Falderappes

Volgens mij heb jij weer wat zicht nodig op de vrolijke kanten van het leven, Linie. Ik heb dus besloten jouw brein middels deze blog te impregneren met wat relativerende inzichten. Ik heb daar nu ook eindelijk weer eens de tijd voor. De afgelopen maanden waren zo ongeveer de drukste van mijn hele pensioenperiode. Mijn beide hobbies, GroenLinks en Studiefonds Filipijnse Kinderen, hebben veel tijd in beslag genomen, maar de resultaten zijn goed, dat helpt natuurlijk. De ergste drukte is nu voorbij, ik heb nog maar één rotklusje te doen en dan komt mijn dagelijkse leven, net als dat van de rest van Nederland, langzaam tot stilstand en glijden we met zijn allen de feestdagen in. Voor het zover is wil ik je nog even van repliek dienen.

Je hebt overigens wel gelijk: het zijn geen vrolijke tijden. We worden geregeerd door het falderappes van de PVV. Haar van Asiel ziet er inderdaad uit als een kampcommandant, in ieder geval niet als een minister. Je vraagt je af waar we in terecht zijn gekomen. Ik sluit mij ook steeds meer af van het politieke nieuws. Ik wil het niet meer horen en er ook niet bijhoren. Ik ben de schaamte nog niet voorbij. “Morally deplorable” vind ik wel een rake typering van de PVV-BBB-VVD-aanhang. Ook elders in de wereld gaat het niet goed. Israel is bezig met het uitroeien van de Palestijnen en de hele Gaza-strook met de grond gelijk te maken. En de president-elect, wiens naam ik hier niet zal noemen, heeft een ministersploeg samengesteld waar de honden geen brood van lusten. Volgens Mark Rutte moeten we ons voorbereiden op oorlog. Lekkere kerstboodschap.

Je weet dat wij niks hebben met Kerstmis. Volgens mij heb ik dat eerder al eens uitgelegd. Het ongeloof van C. en mij kent geen grenzen. Wij vieren de geboorte van Jezus niet. En wij zijn de enige niet.

Wij hebben geen plannen voor de kerst, behalve dan dat ik een pizza ga maken. Jaren geleden heeft C. mij geleerd hoe dat moet. Ik maak hem helemaal zelf, inclusief de bodem. Ik heb er bij C. altijd groot succes mee. Ik maak hem niet rond, want dan past hij niet in de oven. Ik probeer hem rechthoekig te maken, maar ook dat lukt eigenlijk nooit. Mijn pizza’s lijken nog het meest op afbeeldingen uit de atlas: soms op Texel, of Sardinië, of Taiwan, nooit op Colorado.

Mensen kijken vaak op tegen hoogwaardigheidsbekleders. Dat is nergens voor nodig. Het zijn ook maar gewoon mensen.

We krijgen met steeds meer kunstmatige intelligentie te maken. Ik maak mij meer zorgen om de voortschrijdende kunstmatige domheid (AS: artificial stupidity). Mensen zijn van zichzelf niet dom, maar worden zo gemaakt en zo gehouden. Door types die daar garen bij spinnen. Ik zag op het nieuws een demonstrerende student, die op zijn protestbord had geschreven: als ze bezuinigen op onderwijs, ben ik straks net zo dom als het kabinet. Dat bedoel ik dus.

Soms kom je iemand tegen die de zaken een beetje in perspectief kan zetten, zodat je weer met beide benen op de grond komt te staan.

