We hebben een nieuwe auto. Zo’n hybride, full blown electronische. Hij heet, zolang ik hem nog niet volledig onder de knie heb, Moby Dick en geeft mij via z’n display allerlei handige adviezen, waarschuwingen en opdrachten. Toch, je voelde het al aankomen, verloopt de communicatie niet optimaal. Eenzijdig vooral, het klikt gewoon nog niet. ‘Hoogste tijd om de banden op te pompen en te initialiseren’ bijvoorbeeld. Nou, attent, denk ik dan, goed dat je het zegt Dicky boy. En oppompen kan ik gelukkig zelf, maar what the fuck – ja, sorry, dat hoor ik iedereen steeds zeggen, het is geloof ik woke en als er iemand bij de woken hoort, dan ik toch zeker – is initialiseren? Mij leek het misschien zoiets als uitbalanceren. Dat ken ik nog van vroeger, van voordat ik woke werd. Dan lieten wij de banden af en toe, meer op gevoel dan op verstand, uitbalanceren bij de garage. Maar daar kreeg ik nu als antwoord: ‘Inilisia… Nee mevrouw, dat ken ik ook niet, nooit van gehoord. Laat es zien, waar staat dat… Ronald, widde gij wadda is: i-n-i-t-i-a-l-i-s-e-r-e-n?’ Heus, zo ging het. Ik heb een auto die de monteurs vooruit is. Hij weet meer dan zij bij kunnen benen. Hun oplossing, handig voor de volgende keer mevrouw: net zo lang screen buttons touchen tot de opdracht pompen en initialiseren weer plaatsmaakt voor ‘Goedemorgen Gebruiker Twee’. ‘Kijk’ zeiden zij, ‘het was helemaal nog niet nodig wat u wou, dat kán toch ook niet, u hebt nog maar 2000 km gereden!’
En ja, mijn vriendin is ‘Gebruiker Een’. Zij zit nooit achter het stuur, maar eist van een auto wel een gepast soort respect. Dat is belangrijk, in haar cultuur.
Ken je die reclame waarin iemand anders z’n Moby Dick ‘Sla Links Af’ zegt en dat de chauffeur dan gehoorzaam een heg inrijdt? Die van ons zegt al ‘Keer Om’ als we nog niet eens vertrokken zijn. ‘Goedemorgen Gebruiker Twee’ op de display en dan ‘Keer Om’ uit de boxen. Mijn vriendin krijgt nauwelijks nog kans om zelf te zeggen wat ik verkeerd doe.
Een belangrijker probleem, in mijn cultuur tenminste: er hoort een electronische sleutel bij, die je niet meer aan je badpak kunt vastveteren. Nou ja, het kan nog wel, maar dan is hij daarna kapot. Dat wil zeggen als je in dat badpak gaat zwemmen. Als je er gewoon het dorp mee inloopt, is er niet zoveel aan de hand. Dat vindt zo’n sleutel geen punt. Maar wat hij absoluut niet verdraagt is vocht en niemand, ook niet bij onderwatersportverenigingen, duikclubs en nog veel nattere organisaties, wil garanderen dat de hoesjes die zijzelf gebruiken dit soort sleutel echt 100% drooghouden. Kluisjes dan? Kluisjes zouden wel een oplossing zijn, mits voor criminele sensoren ondoordringbaar. Zijn er bij de plassen rondom Wijchen ergens van zulke kluisjes tegen signaalhackerij aanwezig? Natuurlijk niet. Er zijn niet eens gewone kluisjes. Wie gaat er hier nou in zijn eentje zwemmen? U komt maar net als iedereen met z’n tweeën, zodat uw metgezel in een aluminiumfolietje verpakt uw teringsleutel bewaakt terwijl u zwemt. Wij zouden dat trouwens, het is dat u er zelf over begint, geen zwemmen noemen wat u doet.
Dus ging ik deze zomer maar op de fiets. Beter ook, gezien al die jeukende bultjes op de terugweg. Dat gekrab de hele tijd, ik geloof nooit dat mijn Moby dat had geaccepteerd. ‘Handen aan het stuur, Gebruiker Twee!’