Komkommernieuws

Gewoonlijk schrijf jij langere blogs dan ik. Bij jou rolt het er makkelijker uit, denk ik. Ik zit vaker te piekeren: waar zal ik het nu eens over hebben. En later bedenk ik mij dan dat ik de helft van wat ik had willen melden vergeten ben. Daarom nu alsnog.

Want ik had intussen weer een afbeelding van G. Riom nagetekend. Ik heb lang gedacht dat het hier ging om Gustave Riom, een minder bekende franse schilder. Dat al die tekeningen (je hebt intussen al de nodige kopieën van mijn hand gezien) van Gustave zijn is een wijdverbreid misverstand, wat volgens mij vooral wordt veroorzaakt door het internet, waar iedereen maar klakkeloos alles van iedereen overneemt zonder er verder bij stil te staan. Maar iemand in Mexico heeft de moeite genomen uit te zoeken of het echt wel Gustave is, en hij heeft voor mij overtuigend aangetoond dat het hier gaat om Georges Riom, illustrator, die leefde van 1877 tot 1969, en voorzitter is geweest van de Vereniging van Bretonse Kunstenaars. Ik heb geprobeerd deze informatie bevestigd te krijgen door de franstalige Wikipedia, maar daarin worden beide Rioms niet vermeld. In Mexico echter weten ze precies hoe het zit. Hulde aan het www want zo heb ik toch de waarheid ontdekt. Ik zag ook dat de bloemen-tekeningen van Georges Riom zijn opgenomen in een boekwerkje uit 1903, getiteld Etudes de Fleurs. Het is nog te krijgen voor €1500. Natekenen is een stuk goedkoper kan ik je vertellen.

Verder houd ik mij bezig met de samenwerking tussen de PvdA en GL bij ons in het dorp. De ledenvergaderingen van beide partijen hebben, los van elkaar maar volgens een vooraf afgesproken methodiek, gediscussieerd over samenwerking en/of fusie met de andere partij. Van beide discussies is een verslag gemaakt, en de beide besturen hebben nu naar elkaars verslag gekeken. Ik moet zeggen: het verslag van de PvdA-discussie vond ik erg leerzaam. De denkwereld van de PvdA-ers (voor zover er zoiets bestaat) is mij iets duidelijker geworden en ook waarom sommigen op zijn minst gereserveerd zijn over samen optrekken met GroenLinks. In september wordt er een wandeling georganiseerd waarin groepjes leden van beiderlei kunne met elkaar in gesprek gaan over de samenwerking. Ik heb inmiddels nogal wat PvdA-leden leren kennen, omdat we twee keer samen campagne hebben gevoerd, en als ik de stemming over en weer goed aanvoel, zijn we volgens mij over een jaar of twee, drie één lokale partij. Bij de europese verkiezingen heeft één op de vier kiezers in ons dorp op GroenLinksPvdA gestemd. Ik heb ook bij ons het gevoel dat samengaan stemmenwinst oplevert. De PVV wint wel wat, maar is zeker niet de grootste.

C., de enige echte kunstenaar bij ons in huis, is nog steeds creatief in de weer. Als ze geen schilderijen maakt, dan maakt ze wel sculpturen, en die komen dan weer in de huiskamer te staan.

Ik beloof je dat ik Catch 22 niet zal lezen, ik heb trouwens de film al gezien. Je brengt me op een idee: ik ga hem nog een keer bekijken. Het leuke van een oude fim bekijken is, dat je hem met andere ogen bekijkt dan 40-50 jaar geleden. Je hebt intussen een half leven geleefd, dus je ziet ook iets anders. Dat kan mee- of juist tegenvallen. Was de film mijn tijd ver vooruit, of is hij rijp voor de vergetelheid? We gaan het zien, letterlijk bedoel ik.

En bedankt nog voor je nieuwsberichten over het slechte huwelijk, de slechte gewoonte en de slechte stoelgang van de bouwvakkers die jullie huis nu aan het vertimmeren zijn. Of zijn ze al weg? En is het al klaar? Hoe gaat het intussen met je heup? Hopelijk alsmaar beter. En ik weet ook, al heel lang trouwens, dat je slaapproblemen hebt. Ik prijs mij gelukkig dat ik daar nooit last van heb gehad. Ik zou het ook niet van je willen overnemen. Gelukkig is er een goed boek over verschenen. Ik heb het niet gelezen, maar ik heb gezien dat het werkt.