Het is je misschien opgevallen dat ik steeds meer op de sociale media zit. Dat komt mede omdat ik nu zitting heb in de werkgroep Communicatie van onze GroenLinks-afdeling en daar zweren ze bij Facebook en Instagram. Want daar kun je filmpjes op zetten om je boodschap te verkondigen en de verrechtsing te bestrijden. Volgend jaar wordt een druk jaar voor onze partij, althans in ons dorp, want we gaan samen met de PvdA één kandidatenlijst maken en na de raadsverkiezingen van maart 2026 zitten we met één fractie in de raad. En om die fractie zo groot mogelijk te maken gaan we zo vaak mogelijk de boer op, met inwoners praten, zichtbaar zijn in het dorp, daar maken we dan filmpjes van en die zetten we dan op alle sociale media die we kunnen vinden. Behalve Twitter (voorheen X). De heer Musk, die zitting gaat krijgen in het kabinet van de president-elect, wiens naam ik nogmaals niet zal noemen, heeft van Twitter (voorheen X) een open riool gemaakt, waar wij, mijn soortgenoten en ik, niet aangetroffen willen worden. Daarom zitten wij bij Bluesky, waar ook ik op te vinden ben. Als je mij daar volgt, probeer ik je zoveel als mogelijk is op te beuren met uitspraken met mensen die het waard zijn om te volgen. Dus @flemmens.bsky.social, daar gebeurt het.

Ik ken jou als een groot, om niet te zeggen bevlogen muziekliefhebber. Dat waardeer ik zeer aan je, zelf ben ik het ook. Je hebt muziek wel eens de hoogste kunstvorm genoemd. Of dat zo is, is volgens mij niet vast te stellen, maar daar gaat het natuurlijk ook niet om. Ik vond een muziekfilm die jou absoluut niet onberoerd zal laten. Als je het ziet, geloof je je oren niet.

O ja, laat ik niet vergeten je de hartelijke groeten over te brengen van C. Zij wenst jou het allerbeste en ook nog eens prettige feestdagen. Ik sluit mij daar van harte bij aan. Laat ik afsluiten met de levensles die wij beiden zo goed mogelijk proberen te praktiseren.

Lamlendige lamellen

Ik ben je veel dank verschuldigd Linie, want ik heb weer veel geleerd van je laatste blogs. Je ziet het kabinet als een pretkabinet en je hoopt dat het zolang mogelijk blijft zitten. Ik heb de omschakeling nog niet kunnen maken. Sinds wij geregeerd worden door het falderappes van de PVV c.s. zit ik mij vooral vreselijk te schamen. Jij kijkt naar een circus, in de hoop dat ze een keer te pletter vallen of hetzelfde lot ondergaan als de tovenaarsleerling, ik ben de schaamte nog niet voorbij. Ik heb ruim dertig jaar bij het rijk gewerkt, met enige trots dat ik de publieke zaak mocht dienen. Ik ben wel met vervroegd pensioen gegaan, twee jaren nadat een rechts kabinet met gedoogsteun van de PVV was gevormd. De sfeer was te zeer verslechterd om het nog leuk te blijven vinden. Maar de coalitie die we nu hebben staat ver af van wat ik voor mogelijk heb gehouden. En ik lees nu dat het vertrouwen in de overheid nu flink is toegenomen. Maar ja, mij is weer niks gevraagd, zoals gewoonlijk.

En ook veel dank voor de verrijking van mijn woordenschat. Ambetant is een mooi woord dus ik wilde weten wat het precies betekent. Ik heb het opgezocht en het staat niet in de Dikke van Dale en ook niet in de groene woordenlijst. Is het Noord-Brabants dialect? Of komt het uit de Achterhoek? Is het een schrijffout? Of heb je het helemaal zelf bedacht? In dat geval: hulde, het is echt een mooi woord, dan hoef ik niet te weten wat het betekent, ik blijf gewoon vermoeden.

En wat goed dat je het boek van van Stipriaan leest. Ik heb dat een paar jaar geleden ook gedaan, en het leverde mij vooral een verbetering op van het beeld dat ik van Willem had. De Vader des Vaderlands was ook een berekenende machtspoliticus. Als je het boek intussen uit hebt, heb je ook kunnen lezen hoe Balthasar Gerards aan zijn einde is gekomen. Dat verhaal kende ik nog niet.

