Jullie lamellen waren inderdaad nogal lam Fons, maar is heel ons volk dat niet momenteel? Om het te redden als rechtsstatelijk, humaan en beschaafd is de beste manier misschien toch om er gewoon niet meer naar te luisteren. De PVV-BBB-VVD-aanhang: noem ze niet simpelweg deplorable, maar noem ze morally deplorable, dan is er niets denigrerends meer aan, dan zegt het precies waarop het staat. En benoemen is toch wat dit kabinet graag wil?
Ik zou zelf trouwens van de opvanglocaties waar Faber zo’n welkomsttekst – ‘HIER WORDT GEWERKT AAN UW TERUGKEER’ – wil plaatsen meteen, als we toch bezig zijn, ook echte werkkampen maken. Bord erboven: ‘ARBEIT MACHT FREI’. Zou haar persoonlijke stijlkeuze inzake mantelpakken, schoenen en haardracht ook bewust op dit soort associaties met Hitler-Duitsland zijn geënt?
Nog steeds niet volledig hersteld van de al net zo ziekmakende verkiezingen in de VS – hier in huis mag de naam van de president elect niet eens genoemd worden, ook niet door visite, die krijgt dit meteen bij binnenkomst, al ruim vóór de appeltaart dus, van mijn vriendin te horen (‘één ding: niet die naam!’) – besloot ik toch mijn heup maar eens te laten checken, voordat in het nieuwe jaar onnodig weer mijn hele eigen risico eraan ging. Dus werd er een röntgenfoto gemaakt en wel door dezelfde fotograaf als vorige keer, een vriendelijke man van een jaar of 55. Hij leidde mij linea recta naar de behandeltafel en zei ‘Ga hier maar liggen’. Nog een beetje in de war met de procedure rond de corticosteroïdespuiten vroeg ik voor de zekerheid:
‘Hoef ik niks uit?’
‘Nee, boven de 65 liever niet meer.’
Vervolgens kregen we het over de Nederlandse taal. Ik weet werkelijk niet meer waarom, maar daar kregen we het over. Ik vertelde, terwijl hij mij met zachte dwang op mijn andere zij draaide, omdat ik weer de verkeerde kant had gekozen – ik kies echt vaak de verkeerde kant, dat is iets met de genen, DNA en zo, erfelijk belast – dat ik net een paar dagen terug tijdens het NPO-journaal de presentator – Mark Visser meen ik – had horen zeggen dat Breyten Breytenbach was overleden, de man die zijn hele leven ‘strijdde’ tegen de Apartheid. Dit gebeurde om 00.10 op 25.11.2024, ik zal het nooit vergeten, want het was de zevende keer dit jaar dat ik een mooi sterk werkwoord zo zwakzinning hoorde vervoegen. ‘Gelukkig’ besloot ik, ‘zei gisteren een buurman “ik beneed haar niet”, wat dan weer wat druk van de ketel haalt, maar onze taal kachelt zo wel onhoudbaar op de afgrond af.’
‘Klopt’ zei de fotograaf, ‘Je hoort tegenwoordig trouwens ook bijna geen spreekwoord of gezegde meer goed gebruiken.’ Dus ik weer:
‘En alle wederkerige werkwoorden verdwijnen, alsof zich realiseren niet iets heel anders is dan realiseren. Of verzamelen.’
‘Verzamelen is beslist wel iets anders dan realiseren.’
‘Nee, maar zonder gein: de mensen verzamelen voor de kerk. Wát verzamelen die daar dan? Hè?’
‘Ik denk beukenootjes, bij een kerk staat vaak een beuk. Maar ze beseffen zich niet wat ze doen. Dat haalt ook wel weer wat druk van de ketel, hè? Zich beseffen?’