En tot slot nog meer komkommernieuws, om de stemming nog wat te verhogen:

PHPD

Wij stellen elk jaar een vakantieperiode vast van vier weken. Voor ons pensionado’s is dat misschien wat overbodig, want we kunnen het hele jaar door een vakantie plannen als we willen. Zo zijn we in april naar Parijs geweest; daar heb ik al verslag van gedaan. Maar een officiële vakantieperiode stelt ons in staat ons vier weken lang af te melden als vrijwilliger en geen emails of apps te lezen of te beantwoorden. Je hoeft er niet eens de deur voor uit. Maar dat hebben we natuurlijk wel gedaan. En zo kwamen we in Ruurlo, jou wel bekend. We logeerden in Avenarius. Ruurlo is best aardig, en we hebben er ook alleen maar aardige mensen ontmoet. Maar het ging ons vooral voor wandelingen in de omgeving en een bezoek aan het kasteel / museum.

Het kasteel en de vaste tentoonstelling kenden we al, maar er was ook een tijdelijke tentoonstelling te zien van “40 jaar Tussen Kunst en Kitsch”, met allerlei kunststukken en voorwerpen die eerder op TV te zien zijn geweest. Heel aardig. Maar het mooiste vond ik toch de wandelingen. We hebben in de Ruurlose boswachterij rondgewandeld en ook het “Liefdespad” gevolgd. Beetje malle naam voor een wandelroute door het bos, maar vooruit.

Toen door naar Antwerpen. Daar waren we al eerder geweest, maar we hebben het centrum nu eens grondig bekeken. Weliswaar veel mooie gevels en gebouwen, ook een paar prachtige kerken, maar al met al toch een rommelig gebouwde stad. Van alles door elkaar, net als eigenlijk in heel Vlaanderen. Alleen het Begijnhof zag er vrij ordelijk uit.

Daarna door naar Eindhoven. Dat vonden wij nou een ordelijke stad, ook al hebben we maar een deel gezien. Wij gingen voor het Van Abbemuseum. Daar waren we nog nooit geweest en je moet het toch een keer gezien hebben. Wij vonden het een prachtig gebouw. Er was wel wat mooie kunst te zien, maar de meeste tentoonstellingen vielen tegen. We hadden dezelfde beleving als in het grote museum van Antwerpen, en ook het fotomuseum in Rotterdam trouwens: veel geschiedenis en thema’s en anthropologie, weinig mooie kunst. Het lijkt wel een trend in de museumwereld: mensen moeten bewust worden gemaakt, kennismaken met andere culturen, begrijpen van inclusiviteit is, herinnerd worden aan hoe het vroeger en elders was. Daarvoor wil ik niet naar het museum. Ik wil kunst zien. Als ze dat niet bieden, ga je van lieverlee maar selfies maken . . . 

Verder gaat alles hier goed. Wel af en toe last van PHPD (pijntje hier, pijntje daar) maar dat schijnt er bij te horen als je ouder wordt. Volgende week weer aan het werk: C. in het museum en in de bieb, ik in de strijd tegen de verrechtsing.

Je moet wel een hoop lef hebben om hier trots op te zijn

Ik heb het behoorlijk druk, maar nergens zin in, behalve in het schrijven van een blog. Dus wat doe je dan? Precies.

En zo zijn wij, speciaal op mijn verzoek, weer eens in Parijs geweest. Het was denk ik de zevende of achtste keer, ik heb het niet precies bijgehouden, maar om de zoveel jaren wil ik toch weer eens gaan kijken. Ik beleef het als een feest der herkenning in zo ongeveer de indrukwekkendste stad die ik ken. Eind april was het in Parijs net zo koud als in Nederland dus we hadden dikke truien en jassen bij ons. Wij betrokken een hotel dat we al een paar keer eerder hadden bewoond, precies in het midden van Parijs, op loopafstand van zo ongeveer alles wat we wilden zien.