Vandaag ben ik trouwens erg tevreden over mezelf. Ik was uitgenodigd om voorafgaand aan de vergadering van de diaconie van de protestantse kerk in Wassenaar een presentatie te geven over mijn favoriete stichting: het Studiefonds voor Filipijnse Kinderen. Dat heb ik gisteravond dus ook gedaan. Ik had de hint gekregen dat men daar wel in was voor het financieel steunen van ons fonds. Ik heb in dat gezelschap mijn beste beentje voorgezet en achteraf hoorde ik, dat een deel van het collectegeld van de protestantse kerk naar ons fonds wordt doorgesluisd, en dat voor maar liefst vijf jaren. Ik heb ze intussen in alle toonaarden bedankt. Wij waren wel toe aan nieuwe donateurs, want daar is bijna niet aan te komen. Ik hoop dat ik binnenkort ook een presentatie mag geven bij de vergadering van de verzamelde katholieke kerken in onze regio (een reeds geplande vergadering werd afgeblazen omdat er iemand griep had); wellicht levert dat ook iets op.

De afgelopen weken heb ik het echt hartstikke druk gehad, compleet met stressverschijnselen. Je moet niet te snel zeggen dat je het te druk hebt, maar het leek wel of van alle kanten ingehaald moest worden wat er in de vakantie was blijven liggen. Dus ik had ineens teveel tegelijk: kopij aanleveren voor het ledenblad (twee artikelen), kopij aanleveren voor de column in de krant (zie hiervoor fonslemmens.nl/publicaties). stukken lezen over de samenwerking met de PvdA en daar dan over vergaderen, wandelen met leden van de PvdA (om elkaar beter te leren kennen), naar de borrel van de PvdA, (om elkaar nóg beter te leren kennen), de verjaardag van Ceciel vieren (vreselijk lekker Japans eten), de GroenLinks-kraam optuigen op de vrijwilligersmarkt in het centrum, vergaderen met de werkgroep Communicatie (“hoe winnen we de kiezers terug die naar de PVV zijn overgelopen”) en piekeren over hoe het nou verder moet met de lamellen op de zolderkamer. Want wat is het geval? Wel, dat zal ik je vertellen.

Mijn werkkamer op zolder heeft een groot raam op het westen. Om de zon te weren en mijn privacy te waarborgen hangen er lamellen voor het raam. Ze hangen aan twee rails, één voor de linkerhelft en één voor de rechterhelft. Ergens in juni kwam de linkerhelft van de lamellen naar beneden zeilen. Ze bleven wel aan de rail hangen, maar niet meer op hun plaats. Ze waren allemaal naar de hoek van de kamer gegleden en daar op de grond terecht gekomen. Het mechanisme dat ze op hun plaats hield was blijkbaar onklaar geraakt.

Die lamellen waren december 2019 aangebracht. Dus vier-en-een-half jaar later hielden ze het al niet meer, althans voor de helft. Ik heb door de winkel die ze heeft geïnstalleerd een nieuwe rail laten monteren en daar vervolgens de lamellen aan gehangen. Maar wat gebeurde vervolgens deze maand? Komt de rechterhelft van de lamellen naar beneden zeilen! Het was me wel door het hoofd geschoten, dat dat zou kunnen gebeuren, maar het leek me toch wel erg onwaarschijnlijk. Toen het onwaarschijnlijke toch gebeurde, had ik alsnog spijt van de reparatie van de linkerhelft. Wij zijn (C. heeft mij bijgestaan in onze verontwaardiging) naar de winkel opgestoomd om daar te bepleiten, dat de boel gratis werd gerepareerd, omdat we niet van plan waren nog één euro in die lamellen te investeren. Omdat hij van de winkel niet van plan was een gratis reparatie uit te voeren, dreigden wij hem een juridisch geschoolde belangenbehartiger op zijn dak te sturen. Later werden we gebeld met de mededeling, dat de leverancier bereid was een nieuwe rail te leveren voor 60%. Daar heb ik geen genoegen mee genomen. Hij moest het gratis verhelpen, zei ik. Weer later bood hij het te repareren voor 40% van de kosten. Omdat er inmiddels de nodige tijd was verstreken en wij het onderhand zat waren, hebben we dat maar geaccepteerd.

