En zo kwam het dat op 5 maart 2020 de GroenLinks-wethouder van Voorschoten in de gemeenteraad meedeelde, dat zij met onmiddellijke ingang haar functie neerlegde. In het persbericht heette het, dat de fractie en de wethouder moesten constateren, dat de wethouder steeds moeilijker de steun van de raad wist te krijgen voor de moeilijke dossiers waar zij verantwoordelijk voor was. Zoals bijvoorbeeld de energietransitie, de verduurzaming van woningen en de vergroening van de gemeente. En dat het voor de wethouder dus maar beter was om te stoppen, om stagnatie of eventuele crises vóór te zijn.
Ik zat op de publieke tribune toen de wethouder haar mededeling deed. Ze liet haar aankondiging vergezeld gaan van een korte toespraak waarin zij zich afvroeg of onze gemeente wel in staat is om alle taken en opdrachten die bij de gemeente zijn neergelegd zelfstandig uit te voeren. Zij beantwoordde de vraag niet, maar het was duidelijk dat zij bedoelde: nee natuurlijk niet. Maar het is ook duidelijk dat de gemeenteraad niet staat te juichen bij het idee, dat wij ons aan andere gemeenten uitleveren. Ik schat in dat we voorlopig nog even op de oude voet doormodderen.
Ik heb de laatste tijd de nu vertrokken wethouder wat meer van nabij leren kennen. Het is iemand met een jarenlange politieke ervaring als raadslid en een enorme dossierkennis. Maar ik vind haar vooral erg integer en met het hart op de goede plaats. Zij deed onlangs een beroep op mij om een vacante zetel in één van de raadscommissies te gaan bezetten. Als toelichting zei ze er bij, dat het zwaar en ondankbaar werk is, frustrerend, met veel teleurstellingen en weinig successen, en je wordt er ook niet populair van. De ambtelijke ondersteuning laat vaak te wensen over, en ook fracties in de raad doen regelmatig hun best je de voet dwars te zetten. Maar, zei ze, ondanks dat moeten de goeden bereid blijven tegen de verdrukking in het goede te blijven doen, anders krijgen de schreeuwers en de dommeriken het voor het zeggen en dan kunnen we allemaal wel inpakken. Het klonk ook een beetje als een compliment in mijn richting, maar wat mij vooral aansprak was dat zij er geen doekjes om wond. Ik heb er altijd al een hekel aan gehad als mensen mij de zaken mooier voorstellen dan zij zijn. De wethouder deed dat niet, ze vertelde mij onomwonden hoe het is, wellicht ook omdat ze, zo kort voor haar vertrek, haar hart wilde luchten. Hoe dan ook, zij wist mij te raken met haar gloedvolle betoog. Het komt niet vaak voor dat iemand met zoveel passie een beroep op mij doet. Ik doe er goed aan haar appèl zeer serieus te nemen.
Integriteit, eerlijkheid, passie, kennis van zaken zijn belangrijk in de politiek, maar blijkbaar niet genoeg. Je moet ook een handige verkoper zijn, een goed debater, met wat trucs en handigheidjes achter de hand, en een oplettend oog voor de opzetjes van de oppositie. Daar vond ik de wethouder niet in uitblinken. Onlangs werd zij in een debat door een oppositioneel raadslid verdacht gemaakt, als zou zij een verborgen agenda hebben. De wethouder kwam toen niet verder dan een onthutste ontkenning. Het is op zo’n moment blijkbaar niet iemand die zo’n verdachtmaking goed kan pareren. Ze had natuurlijk niet kunnen zeggen: “Houd je bek, trut, of ik schop je de zaal uit”, maar een stevige repliek was zeker op zijn plaats geweest. In plaats van temidden van het politieke geharrewar had ik haar liever boven de partijen zien functioneren. Daar zou ze beter tot haar recht zijn gekomen. Niet gehaaid zijn beschouw ik als een goede eigenschap.
We hadden gisteren in eigen kring nog een korte discussie over politieke correctheid, nou ja, geen discussie, maar meer onszelf en elkaar bevestigen in ons eigen gelijk. GroenLinksers vinden politieke correctheid, wat dat dan ook is, erg belangrijk, en ze gaan er ook prat op dat ze dat zijn: politiek correct. Maar er zijn de laatste jaren veel andersdenkenden bijgekomen, die politieke correctheid abject vinden, arrogant ook, er van over hun nek gaan, en het ook als scheldwoord gebruiken, of op zijn minst als een verwijt. Wij vinden dat die mensen geen gelijk hebben. En daar laten we het dan bij.