Maar we hebben niet alles gezien wat we wilden zien. Om te beginnen het Musée d’ Orsay. Wij liepen niets vermoedend die kant op en toen we de hoek omgingen zagen wij op het plein voor het museum een zee van mensen die naar binnen wilden. Ook bij de ingangen voor de voorverkochte kaartjes stonden lange rijen mensen te wachten. De moed zonk ons in de schoenen en wij dropen af. Uren in de rij staan zou ons vakantieplezier grondig hebben bedorven. De dag daarna togen wij naar Le Centre Pompidou. Daar troffen wij dezelfde taferelen: geen doorkomen aan. In plaats daarvan hebben wij vele kilometers door Parijs gedwaald, en dat is en blijft geweldig. Voor het Panthéon geen lange rijen: dat was vanwege een staking gesloten. Ik heb wel gedacht dat in Parijs is gebeurd wat ook in Barcelona, Venetië en Amsterdam is gebeurd, nl. zo’n enorme toestroom van touristen, dat die steden, in ieder geval delen van het jaar, nagenoeg onleefbaar zijn geworden.

Eén museum hebben we wel kunnen bezoeken: het Musée Rodin. Daar heb ik toch wel mijn hart opgehaald. Ik kende maar twee beelden van Rodin, maar zoveel werk van hem bij elkaar te zien was toch wel een openbaring. Hij heeft veel portretten gemaakt, en veel mensen uitgebeeld in allerlei mogelijke, en soms ook onmogelijke houdingen. En er hing ook nog ergens een verdwaalde Van Gogh aan de muur.

De Notre Dame is nog niet af, maar de kleine toren staat alweer op het dak. Wij hadden in de krant gelezen dat hij (of is het zij?) met Kerstmis weer open gaat voor het publiek. En Kerstmis is natuurlijk een mooie gelegenheid om een afgefakkelde kerk te laten herrijzen.

Het Place de la Concorde staat volgebouwd met tribunes, waarschijnlijk met het oog op de komende Olympische Spelen. Een lelijk gezicht, maar er moet ook geld verdiend worden . . .

En o ja: we zijn ook nog een bekende Amerikaan tegengekomen, pal naast de ingang van ons hotel. Hoe konden we het zo treffen.

En nu ben ik weer campagneleider, deze keer voor de Europese verkiezingen. De lokale politieke leiders van PvdA en GroenLinks in ons dorp hebben deze keer tot een kleinschalige campagne besloten. We beperken ons tot het aanbieden van folders aan winkelend publiek op de zaterdagen. De reacties van de voorbijgangers zijn grotendeels normaal en vriendelijk, ook als ze “needankuwel” zeggen. Maar een enkele keer sta je toch raar te kijken van wat je hoort. We hebben iemand en passant horen zeggen dat Frans Timmermans de aanstichter is van de oorlog in Oekraïne. En ook deze.

“Gaat u 6 juni stemmen?”
“Nee want ik woon in Wassenaar”
“Gaat u in Wassenaar stemmen?”
“Nee, niet op jullie”
“Dat geeft niet, als u maar gaat stemmen”
“Ik stem op Wilders”
“Die doet niet mee, er staat een ander op de kieslijst van de PVV voor Europa”
“En toch ga ik op hem stemmen”
“Dan wens ik u veel succes”

Zoals je zegt: we zitten nu met Wilders, en je wilt graag dat ik hier iets zinnigs over zeg. Ik kan je zeggen dat ik geirriteerd, verbouwereerd en gechoqueerd ben sinds de verkiezingen van vorig jaar  en dat is met het verschijnen van het coalitieakkoord alleen nog maar erger geworden. Ik heb het niet zien aankomen. En misschien had ik het kunnen zien. Ik herinner mij dat ik op mijn 61e met pensioen ben gegaan omdat ik het niet meer leuk vond om bij het rijk te werken. Mijn trots om de publieke zaak te mogen dienen was geleidelijkaan verdampt. Vooral het in 2010 gestarte kabinet (CDA en VVD met gedoogsteun van de PVV) heeft de sfeer in de rijksdienst verhard, verkild, zeg maar: verwilderd. In 2012 trok Wilders zijn gedoogsteun in, het kabinet viel, en sindsdien heb ik steeds gedacht dat de PVV niets anders is dan een extreem-rechtse kamerfractie met een schreeuwerige en bij tijd en wijlen onbeschofte fractieleider. Als je nog niet eens een kabinet kunt gedogen, ben je gedoemd permanent in de oppositie te blijven en kom je aan regeren niet toe, dacht ik. Lawaaiig maar tandeloos. 

