Niet stuk te krijgen

Je weet vast nog wel dat ik mij afvroeg of ik een vaste bezoeker van het medische circuit aan het worden was, en dat ik mij daar zorgen over maakte. Die zorgen zijn weer verdwenen!

15 juni heb ik een gehoortest in het ziekenhuis ondergaan en wat blijkt? Niks aan de hand. Weliswaar hoor ik minder goed dan jaren geleden, maar er was geen reden om mij een gehoorapparaat aan te praten. Ook is mijn linkeroor niet slechter dan mijn rechteroor, zoals de BeterHoren-winkel had geconcludeerd. “Die test in de winkel klopt niet, ze hebben verkeerd gemeten”, was het oordeel van het ziekenhuis. En nu hoor ik dus weer veel beter! Kun je je dat voorstellen?

Met de “hartkwaal” ging het net zo. Ik had in april een hartecho ondergaan, omdat de huisarts zich zorgen maakte. Dat was in hetzelfde ziekenhuis. Daarna hoorde ik er twee maanden niets meer over. Dus toen ik weer in het ziekenhuis was voor de gehoortest, ging ik gelijk maar bij de hartklachtenafdeling informeren of daar nog iemand iets van mijn echo had gevonden. Een behulpzame juffrouw aan de balie regelde voor mij een kopietje van het oordeel van de specialist. Ik heb dat document thuis driemaal aandachtig doorgelezen en er in het geheel niets van begrepen. De taal die die mensen uitslaan, en de afko’s die ze gebruiken, voor een normaal mens was het allemaal niet te volgen. Ik leverde het meteen in bij de huisartsenpraktijk, waar mij werd verteld dat de huisarts met vakantie was. Toen hij mij uiteindelijk belde was ik nog in de weer met mijn uitstapje naar Zutphen. Zijn boodschap was, dat er niets aan de hand was. Ik wist dat al, en nu weet hij het ook.

Ik wil me best laten adviseren door medici als er wat met me aan de hand is, maar ik heb niet de behoefte om een vaste klant van de zorgsector te worden. Die tijd komt vanzelf wel.

Ondertussen hebben we mogen meemaken, dat Rutte zich niet meer verkiesbaar stelt en de politiek gaat verlaten. Onze GroenLinks-app stroomde vol met juichkreten en hoopvolle verwachtingen over wat er nu allemaal mogelijk zou worden. Zelf heb ik dit kabinet altijd al demissionair gevonden, ook nadat het beëdigd was. Er zijn maar weinig zaken tot stand gekomen, en zo’n beetje alles stagneert in Nederland, niet in de laatste plaats door het gesteggel in de landspolitiek. En nu is het kabinet weer echt demissionair en dat duurt voorlopig nog wel even voort. Het zwaartepunt van de politieke besluitvorming ligt nu bij de Kamer, maar ik moet nog zien of dat veel verschil gaat maken. Rutte heeft het slim aangepakt door de vlucht naar voren te kiezen. De grond werd hem te heet onder de voeten, hij ontliep een motie van wantrouwen en kan voorlopig doorgaan met waar hij al jaren mee bezig is: geen premier zijn voor alle Nederlanders, maar een CDA-VVD-premier die staat voor het bedrijfsleven. Na de volgende kabinetsformatie kan hij gaan doen wat hij maar wil. Ik ben blij dat hij gaat, alleen jammer dat dat nog zo lang duurt.

En Linie, het zit er nu nog dikker in dat onze twee partijen op een fusie afstevenen. In mijn omgeving heb ik een GL-collega, die zijn vertrek bij ons alvast heeft aangekondigd. De PvdA ziet hij niet als een linkse partij, en de fusie bevalt hem niet. Ik denk dat hij naar de Partij van de Dieren overstapt. Ga jij ook heroverwegen waar je je bij gaat aansluiten? Of blijf je gezellig bij ons? Dat PvdA en GL samen optrekken onder aanvoering van een PvdA-lijsttrekker, maakt dat voor jou nog wat uit? Voor mij in ieder geval niet.

Ik heb me nog niet aan Habermas kunnen zetten. En ik verwacht een drukke tijd tegemoet te gaan. Na de vakantie verwacht ik druk te zijn met de verkiezingen. Ook wel weer leuk eigenlijk. We moeten Frans toch een handje helpen vind ik.

