hier aan de hand? Dus legde ik ze uit dat bij vogels – en verstandige dieren in het algemeen – het vrouwtje de norm is en het mannetje de meestal deplorabele afwijking. ‘Een mannetjesgans’, zei ik, ‘heet een ganzerik, gent of gander, een vrouwtjesgans heet gewoon een gans. Bespreek dit.’ Maar dat wilden ze niet. Wel was de hulp benieuwd wat deplorabel betekende en stelde zij vervolgens vergenoegd vast dat dit in ieder geval inderdaad wel klopte voor Sjaak (haar echtgenoot).

Maar ik word wel een beetje sloom van die Corona. Zo las ik een artikel over allerlei onderzoeken aangaande de kleinste deeltjes waaruit wij zijn opgebouwd. Er werd kritiek geuit op verschillende veel te snel uitgevoerde Corona-onderzoeken. Shit, zat ik toch weer in een stuk over Corona. Nou, dapper door maar. Eén van die onderzoeken betrof het pruton. Wat prutonen waren wist ik niet precies. Ik las verder en ondertussen dacht ik zijdelings aan de kleine deeltjes die ikzelf kende en die leken op een pruton, zoals een neutron, een positron en natuurlijk het goeie ouwe elektron. Higgs. Quark. Antiquark. Maar een pruton? Ik las het artikel uit en legde de krant terzijde. Eerst even een half uurtje lopen misschien, want van Professor Scherder moet dat drie keer op een dag en voor je het weet is het alweer avondklok en heb je nog geen stap gezet. Bovendien gaan bij beweging de hersens ook een beetje de lock out, heb ik gemerkt. Kauwgum is feitelijk al voldoende om ze zelf op eigen kracht aan de wandel te krijgen. Lukt het cryptogram niet? Even wat kauwgum erbij en klaar is Kees. Zo dacht ik tijdens mijn kauwgomloopje ineens: ‘Hé, het is wel een pruton, hè? Niemand heeft het hier over een TRON! Een pruton is hooguit vergelijkbaar met een foton!’ Ik pakte Google er mobiel bij en vroeg ‘wie weet er wat prutonen zijn?’, maar Google snapt opvallend vaak niet wat ik bedoel en komt dan met kalmerende suggesties in de trant van ‘Doe hier een test om achter je passie te komen’. Thuis doe ik zoiets ook altijd meteen, maar nu stond ik onder een plataan op de markt, waar op dat moment ook een heel klein stukje van mijn Bestuur halt hield, zodat ik eerst weer moest praten over Cultuur en Waarom daar Nooit wat van Terecht komt bij Ons. Dit specifieke kleine stukje Bestuur dacht dat het kwam door de Corona, omdat het niet onzinnig, zelfs bepaald wel handig, lijkt daar alles op te gooien waar momenteel niks van terecht komt. Zonder Corona, gaf ik toe, zou ons dorp een vibrerend centrum van intellectueel debat kunnen zijn. Dat leek haar ook wel, al had zij op de man af gevraagd ook geen idee wat bijvoorbeeld prutonen zijn. Eenmaal thuis pakte ik de krant er nog eens bij. Het betrokken woord was afgebroken na ‘pruton-‘. Op de volgende regel stond niet zozeer ‘onderzoek’, als wel ‘derzoek’. Het ging over een prutonderzoek.

Ook interessant en wel hierom: vervolgens las ik dat een bekende schrijver binnenkort een ‘auteur-stoer’ ging doen, wat ik automatisch interpreteerde als iets nieuws, een podcast of zo, waar ik geen sjoeche van had, een auteur die iets stoers ging doen. Dat willen ze allemaal vandaag de dag. Dan gaan ze in een talkshow zitten of Obama interviewen of meedoen aan een quizz of andere stoere challenge. Zo ongeveer redeneerde ik, totdat mij wat verderop tactvol werd uitgelegd dat het hier om een scholentoer ging, een reisje langs basisscholen die een auteur kunnen uitnodigen om iets uit zijn werk te komen voorlezen.

Oh Fons, waar zou mijn innerlijke waakgans zijn?
Voorgoed uitgevlogen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.