Ik zit nu zo’n twee-en-een-half jaar op Facebook en als ik nu de balans opmaak moet ik vaststellen, dat het geen deel van mijn leven uitmaakt, niet echt. Ik denk er niet vaak aan om iets op mijn pagina te zetten. Af en toe realiseer ik mij weer, dat ik een pagina heb en dan denk ik: daar moet ik toch iets mee, en dan weet ik niks te verzinnen. Ik zet er wel eens een grap en een grol op, het internet is ervan vergeven dus dat is niet zo moelijk, maar echt nuttig is het niet. En ik maak ook wel eens reklame voor mijn favoriete stichting (wilt u alstublieft doneren aan het Studiefonds voor Filipijnse Kinderen, rekeningnummer NL84 INGB 0000 3424 70? Dankuwel!) maar hoe vaak kun je dat blijven doen?
Ik heb nu 47 “vrienden”. Voor een deel zijn dat familieleden. Die hoef ik niet te missen, die kan ik net zo vaak bereiken als ik maar wil. Dan zijn er de bekenden uit een eerdere werkkring, waar ik geen deel meer van uitmaak. Die relaties zijn verwaterd. Uit het oog uit het hart, zo werkt het bij mij tenminste. Wat die mensen publiceren, boeit mij dan ook niet meer. Er zijn ook facebookvrienden, die alleen maar berichten publiceren die mij niet echt interesseren. Die heb ik al uitgeschakeld.
Als je op Facebook zit is het makkelijk eens een kijkje te nemen op allerlei pagina’s van anderen. Ik weet zeker dat er mensen zijn die alleen om die reden een facebookpagina hebben aangeschaft. Ze zetten er niets van of over zichzelf op, zij gebruiken hun account alleen maar om de pagina’s van de rest van de wereld bekijken.
Zelf heb ik de afgelopen jaren natuurlijk ook een beeld gekregen van waar mensen hun pagina voor gebruiken. Bestuurders en politici gebruiken hun pagina om zich te profileren, door uit te venten wat ze nu weer voor goeds hebben gedaan of complimenten uit te delen aan goede burgerinitiatieven. Goed bedoeld en legaal en zo, maar op den duur ook: gatsie. Anderen, en dat zijn vooral jonge vrouwen, zetten vooral foto’s van zichzelf op hun pagina, ze lijken er geen genoeg van te kunnen krijgen. Gatsie.
Over jonge vrouwen gesproken: ik krijg af en toe een vriendschapsverzoek van een jonge vrouw, voorzien van een foto met half blote tieten. Het zijn altijd pagina’s waar niks op staat, behalve dan die foto en een uitnodiging om contact op te nemen. De bedoeling is dan dat ik daar intrap. Eén keer stond er een tekst met de volgende strekking: ik ben geinteresseerd in een oudere man en wil graag horen wat hij mij te vertellen heeft. Zelden werd mijn intelligentie zo grof beledigd. Driewerf gatsie.
En dan zijn er de mensen die hun gezins-uitstapjes op Facebook zetten. Dan maken ze tijdens het uitstapje 28 foto’s die allemaal worden gepubliceerd. Het is eigenlijk 28 keer dezelfde foto: lachen, kijk eens wat een pret we hebben, het is hier fantastisch! Volkomen onschuldig allemaal, maar ik heb het nu wel gezien.
Kortom: mijn echte vrienden ontmoet ik niet op Facebook, en op Facebook ontmoet ik niet mijn echte vrienden. Of zeg ik nu twee keer hetzelfde?
En wat lees ik nu? En wat hoor ik nu? Gegevens van vele miljoenen Facebookgebruikers zijn terecht gekomen bij een “onderzoeksbureau” (what’s in a name) dat de profielen gebruikte om de publieke opinie in verkiezingstijd te beinvloeden. Dat zijn niet alleen gegevens die je zelf hebt ingevuld, maar ook gegevens over wie je hebt gebeld, wie jou heeft gebeld, de pagina’s die je hebt bezocht, wie je hebt gefotografeerd met je mobieltje, en wie weet wat nog meer. Je wordt dus aan alle kanten bespioneerd door Facebook, zoals Arjen Lubach gisteravond terecht opmerkte. Als je die enorme hoeveelheid data met elkaar in verband weet te brengen, kun je daar grote groepen mensen gericht mee manipuleren, en dat is dus ook precies wat er gebeurt, en in steeds grotere mate.
De topman van Facebook. Mark Zuckerberg, verwoordde de missie van zijn bedrijf jaren geleden als volgt:
Als mensen meer delen, wordt de wereld opener en meer verbonden. En in een opener wereld worden veel van de grootste problemen die we samen tegenkomen makkelijker op te lossen.
Ammehoela. Facebook is zelf één van onze grootste problemen geworden. Wat Facebook doet is machtsmisbruik, op wereldwijde schaal. Ik heb maar één oplossing: weg met Facebook. Ik steun de actie van Arjen Lubach, die heeft opgeroepen collectief Facebookaccounts op te zeggen. Ik stop ook. Ik sloop Facebook uit mijn computer, mijn iPad en mijn iPhone. En nu ik toch bezig ben, sloop ik ook Twitter uit mijn apparatuur. Ik heb trouwens mijn hele leven nog nooit een tweet verzonden.
Dus, Linie, ik neem hier afscheid van je Facebookpagina, met pijn in het hart, want eerlijk waar: van de 2,1 miljard Facebookpagina’s vind ik de jouwe de interessantste en vooral de geinigste. Ik ga nu meer tijd besteden aan mijn échte vrienden en vriendinnen, en natuurlijk ook aan onze gemeenschappelijke blog-pagina, want dat doe je met je échte vrienden: bloggen!