Tussen de bedrijven door heb ik toch nog kans gezien een nieuwe Riom te vinden en na te tekenen. Deze kun je toevoegen aan je verzameling.

Vakantieblog

Wegens groot succes van de vakantieblog van vorig jaar heeft de redactie besloten ook dit jaar weer een vakantieblog uit te brengen. Om deze blog beter te begrijpen geef ik eerst een toelichting.

Wij brengen onze vakanties de laatste jaren in Nederland door. We logeren vier of vijf dagen in een dorp in de natuur, om daar te wandelen en te fietsen. Daarnaast maken we dagtochtjes naar bezienswaardige plekken. Plaatsen die niet over een goed hotel en een paar goede restaurants beschikken worden niet bezocht. (Wat denken ze wel!). Vliegen willen we niet meer, niet alleen vanwege vliegschaamte, maar ook omdat we op TV beelden zien van lange rijen vakantiegangers op Schiphol en zoekgeraakte koffers. Wij zoeken de stilte op en dat is lekker bijkomen. Wij zien op onze vakanties opvallend veel levensfasegenoten. En we gaan vóór de vakantiepiek, lekker rustig. Onze vakantie is nu voorbij, tijd dus voor een vakantieblog.

We begonnen met een bezoek aan het Depot Boijmans van Beuningen in Rotterdam. Rotterdammers noemen het De Pot, en zo ziet het gebouw er ook uit. Als jullie er nog niet geweest zijn (maar dat veronderstel ik niet) moet je beslist eens gaan kijken. Het gebouw is zowel van buiten als van binnen bezienswaardig.

Depot Rotterdam
De Pot in Rotterdam

Het is een prettig gebouw om rond te lopen, helemaal niet wat je van een depot verwacht. Veel muren en vloeren zijn doorzichtig, wat een heel ruimtelijk effect geeft. En omdat het geen museum is, is het ook niet als een tentoonstelling ingericht. Alles staat of hangt gewoon door elkaar, en dat maakt het alleen maar bezienswaardiger. Het Depot heeft de Marketing Award Rotterdam 2021 toegekend gekregen. In een recente uitzending van Het Uur van de Wolf was een anderhalf uur durende docu te zien over de bouw van het depot en de geschiedenis van Boijmans. Zeer de moeite waard! Maar jullie hebben dat allemaal al gezien veronderstel ik.

In het Depot

En toen namen wij een achteraf omstreden besluit: wij gingen Almere bezoeken. Daarvoor was maar één reden: we waren er nog nooit geweest. Annemarie Jorritsma was er jaren lang burgemeester geweest, misschien had ze er iets moois van gemaakt. Niet dus. Een sfeerloze stad. Twintigste-eeuwse gebouwen en huizen, verder niks. Wij willen daar niet nog een keer levend gevonden worden.

Sfeerbeeld van Almere

Om Almere zo effectief mogelijk te vergeten, zijn we de dag daarna meteen naar Delft gegaan. Delft kennen we natuurlijk al lang, maar deze keer gingen we met de fiets. En dan blijkt maar weer, dat je wel een mooi doel kunt hebben, maar dat je niet moet vergeten ook van de reis te genieten. De hele route naar Delft loopt langs de Vliet, zodat er ook veel te zien is. Delft is één van de mooiste steden die we kennen. Je loopt er als het ware door de schilderijen van Johan Vermeer en Pieter de Hooch. In de Oude Kerk troffen wij een tentoonstelling aan van Henk Helmantel. C. kent zijn werk en legde mij uit, dat hij een hedendaagse fijnschilder is. Erg mooi, maar al wel vaker vertoond.

Schilderij van Henk Helmantel

En zo kwamen wij vanzelf in Epe terecht. Epe zegt u? Of all places? Ja, want zoals ik al zei: wij zoeken de natuur en de gerenommeerde horeca, en die vonden wij deze keer in Epe. (D.w.z. C. zoekt en vindt Epe, ik ga dan mee). We zijn er vijf dagen geweest en we hebben er vooral gewandeld in de omgeving. Op de hei kwamen wij een vriendelijke schaapherder tegen, met een paar honden en een kudde. Hij was wel in voor een praatje over koetjes en schaapjes. Hij gaf mij de indruk gaf dat hij de rol van toeristische attractie met plezier vervulde.

