De man die zijn vrouw voor een borsalino hield

We moeten bij de vraag naar de zin van het leven inderdaad even een voor de hand liggend maar daarom niet minder praktisch onderscheid maken tussen de zin van het leven en die van ons leven. De vraag naar de zin van het leven  is tendentieus, want vooronderstelt reeds het bestaan ervan. ‘Vindt u ook niet dat God relatief weinig gevoel voor humor heeft?’ ‘Eeh… ja… nou… ‘

Mocht God zelf echter volhouden dat die zin er toch wel degelijk is, dan vind ik dat je die met je zintuigen moet kunnen afleiden uit wat je aantreft bij je geboorte. Dat is best veel. Eerst natuurlijk alleen honger en voedsel, koud en warm, krijsen en kraaien. Maar gaandeweg ga je meer nuances ontdekken. Zo heb je enerzijds ronduit verstandige mensen zoals jij en ik en anderzijds dumbo’s,  maar daartussenin ook beslist nog tig andere soorten, van mensen met een vergiet op hun hoofd via deplorabelen tot prutsers met de nadruk op lul. En zo heb ik mijn dagelijkse dosis  invectieven er, ondanks jouw strenge terechtwijzingen achter de schermen, toch weer ingesmokkeld, wat mij elke keer een diep gevoel van bevrediging verschaft. Zou ik een beetje iets Gilles-de-la-Tourette-syndromerigs hebben?

Ietsisme. Die term doet mij zonder googelen denken aan Ronald Plasterk. Dat heb ik verder bij geen enkele term, dus waarschijnlijk heeft hij hem gemunt, in een Volkskrantcolumn denk ik, uit de tijd dat hij zijn vrouw nog niet aanzag voor een hoed.

Dus, wil ik maar zeggen, mag je concluderen dat de zin van het leven bestaat  uit het scherpen van het onderscheidingsvermogen. Zo simpel, Megchel? Ja lieverd, fijn hè. Maar de conclusie is net zo speculatief als de vraag. Daarom kunnen we het, zoals je zelf voorstelt, beter hebben over de zin die ieder aan zijn eigen leven geeft. Voor veel mensen zijn dat hun kinderen. Voor jou is het een ander bijstaan. En voor mij?

By the way: ik ben een grote fan van Ronald Plasterk, ik vind hem een lieve schat, ondanks alles.

Je vraagt mij: als je kiest voor niet geloven, waarom is de angst voor de dood dan natuurlijk nog niet weg? Het antwoord, dat voor mij persoonlijk geldt: omdat verstand en gevoel twee zijn. Angst zit in weerwil van allerlei inzicht ingebakken in mijn natuur. Eigenlijk denk ik dat angst überhaupt – of het nu voor zwarte spinnen of een spreekbeurt is – evolutionair gezien voortkomt uit doodsangst. Het onmiddellijke gevaar van zwarte spinnen spreekt voor zich. Alle sociale angst – verlegenheid, podiumvrees, laf schuilgedrag –  is terug te voeren op de vrees voor afwijzing en uitstoting, voor het buiten de groep vallen, voor het moederziel alleen verder moeten. Dat leidde van meet af aan vrij rechtstreeks tot de dood.

Toen ik in de jaren zeventig logeerde bij mijn broer in zuid-west Zambia, zag ik eens tegen het vallen van de avond een nog vrij jonge maar volledig verwilderde vrouw met omtrekkende bewegingen, als een uitgehongerd dier, de rand van het dorp naderen. Bij het geringste teken van leven schoot ze weer terug de duisternis in.
‘Wat was dat, Han?’
‘Een onvruchtbare vrouw, die sturen ze hier het bos in.’
‘Wat doen ze hier met onvruchtbare mannen?’
‘Zijn er niet in Zambia.’
‘Wat gebeurt er met zo’n vrouw?’
‘Die gaat dood.’

Ook de angst je geliefden kwijt te raken komt voort uit doodsangst. Want als er niemand meer is die van je houdt,  met wie kun je dan nog samen sterk zijn, wie zal jou in nood nog helpen? Ne me quitte pas, ik schenk je gouden bergen, maar in godsnaam ne me quitte pas… Ach, er valt misschien bij kaarslicht en een goed glas wijn nog wel wat meer over de liefde te zeggen, maar het licht eenmaal uit en de fles soldaat resteert slechts het zich aan elkaar vastklampen. Jij hebt dat nog nooit geprobeerd, een lege fles, maar geloof me, het is zoals ik zeg.

Voor mijzelf, heb ik intussen besloten, is de zin me verplaatsen in anderen. Dat is meer een constatering dan een weloverwogen streven. Meer een fait accompli dan een verdienste. Het zit net als al die neurosen ingebakken in mijn natuur. Wat niet wegneemt dat het soms op grenzen stuit, bijvoorbeeld als ik me probeer in te leven in iemand die zich niet kan verplaatsen in anderen. Dat lukt niet.

Waar zou die warm menselijke empathie van mij eigenlijk uit voortkomen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.