Werkelijk waar

Om met dat laatste te beginnen: daar ben ik het mee eens. Ik hoorde vroeger wel eens zeggen: ik geloof niet dat er een God is, anders zou er toch niet zo veel ellende op de wereld zijn. Alsof het één ook maar iets met het ander te maken heeft. Wat er op de aardbol gebeurt, het goede en het slechte, is mensenwerk, heb ik altijd gevonden, naast het werk van de natuur natuurlijk. Mensen geloven wat ze willen geloven. Geloof is een keuze.

Gebruik ik waarheid en werkelijkheid door elkaar? Zou best kunnen, ik heb het niet eens in de gaten. Waarheid is ook een keuze, denk ik. Dat heb ik gisteren weer eens van dichtbij mogen meemaken.

Het is niet mijn gewoonte om constant af te geven op de haagse politiek. Ik heb enkele decennia bij de rijksoverheid gewerkt, en was een deel van die periode in staat in de keuken van de nederlandse democratie te kijken. De haagse politiek is mensenwerk. Soms geweldige prestaties, soms amateuristisch geklungel, maar meestal moeizaam behaalde resultaten van mensen die al samenwerkend en compromissen sluitend proberen er iets van te maken. We worden redelijk goed geregeerd en daar doe ik het dan maar mee. Ik ben het niet altijd eens met de uitkomsten, maar de hele wereld zit nu eenmaal vol met andersdenkenden, en daar probeer ik mee te leven. Wat moet je anders.

Maar deze week had ik toch twee kwaaie momenten. Om te beginnen hadden we Wilders, die op het idee was gekomen een cartoonwedstrijd te organiseren over Mohammed en de resultaten daarvan tentoon te stellen in de PVV-kamers van het Tweede Kamer-gebouw. Nu is die wedstrijd alweer afgelast, dus wat je er nu nog over zegt is mosterd na de maaltijd. Maar het viel mij op, dat ik niemand heb horen protesteren, ja in Pakistan, maar niemand in de Tweede Kamer of het kabinet. Ik had mij kunnen voorstellen, dat de voorzitter van de Tweede Kamer een stokje had gestoken voor deze actie. Er wonen ruim 800.000 moslims in Nederland, die het volgens mij niet prettig vinden als hun profeet wordt beledigd. Daar behoren we toch rekening mee te houden? Dit soort opruiing zou verboden moeten worden, zeker in het gebouw van de Tweede Kamer. Moet de Tweede Kamer niet boven de partijen staan, of zeg ik nou iets geks? We zijn er als de kippen bij om de vrijheid van meningsuiting uit te roepen, maar we hebben vaak geen idee hoe we daarmee om moeten gaan. “Als je het er niet mee eens bent, stap je maar naar de rechter”, is vaak de reactie. Maar dat is een vrijbrief om zelf geen rekening te hoeven houden met de vrijheden van anderen. Heel jammer dat dat een kenmerk van onze democratie is geworden.

En dan Stef Blok. Ik heb gisteren van 10.15 tot 16.45 uur voor de TV gezeten om het kamerdebat over de gewraakte uitspraken van Stef Blok te volgen. Ik had er de tijd voor, en ik was benieuwd hoe het zou uitpakken. Hoe naïef kun je zijn . . . . Het begon goed. In de eerste termijn lieten de meeste partijen weten, dat Stef Blok domme en slechte dingen had gezegd. Dat beviel mij wel, want dat vond ik ook. Toen iedereen aan het woord was geweest, dacht ik: die man kan wel inpakken, die zien we niet meer terug. Na de lunchpauze kwam Blok zelf aan het woord. Langzaam maar zeker daalde bij mij een stevige depressie in. De man was niet om aan te horen. Hij dacht waarschijnlijk: als ik nu maar vaak genoeg herhaal dat ik mijn woorden heb ingetrokken, dan gelooft iedereen dat ik ze niet heb uitgesproken. Sommige fractieleiders vroegen hem ook: wat vind je nou echt? Maar we kregen het niet te horen. Wat hij gezegd had, had hij niet moeten zeggen, en wat hij had moeten zeggen, zei hij niet.

Ik hoef Stef Blok niet te vragen wat hij vindt. Ik weet precies wat hij vindt. Hij vindt dat er geen multi-culturele samenlevingen te vinden zijn waar de oorspronkelijke bevolking nog woont en waar een vreedzaam samenlevingsverband is, en dat diep in onze genen zit dat we niet in staat zijn een binding aan te gaan met ons onbekende mensen, en dat Suriname een failed state is. Hij zei wat hij vond toen hij dacht dat niemand meeluisterde, en hij zei wat hem was voorgekauwd toen iedereen hem kon horen en zien. Jakkes. En tegen het einde van het kamerdebat werd mij duidelijk dat hij er nog mee wegkwam ook. Er werd een motie van wantrouwen ingediend, maar die werd door ruim tweederde van de Kamer verworpen. Hij was precies voldoende van zijn geloof af gevallen om te mogen blijven. Om je dood te schamen. En die man is dus onze minister van Buitenlandse Zaken. Wat hij meende wat hij zei maakte hem ongeschikt, en wat hij zei als excuus maakte hem ook ongeschikt, omdat je kon zien dat hij het niet meende.

Misschien is Nederland ook een failed state?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.