De heide bij Epe
Nabij Epe

Na een paar dagen thuis bijkomen van Epe kregen we weer zin in sightseeing en zo belandden wij in Hoorn. Dat is nou wat je noemt een schilderachtig plaatsje.

Op de foto hierboven zie je links het standbeeld van Jan Pietersz. Coen. Ik herinner mij dat een paar jaar geleden iemand een flinke heisa maakte over de J.P. Coenschool, en dat die naam veranderd moest worden. J.P. Coen was immers een schurk en moordenaar en we moesten niet meer aan hem herinnerd worden. In Hoorn, zijn geboortestad, heeft de gemeente zijn standbeeld laten staan, maar voorzien van een bordje met toelichting, waarin wordt uitgelegd, dat J.P. Coen door sommigen als een schurk en een moordenaar wordt gezien.

Hoorn
Elk schilderachtig dorp heeft tenminste één ophaalbrug . . .
Hoorn
. . . en uiteraard ook een haventje

We hebben de vakantie afgerond met een bezoek van een paar dagen aan Zutphen. Wij hebben een zwak voor Zutphen, dus we komen er vaak. Het is leuk om rond te lopen in een oude bekende.

ZUTPHEN

Wij zagen in de Walburgiskerk een tentoonstelling van de World Press Photo. Wij gaan bijna elk jaar wel even kijken, maar je wordt er eigenlijk nooit vrolijk van. Ook voor persfoto’s geldt: goed nieuws is geen nieuws.

Als we in Zutphen zijn, brengen we ook altijd een bezoek aan museum MORE. Dat is dertig minuten fietsen. Het is één van de betere musea. We zouden eigenlijk minstens één keer per jaar moeten gaan kijken, denk ik achteraf. Deze keer was er, behalve bekend werk uit de eigen voorraad, werk te bewonderen van Jan Worst.

Co Westerik: De Zieke Knaap (1950)
Fer Hakkaart: Meisje en jongen in het gras (1965)

Het museum had drie grote zalen volgehangen met 46 schilderijen van Jan Worst. In de eerste zaal was ik vol bewondering, in de tweede zaal zag ik veel overeenkomsten met het werk in de eerste zaal, en in de derde zaal zag ik nog meer van hetzelfde. Toen had ik het wel gezien, letterlijk. Op alle schilderijen zie je statige interieurs met wandtapijten, antieke meubels en kroonluchters. Mooi gedaan, maar niet echt veelzijdig. Een paar voorbeelden:

Jan Worst: The Pocket (2007)
Jan Worst: De Egoïst (2006)
Jan Worst: Two boys standing (2004)
Jan Worst: The Pitying Torturer (2002)

En nu zijn we dus weer aan het (vrijwilligers)werk. Maar omdat alle anderen met vakantie zijn, is dat ook wel weer lekker rustig . . .

Beter rijk en gezond dan arm en ziek

De laatste tijd hoor ik slechter. Ik besloot naar een beter-horen-winkel te gaan om mij te laten adviseren over een gehoorapparaat. Op de afgesproken dag werd ik in de winkel hartelijk welkom geheten, en in een geluiddicht hokje gestopt. Daar moest ik laten weten of ik piepjes hoorde, of niet. Toen de test klaar was liet de piepjes-dame mijn testresultaat uit de printer rollen. Op de print was te zien dat mijn ene oor het nog gewoon deed, maar mijn andere oor deed het nog maar half. Daar moet eerst maar eens een dokter naar kijken, oordeelde de dame. Ik was nog niet toe aan een gehoorapparaat.

Dat was in januari. In maart ging ik naar de huisarts. Die keek in mijn oren en zag niets bijzonders. Daar schoot ik natuurlijk niets mee op. Ze verwees me door naar een KNO-arts. Ook meldde ik haar dat ik al twee maanden liep te hoesten en dat dat maar niet over ging. Ze adviseerde me het nog een tijdje aan te zien en over een maand nog eens terug te komen. Onderwijl had ze een soort wasknijper met een metertje aan mijn wijsvinger bevestigd, en daaruit maakte ze op dat er iets misschien niet goed was. Ze vroeg mij om ter plekke een hartfilmpje te laten maken. Daar had ik helemaal geen zin in. Ik heb een tijdje tegengestribbeld, maar uiteindelijk toch maar meegewerkt.