Verkeerd gedacht. We zijn twaalf jaar verder en de PVV dreigt nu mee te regeren. Eigenlijk ben ik vooral beschaamd. Het niveau van de landspolitiek is de afgelopen decennia alsmaar gedaald. En nu heeft 1 op de 4 kiezers op de PVV gestemd. Onze democratie stoelt op het axioma: de kiezer heeft altijd gelijk. Een stelling die ik nooit heb onderschreven. Want als een volksmenner de kiezers langdurig bestookt met oneliners, ophitserij en onwaarheden, sluipt er een gif in de publieke opinie, dat het functioneren van de democratie ondermijnt. Er groeit een groep volgelingen die met recht ontevreden zijn en evenveel stemrecht hebben als ieder ander, maar met hun stemgedrag het openbaar bestuur devalueren. We hadden veel energieker dat tij moeten keren, in plaats van die verzieking te tolereren omdat we nu eenmaal een democratie zijn. We zijn het nu minder dan voorheen, en ik vrees dat dat alleen maar erger wordt.

Er hangt een sfeer dat er eindelijk met “links” is afgerekend. Mensen associëren alles waar ze een hekel aan hebben met links, ook al is het jaren lang rechts wanbeleid geweest. Ik ben bang dat al die (extreem)rechtse kiezers straks bedrogen uitkomen, omdat de verbeteringen waar zij op hopen er niet komen. Wat daar het effect van zal zijn, durf ik niet te voorspellen. Wellicht dat we kiezers terug kunnen winnen met een sterk aansprekend verhaal. Maar het kan ook zijn dat de verrechtsing dan nog extremer toeslaat dan nu.

Ik moet je zeggen: nu is het mijn beurt om met de rug naar het landsbestuur te zitten. Ik wil niet meer weten wat daar gebeurt. Ik volg de debatten in de Kamer niet, ik mijd de talkshows, en ik merk dat dat goed is voor mijn gemoedsrust. Wie er ook premier wordt: not my president.

Is dit zinnig genoeg? Of te deprimerend? Of beide?

Wat je moet doen om van je geld af te komen

Weet je wat het is Linie? Er komt iedere keer wat tussen, als ik een blog wil schrijven. Eerst was er de nieuwjaarsreceptie in het museum. Beelden aan Zee bedoel ik, van 5 tot 7 uur. Ik mocht met C. mee. Daar heb ik geen spijt van gehad. Het was om te beginnen leuk om C.’s collega’s te ontmoeten, maar vooral was ik onder de indruk van de vrijgevigheid van het museumbestuur. Er was eten en drank in overvloed. Ik heb me stevig tegoed gedaan aan de lekkere hapjes en wijntjes, zodat een warme maaltijd die dag niet meer nodig was. En je mocht vrij rondlopen in het museum, maar vanwege de tentoonstelling had dat weer niet gehoeven. Soms denk ik: waarom staat dit eigenlijk in een museum . . .