Ondertussen zit ik er nu al weken zo bij. Links de lamellen aan de nieuwe rail, rechts de ramen beplakt met posters die over waren van de europese verkiezingen, om de inkijk te beperken en de zon te weren.

En denk je dan dat ik nog tijd heb gehad om nog aan mijn tekenhobby toe te komen? Natuurlijk wel.

Komkommernieuws

Gewoonlijk schrijf jij langere blogs dan ik. Bij jou rolt het er makkelijker uit, denk ik. Ik zit vaker te piekeren: waar zal ik het nu eens over hebben. En later bedenk ik mij dan dat ik de helft van wat ik had willen melden vergeten ben. Daarom nu alsnog.

Want ik had intussen weer een afbeelding van G. Riom nagetekend. Ik heb lang gedacht dat het hier ging om Gustave Riom, een minder bekende franse schilder. Dat al die tekeningen (je hebt intussen al de nodige kopieën van mijn hand gezien) van Gustave zijn is een wijdverbreid misverstand, wat volgens mij vooral wordt veroorzaakt door het internet, waar iedereen maar klakkeloos alles van iedereen overneemt zonder er verder bij stil te staan. Maar iemand in Mexico heeft de moeite genomen uit te zoeken of het echt wel Gustave is, en hij heeft voor mij overtuigend aangetoond dat het hier gaat om Georges Riom, illustrator, die leefde van 1877 tot 1969, en voorzitter is geweest van de Vereniging van Bretonse Kunstenaars. Ik heb geprobeerd deze informatie bevestigd te krijgen door de franstalige Wikipedia, maar daarin worden beide Rioms niet vermeld. In Mexico echter weten ze precies hoe het zit. Hulde aan het www want zo heb ik toch de waarheid ontdekt. Ik zag ook dat de bloemen-tekeningen van Georges Riom zijn opgenomen in een boekwerkje uit 1903, getiteld Etudes de Fleurs. Het is nog te krijgen voor €1500. Natekenen is een stuk goedkoper kan ik je vertellen.

Verder houd ik mij bezig met de samenwerking tussen de PvdA en GL bij ons in het dorp. De ledenvergaderingen van beide partijen hebben, los van elkaar maar volgens een vooraf afgesproken methodiek, gediscussieerd over samenwerking en/of fusie met de andere partij. Van beide discussies is een verslag gemaakt, en de beide besturen hebben nu naar elkaars verslag gekeken. Ik moet zeggen: het verslag van de PvdA-discussie vond ik erg leerzaam. De denkwereld van de PvdA-ers (voor zover er zoiets bestaat) is mij iets duidelijker geworden en ook waarom sommigen op zijn minst gereserveerd zijn over samen optrekken met GroenLinks. In september wordt er een wandeling georganiseerd waarin groepjes leden van beiderlei kunne met elkaar in gesprek gaan over de samenwerking. Ik heb inmiddels nogal wat PvdA-leden leren kennen, omdat we twee keer samen campagne hebben gevoerd, en als ik de stemming over en weer goed aanvoel, zijn we volgens mij over een jaar of twee, drie één lokale partij. Bij de europese verkiezingen heeft één op de vier kiezers in ons dorp op GroenLinksPvdA gestemd. Ik heb ook bij ons het gevoel dat samengaan stemmenwinst oplevert. De PVV wint wel wat, maar is zeker niet de grootste.

C., de enige echte kunstenaar bij ons in huis, is nog steeds creatief in de weer. Als ze geen schilderijen maakt, dan maakt ze wel sculpturen, en die komen dan weer in de huiskamer te staan.