Er was de afgelopen jaren al een paar keer eerder naar mijn hartslag gekeken, en uiteindelijk bleek altijd weer dat het toch wel in orde was. Dat krijg je als je steeds weer nieuwe dokters spreekt: ze ontdekken iets afwijkends wat jij al lang weet, en willen er dan het fijne van weten. Op het hartfilmpje was iets te zien, zoals gewoonlijk, de dokter ging om raad vragen bij de hoofddokter (wij hebben 4 of 5 dokters in onze huisartsenpraktijk, precies weet ik het niet) en samen besloten ze mij door te sturen naar een polikliniek voor een echo, want je weet maar nooit.

Ik ging met de pest in mijn lijf weer naar huis. Waar ik om gevraagd had: een advies over mijn gehoor en een middel tegen het hoesten, dat kreeg ik niet, en ik werd naar een poli gestuurd, waar ik niet om gevraagd had. Het was vast allemaal goed bedoeld, maar wat had ik daar aan? Als je mijn leeftijd hebt bereikt, word je tot een risicogroep gerekend en krijg je extra aandacht waar je niet op zit te wachten. Ik althans niet.

Later in maart zat ik bij een KNO-arts. Die hanteerde een stemvork en vroeg of ik wat hoorde. Ik zei ja. Toen hield ze de stemvork tegen mijn voorhoofd en vroeg opnieuw of ik wat hoorde. Ik zei nee. “Dan moeten we een gehoortest doen”, was haar conclusie. En ik dacht nou juist dat ik daarvoor bij die KNO-arts zat. De test staat nu gepland voor juni.

Het hoesten bleef maar doorgaan, dus in april ging ik maar weer naar de huisarts. Deze keer trof ik een andere, een jonge man in opleiding. Hij hanteerde de stetiscoop, zei dat mijn longen in orde waren, adviseerde fluimucil in te nemen en stuurde mij door naar een kliniek waar ze een longfoto van me konden maken, want wellicht zag hij toch nog iets over het hoofd, je weet maar nooit.

De week daarop ging ik eerst naar de longfotokliniek en daarna naar de hartechokliniek. De longfoto was snel klaar en daar was niets op te zien, behalve dan een paar longen. Over de hartecho is nog geen uitslag bekend. De fluimucil intussen werkt uitstekend: ik ben mijn hoest kwijt. En mijn nierstenen ook, maar dat weet je intussen. Sinds ik weer thuis ben uit het ziekenhuis ben ik aangenaam verrast door de snelheid waarmee ik weer ben opgeknapt. Eerdere steenverwijderingen, jaren geleden, hadden veel meer impact en brachten een langere herstelperiode met zich mee. Ik was dan thuis nog met twee katheters aan het hannesen die uit mijn lijf kwamen. Deze keer was ik snel weer op de been. De ingreep ging sneller dan verwacht, vertelde de uroloog mij achteraf, dus ook de narcose duurde korter dan verwacht. ’s-Middags na de operatie had ik alweer het gevoel dat ik helemaal de oude was. Dat kwam natuurlijk ook omdat ik tot de nok toe vol zat met paracetamol. De dag na de operatie kon ik ’s-avonds weer naar huis, nadat het verplegend personeel al mijn functies in orde had bevonden. En zonder katheters die aan mijn lijf bungelen. De stenen kreeg ik mee, als bewijs of zo.

Blijft dit nu zo? Ben ik een vaste bezoeker geworden van het medische circuit? Wat kan ik nog meer gaan mankeren? Slechter zien, staar, nieuwe heup nodig, dementie, haaruitval? Mijn moeder zei wel eens: laten we hopen wat we willen, en dragen wat we krijgen. Wijze woorden denk ik, misschien lukt mij dat.

Veel aan mijn hoofd, weinig om het lijf

Van de week zag ik twee keer bloemen op de ruit van het dakraam. Ik had niet gedacht dat ooit nog te zullen meemaken. Het is iets van vroeger, toen we nog echte winters hadden. Maar het blijkt nog te kunnen.