En toen moest ik een nieuwe computer kopen. Dat doe ik elke pakweg 10 jaar. Bedenken welke je wilt hebben gaat nog wel, maar dat ding in de winkel betalen is een crime. Met mijn pasje lukte dat niet. Ik ontdekte dat je eerst online moet instellen, dat je een groot bedrag van je rekening mag afhalen, anders lukt het niet. Maar toen ik dat gedaan had lukt het nog niet! In de winkel kreeg ik het advies om de alarmlijn van de bank te bellen. Toen ik iemand aan de lijn had vroeg die mij het hemd van mijn lijf om te controleren of ik het wel was. En toen ze daarvan overtuigd was zei ze dat ik mijn computer mocht kopen. Ik ben in totaal drie keer naar de winkel geweest voordat ik hem eindelijk in mijn handen had. In de winkel wist men mij te vertellen dat mijn bank altijd moeilijk deed over het betalen van een computer. Dat was voor de veiligheid. Eén van het winkelpersoneel beweerde zelfs, dat mijn bank grote betalingen gewoon blokkeerde, totdat jij ging bellen, geirriteerd, verbouwereerd en gechoqueerd, om zeker te weten dat jij het was die zijn eigen geld wilde uitgeven, en niet iemand anders. Het heeft het plezier van de aankoop wel wat bedorven kan ik je zeggen. Maar goed, ik heb hem, hij doet het, en ik schrijf er nu mijn eerste duoblog op.

En toen moest ik een hart-onder-de-riem-brief schrijven aan de GL-leden in ons dorp. Wij hebben nl. zorgen over een gemeentebestuur dat nog geen deuk in een pakje boter kan besturen, en we hebben natuurlijk ook zorgen over de algehele verrechtsing in het land. In vroeger tijden was ik trots dat ik voor de overheid mocht werken, nu schaam ik me dood voor het landbestuur. Kiezers lopen massaal achter een Limburger aan zonder partij, zonder bestuurlijke ervaring en zonder gevoel voor democratie. En intussen is het land op allerlei fronten verzand en vastgelopen. Eigenlijk wil ik er niet meer bijhoren. Jij trok een maand geleden een parallel tussen de PVV en de NSB. Dat wordt bijna niet hardop gezegd, maar zelf heb ik ook het gevoel, dat we de tijd van een kleine eeuw geleden opnieuw beleven. In tegenstelling tot toen zit ik er nu zelf middenin, wat overigens niet wil zeggen dat ik precies snap wat er gebeurt en hoe dat komt. Dus wij schrijven onze leden dat wij ons zorgen maken en er alles aan zullen doen om het tij te keren, althans in ons dorp. Wij zijn in ons dorp trouwens groter dan de PVV, maar dat had ik geloof ik al een keer gezegd. Ik blijf het graag herhalen om mijzelf moed in te spreken . . . .

En toen moest ik de bestuursvergadering van het Studiefonds voor Filippijnse Kinderen voorbereiden. Ik run die stichting grotendeels in mijn eentje, dus ik heb er veel werk aan. Ik heb van de Filippijnse Ambassade een lijst ontvangen van Filippijnse bedrijven en organisaties in Nederland. Op die lijst staan er ruim 70, maar er zijn er vast meer. Er wonen zo’n 16.000 Filipinos in Nederland. Wij gaan de bedrijven op die lijst aanschrijven met het verzoek geld te doneren. Ik gok erop, dat ze wel bereid zullen zijn te investeren in onderwijs voor kinderen in hun moederland. Maar ik heb geen flauw idee of ik dat goed zie. Ik ga het gewoon proberen en zie wel wat het resultaat is.

Ondertussen heb ik van jou wel begrepen dat een heupoperatie geen sinecure is. Ik hoop dat je snel weer in staat bent om een dansje te maken.

Heel niet goed

Ik ben dagen van slag geweest, sinds woensdagavond 22 november. Dit had ik niet zien aankomen. Dat de meeste mensen dit niet hadden zien aankomen is maar een schrale troost. Wij stonden met politieke vrienden in Café de Lindeboom naar de uitslagenuitzending van de NOS te kijken en toen kwam de eerste voorlopige uitslag op het scherm: 35 zetels voor de PVV. Met afstand de grootste partij. GroenLinksPvdA had het best goed gedaan, met 25 zetels, maar iedereen besefte: dat doet er niet meer toe. Ik ken de PVV, die voor 95% uit Wilders bestaat, als een opruier, stemmingkweker, haatzaaier, racist. De partij van de boze witte mannen. Gaat die nou meeregeren? Ik heb de laatste tijd een paar keer terug moeten denken aan de Tegenpartij van Jacobse en van Es. Die hebben het zien aankomen. “Samen voor ons eige, laat de rest het rambam krijge”. Altijd kankeren op alles. Van Kooten en De Bie waren hun tijd ver vooruit, nog verder dan ik al dacht, naar nu blijkt.