Ik beloof je dat ik Catch 22 niet zal lezen, ik heb trouwens de film al gezien. Je brengt me op een idee: ik ga hem nog een keer bekijken. Het leuke van een oude fim bekijken is, dat je hem met andere ogen bekijkt dan 40-50 jaar geleden. Je hebt intussen een half leven geleefd, dus je ziet ook iets anders. Dat kan mee- of juist tegenvallen. Was de film mijn tijd ver vooruit, of is hij rijp voor de vergetelheid? We gaan het zien, letterlijk bedoel ik.

En bedankt nog voor je nieuwsberichten over het slechte huwelijk, de slechte gewoonte en de slechte stoelgang van de bouwvakkers die jullie huis nu aan het vertimmeren zijn. Of zijn ze al weg? En is het al klaar? Hoe gaat het intussen met je heup? Hopelijk alsmaar beter. En ik weet ook, al heel lang trouwens, dat je slaapproblemen hebt. Ik prijs mij gelukkig dat ik daar nooit last van heb gehad. Ik zou het ook niet van je willen overnemen. Gelukkig is er een goed boek over verschenen. Ik heb het niet gelezen, maar ik heb gezien dat het werkt.

En tot slot nog meer komkommernieuws, om de stemming nog wat te verhogen:

PHPD

Wij stellen elk jaar een vakantieperiode vast van vier weken. Voor ons pensionado’s is dat misschien wat overbodig, want we kunnen het hele jaar door een vakantie plannen als we willen. Zo zijn we in april naar Parijs geweest; daar heb ik al verslag van gedaan. Maar een officiële vakantieperiode stelt ons in staat ons vier weken lang af te melden als vrijwilliger en geen emails of apps te lezen of te beantwoorden. Je hoeft er niet eens de deur voor uit. Maar dat hebben we natuurlijk wel gedaan. En zo kwamen we in Ruurlo, jou wel bekend. We logeerden in Avenarius. Ruurlo is best aardig, en we hebben er ook alleen maar aardige mensen ontmoet. Maar het ging ons vooral voor wandelingen in de omgeving en een bezoek aan het kasteel / museum.

Het kasteel en de vaste tentoonstelling kenden we al, maar er was ook een tijdelijke tentoonstelling te zien van “40 jaar Tussen Kunst en Kitsch”, met allerlei kunststukken en voorwerpen die eerder op TV te zien zijn geweest. Heel aardig. Maar het mooiste vond ik toch de wandelingen. We hebben in de Ruurlose boswachterij rondgewandeld en ook het “Liefdespad” gevolgd. Beetje malle naam voor een wandelroute door het bos, maar vooruit.

Toen door naar Antwerpen. Daar waren we al eerder geweest, maar we hebben het centrum nu eens grondig bekeken. Weliswaar veel mooie gevels en gebouwen, ook een paar prachtige kerken, maar al met al toch een rommelig gebouwde stad. Van alles door elkaar, net als eigenlijk in heel Vlaanderen. Alleen het Begijnhof zag er vrij ordelijk uit.

Daarna door naar Eindhoven. Dat vonden wij nou een ordelijke stad, ook al hebben we maar een deel gezien. Wij gingen voor het Van Abbemuseum. Daar waren we nog nooit geweest en je moet het toch een keer gezien hebben. Wij vonden het een prachtig gebouw. Er was wel wat mooie kunst te zien, maar de meeste tentoonstellingen vielen tegen. We hadden dezelfde beleving als in het grote museum van Antwerpen, en ook het fotomuseum in Rotterdam trouwens: veel geschiedenis en thema’s en anthropologie, weinig mooie kunst. Het lijkt wel een trend in de museumwereld: mensen moeten bewust worden gemaakt, kennismaken met andere culturen, begrijpen van inclusiviteit is, herinnerd worden aan hoe het vroeger en elders was. Daarvoor wil ik niet naar het museum. Ik wil kunst zien. Als ze dat niet bieden, ga je van lieverlee maar selfies maken . . . 