Ik zag dat mijn laatste blog dateert van drie maanden geleden. Ik heb het blogschrijven een beetje verwaarloosd geloof ik. Ik zou wat vaker moeten bloggen, maar ik durf het niet te beloven. Ik vermoed dat ik het druk heb maar ik weet het niet zeker. Het rare is dat ik continu het gevoel heb dat ik het druk heb, en dat ik moet opschieten om allerlei deadlines te halen, en als ik dan terugkijk wat ik allemaal gedaan heb, is het moeilijk indrukwekkend te noemen. Komt misschien ook omdat ik optrek met lokale politici. Ze volgen alles, lezen alle lokale kranten, weten overal van, vinden er ook wat van, whatsappen erover, schrijven erover, vergaderen erover, en dat allemaal in een dodelijk vermoeiend tempo. Mijn bijdragen aan het algemeen belang vallen daarbij in het niet.

Wel leuk dat jouw vriendin mijn columns leest en onze website bezoekt. Ik ben natuurlijk dol op fans van GL, ik kan er niet genoeg van krijgen. Dat brengt mij er op, dat GL-collega’s mij wel eens vertellen dat zij een kieswijzer invullen en dan bij een andere partij dan GL uitkomen. Het lijkt wel of de kieswijzer de keuze die ze al gemaakt hebben moet bevestigen, en dat ding doet dat dan niet. Dan leg ik uit, dat de kieswijzer er is voor mensen die niet kunnen kiezen, en niet voor mensen die al een keus hebben. Dat krijg je er dan van. Toch?

Ik coördineer de GL-campagne in ons dorp voor de verkiezingen van 15 maart. De voorzitter had tegen mij gezegd: het is niet veel werk, je moet alleen maar coördineren, je moet vooral anderen aan het werk zetten. Ik vond het rooskleurig klinken, en dat bleek het ook te zijn. Heb jij wel eens vrijwilligers gecoördineerd? Dat moet je leren heb ik gemerkt. Vrijwilligers weten zelf wel wat ze moeten doen. Sommigen beginnen alvast zonder af te wachten wat jij had bedacht, anderen wachten af waar jij mee komt en zijn intussen moeilijk bereikbaar. Maar op de een of andere manier werkt het ook wel weer. En wat vooral helpt is dat onze GL-afdeling een leuke groep mensen is, een vriendenclub, waar in we elkaar altijd weten te vinden en we allemaal dezelfde kant op werken. Niet efficiënt, wel erg gezellig.

Af en toe komt de discussie op het samengaan met de PvdA. Volgens mij is het vooral de top van GL die dat een goed idee vindt. Als je hen erover hoort, kunnen ze geen woorden genoeg vinden om hun enthousiasme over een fusie te uiten. Veel leden aan de basis vinden het wel een goed idee, maar discussiëren er zakelijker over en hebben ook allerlei vragen. En sommigen zien het eigenlijk niet zitten. De top luistert daar wel naar, maar je krijgt toch ook het gevoel dat het al een gelopen race is. Over een aantal jaren zijn we gefuseerd, zo omstreden is het allemaal niet meer.

Als ik jarig ben wil C. mij altijd graag verblijden met een leuk cadeau, dus vraagt zij mij wat ik wil hebben. Dit jaar echter was ik haar voor, omdat ik net een advertentie had gezien van een online lezingencyclus over moderne kunst. Dat leek mij wel wat, dus dat heb ik voor mijn verjaardag aangeschaft. Ik ben niet speciaal dol op moderne kunst, maar ik weet er ook niks van, dus dit was een goede gelegenheid om mijn onwetendheid wat te kunnen maskeren op feestjes en partijen. Acht lezingen van museumdirecteuren, steeds op dinsdagavond. Ik heb er nu vijf gehad, de kwaliteit is wat wisselend, maar ik ga sommige werken toch wat anders bekijken, en dat leer ik er dan van.

En weet je wat ik gekocht heb? De nederlandse vertaling van Strukturwandel der Öffentlichkeit. Het is één van de boeken waar ik indertijd het meest van heb opgestoken, en ik heb goede herinneringen aan de werkcolleges van Hoefnagels over dat boek. Ik wil graag weten wat ik nu, na een halve eeuw, en doende met lokale politiek, participatie en inspraak, van dat boek vind: is het nog actueel, of achterhaald, en begrijp ik het überhaupt nog? Habermas heeft recent trouwens een aanvulling op zijn boek geschreven, omdat de öffentlichkeit door de sociale media enorm veranderd is, en zijn visie daarop heeft hij ook willen boekstaven. Binnenkort verschijnt het in Nederland.