Ondertussen hebben PvdA en GroenLinks in ons dorp succesvol campagne gevoerd. Het was ons eerste samenwerkingsproject met de PvdA, en mij werd gevraagd de rol van campagneleider op mij te nemen. Er moest veel vergaderd worden, maar dat leidde wel tot goede ideeën over de opzet van de campagne. Vrijwilligers van beide partijen zijn gezamenlijk de straat op gegaan om de blijde boodschap te verspreiden, wat niet alleen leuk was om te doen, maar wat ook een heel aantal nieuwe politieke vrienden opleverde. Ik kijk er met plezier op terug. In ons dorp is de VVD nog steeds de grootste (wat al vele jaren het geval is) en is GroenLinksPvdA de tweede partij. De PVV is nu de derde en waren ook in ons dorp nog niet eerder zo groot.

En ook eerder had ik al erg mijn best gedaan. In oktober was ik present bij het eerste gemeenschappelijke GroenLinksPvdA-congres. En ik heb 12 november met de klimaatmars meegelopen. Ik had hartstikke moeie voeten toen ik thuis kwam, niet zozeer van het lopen, maar van het langdurig staan en schuifelen. Maar het was erg gezellig.

Ik heb het gevoel dat het allemaal niet heeft mogen baten. Kiezers zijn massaal naar een rechts-radicale partij overgelopen. Zijn ze dan niet op school geweest? Hebben ze geen geschiedenisles gehad? Er staan nu veel analyses in de pers die moeten verklaren hoe het zo gekomen is. De grafiek die mij het meeste aansprak is die over de zetelverdeling tussen links en rechts in de afgelopen jaren. Mensen gaan alsmaar rechtser stemmen. Het aantal linkse zetels blijft maar dalen. Hoe lang gaat dit zo door? GroenLinksPvdA heeft het goed gedaan, maar dat ging ten koste van andere linkse partijen, die zetels hebben verloren. En zwevende kiezers, dacht ik, zijn kiezers die niet weten waarop ze moeten stemmen. Er is ook fanatiek geprobeerd, zeker ook door GroenLinksPvdA, om die kiezers onze kant op te lokken. Nu weet ik wel beter. Zwevende kiezers zijn rechtse mensen die nog niet weten op welke rechtse partij ze gaan stemmen. Ze zijn verenigd in hun afkeer van linkse partijen. Bij linkse partijen wordt weinig gezweefd.

Sinds gisteren gaat het weer goed. Ik ben over mijn depressie heen, ik kan weer rustig nadenken en mijn werk doen. Nu ik geen campagneleider meer ben vindt de voorzitter van onze club het een goed idee dat ik meedoe met het houden van functioneringsgesprekken met onze fractieleden. Ze krijgen dan feedback en kunnen aangeven hoe het gaat in hun werk en wat ze graag anders zouden zien. Goede praktijk in onze partij, vind ik.

Even wat anders. Toen ik aan deze blog begon, heb ik eerst jouw laatste blog gelezen. Die is van 1 oktober en ik had hem nog niet eerder gezien! Ik krijg al een tijd geen bericht meer als jij een nieuwe blog hebt gepubliceerd, en dit is nu het gevolg. Ik heb er wel iets aan gedaan, maar dat heeft blijkbaar niet geholpen. Ik moet toegeven: aan mij heb je ook niks. Als ik niet op jouw blog reageer, is voor jou de lol er gauw af, lijkt mij zo. Ik ga het nu grondiger aanpakken, want het moet worden opgelost. Ik wil de belevenissen van jou en A. graag blijven volgen. Ik weet dat je aan slapeloosheid lijdt, maar ik wist niet dat je dat geërfd hebt. Zo zie je maar, je krijgt bij je geboorte onbruikbare eigenschappen mee waar je niet om gevraagd hebt en waar je maar mee hebt te leven. Maar je bent erg goed in taal en schrijven. Dat is veel waard. Niet iedereen heeft dat . . .