Waarop er vanuit haar hokje in een hoek van de kamer, waar ze aan het oog onttrokken vermoedelijk had zitten gamen, chatten of god weet misschien wel podcasten, vol jeugdige overmoed een assistente achterstevoren op haar stoel op wieltjes kwam aangeracet. In haar laatste zwiep draaide ze zich naar ons toe om zich te mengen in de wantoestand:
‘Dat is wáár. Ik ben zelf toch wel redelijk bewust met taal bezig, maar mijn kinderen weten nergens meer van! Gisteren nog vroeg ik ‘Hoge bomen vangen veel…. ?’ maar geen van drieën, 12, 10 en 9, had enig idee. En zo gaat het de hele tijd, ze weten niks meer!’
‘Hagel’ opperde de fotograaf, frunnikend aan iets onder de bank waarop ik lag.
‘Vogels’ zei ik.
‘Ooievaars?’ informeerde hij en tevens wanneer ik dacht weer eens op te stappen. Kennelijk was die foto intussen gemaakt. Ik begreep er niets van, want volgens mij lag ik echt verkeerd om, dat Röntgending hing boven mij, maar toen legde de assistente mij uit dat die foto vanonder het bed werd gemaakt. Natuurlijk geloofde ik dit niet, alles is nep, fake en phony baloney vandaag de dag, je wordt gedist waar je bij ligt, maar ik hield de eer aan mijzelf en nam afscheid met mijn gebruikelijke ik-heb-alles-heus-wel-door-blik.
‘Oh ja’ schoot de fotograaf nog te binnen, ik was al bij de deur, ‘Ik hou een kleine privé-enquête deze dagen…’
‘Dezerrr dagen!’
‘Sorry, dezerrr dagen. Maar hoe identificeer je jezelf?’
Wat een heerlijke vraag, zo op de valreep nog!
‘Als een vat vol tegenstrijdigheden, een rommelige verzameling ervaringen, gedachten, trauma’s en herinneringen, zonder kern of essentie, mijn zogenaamd authentieke zelf tot in de kleinste vezels gedetermineerd, maar wel uniek. Wat leuk dat je er naar vraagt!’
‘Ja, hè, hè, ik bedoel man, vrouw, hen, hun of het? Lhbtiq-gewijs.’
‘Doe dan maar het.’
‘Zonder gein?”
‘Zonder gein.’
Hij noteerde mummelend ‘vrouw 74: het’ op zijn foontje, verklaarde dat hij bezig was aan een soort proefschrift over wokisme, maar daarop zeer waarschijnlijk nooit zou promoveren en zei:
‘Vergeet je tas niet!’
Dus moest ik weer helemaal terug naar mijn tas naast de ligbank en zodoende viel mij ineens zomaar, terwijl niemand erom vroeg, de naam Otto von Bismarck in, waar ik al twee etmalen niet meer op had kunnen komen. Ik weiger tegenwoordig standvastig zoiets dan gauw even te googlen, want ergens zit zo’n naam heus nog wel in mijn hoofd. Als ons iets – een vergeten boodschap, tas of pincode, Otto von Bismarck – vervolgens soms toch weer invalt, zouden we dan misschien enigszins aan het rementeren zijn? Of hoe benoem je deze kentering? En zou het nog bestaan: een nieuwe afslag vinden op de autosnelweg, net vóór het bordje ‘dichtgeslibd’? Of dat het hele bordje is vervangen door een hoopgevender tekst? ‘HIER WORDT GEWERKT AAN UW TERUGKEER!’
Bij de ruïne van St. Walrick achter Wijchen kwamen we onlangs langs de koortsboom hieronder. Hij hing behoorlijk vol met kledingstukken, sokken, dassen, zakdoeken, een onderbroek, handdoek, kussensloop. Ik had er graag ook iets tegen al die stress in jouw vorige blog bij gehangen, een briefje, een verzoekschrift, maar geschreven bedes worden niet verhoord. Wel waren er veel verse aanwinsten, allemaal van of voor zieke mensen, voor wie blijkbaar nog steeds volop via deze heilige takken genezing wordt afgesmeekt.
Ach, kon ons hele volk die boom maar in…
Hoge bomen vangen minder lapjes…