Verder gaat alles hier goed. Wel af en toe last van PHPD (pijntje hier, pijntje daar) maar dat schijnt er bij te horen als je ouder wordt. Volgende week weer aan het werk: C. in het museum en in de bieb, ik in de strijd tegen de verrechtsing.

Je moet wel een hoop lef hebben om hier trots op te zijn

Ik heb het behoorlijk druk, maar nergens zin in, behalve in het schrijven van een blog. Dus wat doe je dan? Precies.

En zo zijn wij, speciaal op mijn verzoek, weer eens in Parijs geweest. Het was denk ik de zevende of achtste keer, ik heb het niet precies bijgehouden, maar om de zoveel jaren wil ik toch weer eens gaan kijken. Ik beleef het als een feest der herkenning in zo ongeveer de indrukwekkendste stad die ik ken. Eind april was het in Parijs net zo koud als in Nederland dus we hadden dikke truien en jassen bij ons. Wij betrokken een hotel dat we al een paar keer eerder hadden bewoond, precies in het midden van Parijs, op loopafstand van zo ongeveer alles wat we wilden zien.

Maar we hebben niet alles gezien wat we wilden zien. Om te beginnen het Musée d’ Orsay. Wij liepen niets vermoedend die kant op en toen we de hoek omgingen zagen wij op het plein voor het museum een zee van mensen die naar binnen wilden. Ook bij de ingangen voor de voorverkochte kaartjes stonden lange rijen mensen te wachten. De moed zonk ons in de schoenen en wij dropen af. Uren in de rij staan zou ons vakantieplezier grondig hebben bedorven. De dag daarna togen wij naar Le Centre Pompidou. Daar troffen wij dezelfde taferelen: geen doorkomen aan. In plaats daarvan hebben wij vele kilometers door Parijs gedwaald, en dat is en blijft geweldig. Voor het Panthéon geen lange rijen: dat was vanwege een staking gesloten. Ik heb wel gedacht dat in Parijs is gebeurd wat ook in Barcelona, Venetië en Amsterdam is gebeurd, nl. zo’n enorme toestroom van touristen, dat die steden, in ieder geval delen van het jaar, nagenoeg onleefbaar zijn geworden.

Eén museum hebben we wel kunnen bezoeken: het Musée Rodin. Daar heb ik toch wel mijn hart opgehaald. Ik kende maar twee beelden van Rodin, maar zoveel werk van hem bij elkaar te zien was toch wel een openbaring. Hij heeft veel portretten gemaakt, en veel mensen uitgebeeld in allerlei mogelijke, en soms ook onmogelijke houdingen. En er hing ook nog ergens een verdwaalde Van Gogh aan de muur.

De Notre Dame is nog niet af, maar de kleine toren staat alweer op het dak. Wij hadden in de krant gelezen dat hij (of is het zij?) met Kerstmis weer open gaat voor het publiek. En Kerstmis is natuurlijk een mooie gelegenheid om een afgefakkelde kerk te laten herrijzen.

Het Place de la Concorde staat volgebouwd met tribunes, waarschijnlijk met het oog op de komende Olympische Spelen. Een lelijk gezicht, maar er moet ook geld verdiend worden . . .

En o ja: we zijn ook nog een bekende Amerikaan tegengekomen, pal naast de ingang van ons hotel. Hoe konden we het zo treffen.

En nu ben ik weer campagneleider, deze keer voor de Europese verkiezingen. De lokale politieke leiders van PvdA en GroenLinks in ons dorp hebben deze keer tot een kleinschalige campagne besloten. We beperken ons tot het aanbieden van folders aan winkelend publiek op de zaterdagen. De reacties van de voorbijgangers zijn grotendeels normaal en vriendelijk, ook als ze “needankuwel” zeggen. Maar een enkele keer sta je toch raar te kijken van wat je hoort. We hebben iemand en passant horen zeggen dat Frans Timmermans de aanstichter is van de oorlog in Oekraïne. En ook deze.