Ik laat het hier even bij Linie, in mijn volgende blog zal het vooral gaan over mijn nieren, mijn oren, mijn zelftests, en wellicht mijn ogen.

Stenen des aanstoots

Veel dank voor je twee laatste blogs. Ik heb ze met veel plezier gelezen. Mis jij de Jehova’s? Betekent dat, dat jij de deur voor ze open doet en een gesprek begint? En waar hebben jullie het dan over? Jezus? De eeuwegeit?

Laat ik beginnen met je belangrijkste vraag te beantwoorden: ja ook wij hebben een dorpspomp. Hij staat in het meest schilderachtige straatje van ons dorp. Hij wordt niet meer als pomp gebruikt maar alleen nog voor de krantenrubriek “Ontmoeting bij de dorpspomp”. Min of meer bekende dorpelingen worden, poserend bij de pomp, uitgehoord over hun hobbies, favoriete gerechten en andere wezenlijke zaken en dat wordt dan in de krant gezet.

Dorpspomp

Sinds jongstleden zaterdag ben ik officieel bestuurslid van de afdeling van GroenLinks in ons dorp. Er zit ook werk aan vast, want nu coördineer ik meteen de verkiezingen voor de provinciale staten, althans wat ons dorp daaraan moet bijdragen. Want het zijn de lokale afdelingen, die de provinciale verkiezingen (15 maart, noteer dat alvast) moeten uitventen. Ik heb net folders en posters besteld, en binnenkort gaan we met een campagnecommissie bedenken hoe we vrijwilligers gaan organiseren die de folders gaan rondbrengen.

Ik neem aan dat jij het WK volgt? Zie jij alle wedstrijden? Is A. nu voetbalweduwe? Of valt dat allemaal wel mee? Ik heb alleen een enkele samenvatting gezien. Louis van Gaal gelooft dat Nederland wereldkampioen kan worden. Ik geloof steevast dat ze het ook niet kunnen worden. Ik hoor het wel tegen die tijd.

Ik weet niet of ik het al verteld had, maar C. is een middag per week vrijwilliger in het Scheveningse museum Beelden aan Zee. Af en toe ga ik even kijken, vooral om C. aan het werk te zien, en ook omdat ik dan een mooie fietstocht door de duinen kan maken, en dat is dan weer goed voor mijn algemeen welzijn. Ik ga niet voor de beelden. Ik ken eigenlijk niet veel mooie beeldenkunst. Meestal vind ik het tentoongestelde maar niks of mwah. Vaak is de reis aangenamer dan het doel.

Sculptuur van Elmar Trenkwalder (Oostenrijk)

Nee, dan Balenciaga. Die zagen wij van de week in het Kunstmuseum. Hij maakte kleding voor vrouwen, alleen zwart. Dan werd je niet afgeleid door de kleuren, en kwamen vorm en model beter tot hun recht, vond hij. Er was veel van Balenciaga te zien in het museum, maar ze hadden de verlichting erg schaars gehouden. Allemaal zwarte kleding in schaarsverlichte zalen dus. Het was vast allemaal erg mooi, maar ik denk dat ik veel gemist heb.

Het is denkbaar dat er een medische ingreep in het verschiet ligt. De uroloog heeft in één van mijn nieren veel nierstenen waargenomen, en omdat van mij bekend is dat die niet vanzelf worden afgevoerd, moeten ze er via een operatie uit worden gehaald. Hij heeft mij  doorverwezen naar een andere uroloog, die weet hoe je dat moet doen. Daar ga ik volgende maand op bezoek, en dan hoor ik het wel. Voorlopig ben ik dus weer nierpatiënt. De vorige steenverwijderingsingreep was acht jaar geleden, dus dat is zo’n beetje de frequentie waarmee dat bij mij moet plaatsvinden. Als ik 80 ben moet ik weer, denk ik. Nu eerst maar deze ingreep, en daarna maar eens kijken of ik de 80 kan halen . . .