Dat je een eigen website hebt met publicaties Fons, had je me vast al wel eens verteld, maar je wilt niet weten wat ik zoal meteen weer vergeet. Niet alleen wat jij mij vertelt hoor, alles van iedereen. Alleen heel banale dingen onthou ik, tegen wil en dank, heug en meug, contre coeur. Niet hoe een bekende die ik tegenkom in het dorp ook alweer heet, wel dat hij met zijn vorige vriendin in 1973 (oliecrisis!) ruzie heeft gemaakt op een camping in Bretagne. Dat was een ernstige zaak, daarom nam hij een andere vriendin. Ik weet ook nog waar het over ging: zijn geflirt met vrouwen in het algemeen en op deze Bretonse camping in het bijzonder. Maar hoe hij heet, terwijl we telkens als we elkaar ontmoeten even een praatje maken, al sla je me dood en de bewuste vriendin heb ik niet eens gekend. Dat ze lang rood haar met krullen had, dat blijft moeiteloos hangen en ook dat ze mollig was en een gouden brilletje droeg. Misschien had ze dat laatste beter niet gedaan. Bijziend en bij voorkeur ook een beetje doof zijn betere ingrediënten voor een bloeiende relatie dan altijd alles maar goed in de gaten hebben. Otto? Lothar? Het is geen gewone naam, dat herinner ik mij wel. Niet banaal genoeg voor mij. Oscar?
We gaan fuseren Fons, jouw GL en mijn PvdA! Mark my words! Ik weet wel dat je zoiets liever niet hebt, maar daar moet je toch maar even doorheen, we willen nou eenmaal graag verder. Over Mark gesproken trouwens, wat een loze stampei nou toch weer deze week vanwege die sms’jes. Ik kreeg al een hekel aan het Nederlandse volk toen het zo buitensporig uit zijn dak ging over die andere functie van Omtzigt, maar nu kan het wat mij betreft in zijn geheel opzouten naar de Costa del Sol, Turkije, Chersonissos of waar het verder maar weer als vanouds naartoe vliegt. En de oppositie – Klaver helaas voorop geruggesteund door mijn eigen Volkskrant, die ook almaar tendentieuzer wordt – ontdekt nu een heus patroon in het gedrag van de minister-president, maar mag wat mij betreft onderhand ook wel eens met haar eigen inflatoire Ruttebashingpatroon naar de dokter. Bah, wat zijn die lui tenenkrommend door de bodem van het belachelijke gezakt. Sms’jes nota bene! Dat zijn wat vroeger korte telefoongesprekjes waren. Die moet je dus nou ineens allemaal opslaan en archiveren. Gewone face-to-face gesprekjes? Ook opnemen. Allemaal opnemen en archiveren. Wil je nog vertrouwelijkheden uitwisselen, moet je ze maar mimen. Hoewel, mimen is ook prima vast te leggen met de mobiel. Het kan, dus het moet. Zomaar een beetje knipogen, grimassen, een wenkbrauw optrekken, dat doen we niet meer hoor, hoe moet de oppositie haar controlerende taak anders in godsnaam nog vervullen.
Trouwens al die bewinds- en andere lieden die zo’n corona-sms-je van Rutte ontvingen, hebben die ook alles waar niet expliciet de opdracht tot archiveren bij stond gewist? Mochten zij dat wel?
Nog één zo’n genante wanvertoning en ik stem de volgende keer op Rutte.
Qua inflatoire tendenzen overigens hebben wij hier in huis, als ervaringsdeskundigen op het gebied van Vienetta en Cornetto, een zekere krimpflatie menen waar te nemen. Ze doen water bij het ijs, Fons! Het smaakt namelijk dunner, vinden wij. Maar goed, dat geeft niet, als ik Vienetta was had ik het ook zo gedaan en wij consumeren gewetensvol door. Soms weten we het ook niet heel zeker. A. beoordeelt de chocozoenen van Buys bijvoorbeeld extra kritisch op inhoud en formaat, maar neemt er nu bij twijfel toch maar zeven in plaats van zes. Wij boomers worden wel van alle kanten beschimpt, bespogen en bespot, maar als de grijze golf onder de consumptie wegvalt, zakt de hele economie in elkaar als een pudding zonder plum.
Dus gingen wij zonet – zondagmiddag – een eind fietsen om die chocozoenen er weer af te krijgen, komen we mijn stalker op zijn racefiets tegen, herkent hij me niet! Zie je nou wel, riep A. opgetogen over haar schouder, dat je aan aanwezigheidszwakte lijdt? ‘Dat de burgemeester je niet herkent, alla, maar je bloedeigen stalker, dan ligt het toch echt aan jou!’ Zulke dingen, bedoel ik, versta ik niet.
Wat gaaf Fons, dat je dankzij de Oekraïners hebt ontdekt dat je een leeftijd hebt. Echt, pas als je dat weet kun je verder en proberen te berekenen welke leeftijd precies. Ik zeg altijd maar 83 tegen de mensen, dan hoef ik enerzijds niet zo diep na te denken en oogst ik anderzijds toch vaak wel op z’n minst één opgetrokken wenkbrauw, omdat ze me meestal een jaar of zes, zeven jonger hadden geschat. Het zijn er ruim elf, maar dan nog, dat hoeven zij niet te weten, ik heb tenslotte ook geen idee hoe zij heten. Mijn tante Door zegt altijd op de vraag hoe oud ze is: ‘Ik ben van 1932, rekent u het verder zelf maar uit’.
Terug naar de Oekraïners: dat je met de andere vrijwilligers plus jouw leeftijd zo’n Ikeabed in elkaar hebt geknutseld vind ik lintjeswaardig. Vooral ook gezien de door jou geconstateerde inefficiëntie van vrijwilligers, die inderdaad een wezenskenmerk van de soort vormt. Als je niet over inefficiëntie beschikt, word je gewoon niet aangenomen als vrijwilliger. Het staat bovenaan het lijstje met sine qua nons, als ik me even zo mag uitdrukken. Niet kunnende samenwerkende staat er meteen onder, op een fraaie tweede plaats. Dit zijn slechts enkele van de absolute voorwaarden voor het in dienst mogen treden als vrijwilliger. Heb ik je al eens verteld over onze Stuurgroep Cultuur, waarbinnen ik een prominente bestuursfunctie vervul? Anders binnenkort maar weer eens, hè? We gaan een congres organiseren!
Het schilderijtje van Zlata vind ik mooi en aandoenlijk. Bij haar naam, die Goud betekent, schoot mij spontaan ook die van Zlatan Ibrahimovic tebinnen, die de Gouden Bal nooit won, maar jij hebt geen idee wie dat is, dus daar hebben we nou niks aan. De kwestie is: als je mij een voornaam geeft, al is het maar een stukje, komt de rest vanzelf. Hou die gedachte vast als troost voor als je ook 83 bent.