“Gaat u 6 juni stemmen?”
“Nee want ik woon in Wassenaar”
“Gaat u in Wassenaar stemmen?”
“Nee, niet op jullie”
“Dat geeft niet, als u maar gaat stemmen”
“Ik stem op Wilders”
“Die doet niet mee, er staat een ander op de kieslijst van de PVV voor Europa”
“En toch ga ik op hem stemmen”
“Dan wens ik u veel succes”

Zoals je zegt: we zitten nu met Wilders, en je wilt graag dat ik hier iets zinnigs over zeg. Ik kan je zeggen dat ik geirriteerd, verbouwereerd en gechoqueerd ben sinds de verkiezingen van vorig jaar  en dat is met het verschijnen van het coalitieakkoord alleen nog maar erger geworden. Ik heb het niet zien aankomen. En misschien had ik het kunnen zien. Ik herinner mij dat ik op mijn 61e met pensioen ben gegaan omdat ik het niet meer leuk vond om bij het rijk te werken. Mijn trots om de publieke zaak te mogen dienen was geleidelijkaan verdampt. Vooral het in 2010 gestarte kabinet (CDA en VVD met gedoogsteun van de PVV) heeft de sfeer in de rijksdienst verhard, verkild, zeg maar: verwilderd. In 2012 trok Wilders zijn gedoogsteun in, het kabinet viel, en sindsdien heb ik steeds gedacht dat de PVV niets anders is dan een extreem-rechtse kamerfractie met een schreeuwerige en bij tijd en wijlen onbeschofte fractieleider. Als je nog niet eens een kabinet kunt gedogen, ben je gedoemd permanent in de oppositie te blijven en kom je aan regeren niet toe, dacht ik. Lawaaiig maar tandeloos. 

Verkeerd gedacht. We zijn twaalf jaar verder en de PVV dreigt nu mee te regeren. Eigenlijk ben ik vooral beschaamd. Het niveau van de landspolitiek is de afgelopen decennia alsmaar gedaald. En nu heeft 1 op de 4 kiezers op de PVV gestemd. Onze democratie stoelt op het axioma: de kiezer heeft altijd gelijk. Een stelling die ik nooit heb onderschreven. Want als een volksmenner de kiezers langdurig bestookt met oneliners, ophitserij en onwaarheden, sluipt er een gif in de publieke opinie, dat het functioneren van de democratie ondermijnt. Er groeit een groep volgelingen die met recht ontevreden zijn en evenveel stemrecht hebben als ieder ander, maar met hun stemgedrag het openbaar bestuur devalueren. We hadden veel energieker dat tij moeten keren, in plaats van die verzieking te tolereren omdat we nu eenmaal een democratie zijn. We zijn het nu minder dan voorheen, en ik vrees dat dat alleen maar erger wordt.

Er hangt een sfeer dat er eindelijk met “links” is afgerekend. Mensen associëren alles waar ze een hekel aan hebben met links, ook al is het jaren lang rechts wanbeleid geweest. Ik ben bang dat al die (extreem)rechtse kiezers straks bedrogen uitkomen, omdat de verbeteringen waar zij op hopen er niet komen. Wat daar het effect van zal zijn, durf ik niet te voorspellen. Wellicht dat we kiezers terug kunnen winnen met een sterk aansprekend verhaal. Maar het kan ook zijn dat de verrechtsing dan nog extremer toeslaat dan nu.

Ik moet je zeggen: nu is het mijn beurt om met de rug naar het landsbestuur te zitten. Ik wil niet meer weten wat daar gebeurt. Ik volg de debatten in de Kamer niet, ik mijd de talkshows, en ik merk dat dat goed is voor mijn gemoedsrust. Wie er ook premier wordt: not my president.

Is dit zinnig genoeg? Of te deprimerend? Of beide?