Laat ik beginnen met wat ik in vakantieblog 2 nog was vergeten: ons bezoek aan een hunebed. Ik herinner mij dat ik in een vorige vakantie in Drenthe naar hunebedden heb gezocht, maar niet gevonden Deze keer heb ik er niet naar gezocht, niet eens aan gedacht, maar wel gevonden. Ze stonden gewoon vlak naast het fietspad. Uiteraard stond er een schoolreisje naast, met een juf om uitleg te geven. Mij is indertijd verteld, dat de toenmalige inwoners van Dwingeloo daar hun doden in legden. Een hunebed heeft voor mij sindsdien altijd iets sinisters gehad. Maar toen ik dat ding daar zo zag staan, in de felle zon, had het niets geheimzinnigs of spookachtigs meer. Het zag er eerder uit als een hoop losse stenen die dringend eens opgeruimd moesten worden.
En toen nog naar Meppel, gewoon omdat we daar nog nooit geweest waren. Typisch Hollands plaatsje. Twee molens, een gracht met boten, een kerk. Wat moet je er verder nog van zeggen. Dertien in een dozijn.
Ons derde verblijf, waar deze blog eigenlijk over gaat, was door C. georganiseerd om haar verjaardag te vieren. En ik mocht mee. Op de eerste dag maakten wij een zwerftocht door Zwolle, omdat we het nu eens goed wilden bekijken. Prachtig stadje. Veel historisch stedenschoon en monumentale panden.
En ook nog even naar de Fundatie natuurlijk, als je toch in Zwolle bent. Er was een expositie van werk van Marte Röling. Dat bleek een afknapper. Eén zaal met enkele minder geslaagde werken. Mocht je met de gedachte spelen die expositie te bezoeken: niet doen. Ga een goed boek lezen of zo.
En toen het hoogtepunt van deze driedaagse reis: een bezoek aan Elburg. Het is een oude hanzestad (net als Zwolle) en het ligt aan de kust van wat vroeger de Zuiderzee was. Het is goed bewaard gebleven, alles zier er oud uit.
Zo’n oud stadje heeft uiteraard een museum. Opdat we niet vergeten hoe alles vroeger was.
Goede raad is helemaal niet duur, niet in Elburg. Het emmertje was leeg toen wij arriveerden, maar ach, echte problemen hadden we ook niet.
C. had af en toe moeite met het Elburgse dialect, wat natuurlijk heel begrijpelijk is. Aan de kade bij de haven hing een bordje met opschrift. “Wat staat daar?” vroeg zij. Ik legde het geduldig uit. “O nee hè” riep zij uit. En toen: “Je gaat dit toch niet verder vertellen hè?” Ik: “Natuurlijk niet , lieverd”. Over bloggen had ze het niet . . .
Deze keer niet zo veel tekst Linie, dus de gaten maar opgevuld met foto’s. Nog eentje om het af te leren.