Linie, je wil niet geloven hoe druk ik het heb. Ben ik eindelijk gepensioneerd, sjouw ik me nóg uit de naad. Het is de eindejaarsdrukte of zo. Om te beginnen heeft onze lokale GroenLinks de laatste weken toegewerkt naar een verkiezingsprogramma en dat gaat gepaard met heen en weer mailen en appen, amendementen bestuderen en afwijzen, vergaderen en besluiten nemen. Dat hebben we nu achter de rug. Nu is het actieseizoen begonnen, en ik heb mij in mijn jeugdige overmoed opgeworpen als fotograaf van het actiegebeuren, zodat er pakkende foto’s op Fbook en Instagram kunnen worden gezet, zodat de mensen op ons gaan stemmen. Waar ik me trouwens zorgen over maak is dat de verkiezingsuitslag in maart een afspiegeling zal blijken te zijn van wat GroenLinks eerder dit jaar is overkomen: bijna een halvering van de zetels in de Tweede Kamer. Maar wat ik dan weer leuk vind is het enthousiasme van onze vrijwilligers en vooral de inzet van onze fractieleden. Met elkaar vormen zij een inspirerende werkomgeving.
Dat kan ik nou weer niet zeggen van mijn andere vrijwilligerswerk: het Studiefonds voor Filipijnse Kinderen. Daar moet ik alle energie en werklust helemaal uit mijn tenen naar boven halen. Mijn bestuurscollega’s hebben een hart van goud en zijn ook zeer integer. Ze denken mee en praten mee, maar dan houdt het op. De secretaris doet niets, dat is geen luiheid, maar ze weet gewoon niet wat ze met doen of hoe ze zaken moet aanpakken. De penningmeester is een uitgesproken kluns, hij vergeet het meeste, doet het daarna fout, daarna nog een keer fout, en uiteindelijk is het klaar, nadat ik hem een keer of wat heb gerappelleerd. Dat vreet tijd en energie. Hij verontschuldigt zich voortdurend wat er mis ging en wat hij verkeerd heeft gedaan. Een erg aardige man, waar ik af en toe knettergek van word. Gelukkig heeft zich onlangs een nieuw bestuurslid bij ons gevoegd en dat lijkt mij een man die van wanten weet. Ik hoop dat hij ook bereid is af en toe de handen te laten wapperen, dan kunnen we meer tempo maken met de actiepunten, want dat zijn er best veel.
Intussen schrijf ik heel wat af, althans de laatste tijd. Ik kreeg een tijdje geleden de behoefte al mijn publicaties op één plek bij te houden, en dat is een website geworden: fonslemmens.nl/publicaties. Daar staan de columns die je al kent, maar ook artikelen voor ons ledenblad. Die zet ik niet gauw in deze blog, omdat ze vooral betrekking hebben op ons dorp. En dan vind ik het leuk wat passende foto’s bij elk artikel te zoeken, zodat het geheel er een beetje appetijtelijk uitziet.
En laat ik je meteen deelgenoot maken van mijn (voor)laatste column. Want Linie, de zeespiegel stijgt. Dat wist je natuurlijk al, maar de ramingen zijn nu door de deskundigen bijgesteld: het gaat nog sneller dan we dachten. Op het web circuleren daar allerlei berichten over, vergezeld van kaartjes die laten zien hoe Nederland straks wordt.
Wij komen er niet zo goed af, vrees ik, maar jullie komen veel dichter bij het strand te wonen.
Hoe lang bestaat Nederland nog?
Wat betekent het voor ons land als de zeespiegel 2 meter stijgt? Wat als het 3 meter wordt of nog meer? En kan het ons wat schelen?
In zijn boekje “Het water komt. Een brief aan alle Nederlanders” gaat Rutger Bregman in op de stijging van de zeespiegel en wat de gevolgen kunnen zijn. Hij heeft een zevental wetenschappers gesproken over de mogelijke gevolgen van de zeespiegelstijging, en hoewel ze het niet overal over eens zijn, zijn ze wel allemaal bezorgd.
Een breed gedragen opvatting lijkt te zijn, dat we 2 meter zeespiegelstijging in Nederland nog wel aankunnen, mits we een paar stevige maatregelen nemen. Volgens het KNMI lopen we risico op een 2 meter hogere zeespiegel in 2100, zelfs als alle landen hun beloftes nakomen en het lukt om de opwarming van de aarde tot 2 graden te beperken. Als de aarde sterker zou opwarmen, tot 4 graden in 2100, dan halen we die 2 meter vrijwel zeker en kunnen we in 2200 uitkomen op 5 tot 8 meter stijging.
Om te voorkomen dat we te maken krijgen met een zeespiegelstijging van meer dan 2 meter moeten we wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk naar nul brengen. Verhoging van dijken en andere vormen van watermanagement zijn nodig, maar ontoereikend. Ook met zonnepanelen, windmolens, electrisch rijden en slimmere vormen van transport moet het tij gekeerd worden.
In de in 2019 aangenomen Klimaatwet staat, dat we in 2030 49% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990, en in 2050 minstens 95%. Daarvoor moeten miljoenen gebouwen van het gas af, vele windmolens en zonnepanelen worden geplaatst, miljoenen auto’s op stroom of waterstof gaan rijden, moet het electriciteitsnet omgebouwd worden, en moeten er vele bomen worden bijgeplant. Een verbouwing van Nederland die we in deze omvang nog niet eerder hebben meegemaakt. Bregman: “In 1916 moest eerst Noord-Nederland onderlopen voordat we begonnen aan de bouw van de Afsluitdijk. In 1953 moest eerst Zuid-Nederland verdrinken voordat we begonnen aan de bouw van de Deltawerken”. Werkt het zo? Moet het eerst vreselijk misgaan voordat we in actie komen?
Dus, Linie, het gaat sneller dan je denkt, maar de vraag blijft of we nog gaan meemaken zoals het er uitziet op het plaatje hierboven.
En nee, ik heb nog geen gehoorapparaat, misschien komt dat ooit nog eens. Mijn moeder, die erg slecht hoorde, zei wel eens, met een twinkeling in haar ogen: “Ik hoor heel slecht, maar dat is ook wel eens prettig”. Ze vond het niet erg dat niet al het geklets en gebabbel in haar omgeving tot haar doordrong, dat gaf ook rust.
Jij leest ook veel meer dan ik. Ik probeer af en toe een boek en dan heb ik meestal de grootste moeite om het uit te lezen. Wat ik lees is vaak zware kost, over economie, bestuur en politiek. En halverwege denk ik dan: ja nu weet ik het wel, en dan laat ik de rest ongelezen. Echt geleerd word ik vast niet . . . .