Stress

Iemand wou zichzelf door een periode heen manifesteren, las ik ergens. Het was iets met yoga, mediteren en andere zelfontwikkelingshulp in tijden van maatschappelijke stress. Ik weet nog niet hoe, maar dat wil ik ook: mezelf door deze periode heen manifesteren. Niet gewoon ‘Hoi, hier ben ik weer’, maar meer ‘Dit was ik, toen manifesteerde ik mijzelf door de PVV heen en nu ben ik zo!’ Maar dan zonder yoga.

Onlangs, tweede week augustus, hoorde ik een overnamegesprekje tussen twee presentatoren van NPO4, de klassieke zender. De één (1) kwam, de ander (2) vertrok.
1. Ik kom altijd op de fiets naar het werk.
2. Ik ook.
1. Onderweg luister ik naar een podcast of muziek, jij?
2. Ik heb nooit oortjes in op de fiets.
1. Geen oortjes? Maar hoe luister je dan?
2. Ik luister gewoon rechtstreeks naar de vogels en neem de omgeving in me op.
1. Dat meen je niet! Geen oortjes in tijdens zo’n tocht? Heb je daar de rust voor?

Multitasken Fons, de generaties na ons hebben geen tijd meer voor maar één ding. Terwijl dat vroeger toch zo’n staande uitdrukking was: hou op met zeuren, pappa kan maar één ding tegelijk. 

Moeders konden zodoende multitasken in één zin, met die dubbele boodschap erin, waarmee ze hun man enerzijds in bescherming namen tegen zijn irritante kind en anderzijds duidelijk maakten dat hij iets niet kon en zij wel.

En als je dan in je onschuld vroeg ’tegelijk waarmee kan pappa maar één ding?’ knepen ze je in je bovenarm, in dat zachte stukje aan de achterkant, midden in de blauwe plek nog van de vorige keer. 

De huidige jonge vaders echter kunnen zelf ook minder goed multitasken dan ze denken. Ze lopen aan ons huis voorbij met hun kinderen van twee, drie en kijken op hun mobiel. De kinderen vragen nog wel ‘wat is dat pap, kijk dáár?’, maar krijgen geen antwoord, behalve soms zoiets als ‘Hier blijven Joey, niet op de weg!’ Als Joey 6 is, vraagt hij niks meer, maar tuurt, voortstiefelend op net zulke O-beentjes als zijn vader, ook op zijn mobiel. 

Ook nog even in het kader van de maatschappelijke stress terugkomend op jouw ervaringen met de exotische denkwereld van PvdA’ers: wat is jou eigenlijk precies duidelijk geworden over de reserves onder sommigen van hen over samenwerking met GL? Gaat het dan om de kloof tussen laag en hoog opgeleid? En daarmee samenhangend die tussen vooral eigen economische bestaanszekerheid en een wat ruimer zicht op natuur, dierenwelzijn en milieu? Om cultureel bepaalde verschillen misschien tussen dwepen met André Rieu en zwijmelen bij Gidon Kremer? Of een beetje van dit en een beetje van dat? Linksom of rechtsom of beter nog door het midden, maar eigenlijk toch gewoon het liefst linksom, hoop ik met jou dat GL/PvdA niet alleen in Voorschoten één partij wordt. 

Als jij daar nou het meer praktische werk voor doet Fons, probeer ik mij overal zo positief mogelijk doorheen te manifesteren.

Mag wel, hoeft niet…

Gewoonlijk schrijf ik langere blogs dan jij. Jij zit vaker te piekeren: waar zal ik het nu eens over hebben. Bij mij rolt het er makkelijker uit. Denk jij.

Laten we maar es kijken dan. Zo hebben wij hier mijn voeten tijdens het lezen van het weergaloos goede De Zwijger van René van Stipriaan over Willem van Oranje. Het is een rechter (R) en een linker (L) voet. Samen vangen zij het boek op als het omvalt. Meestal valt het om als ik probeer op te staan.

Ik ben op p. 97. Willem heeft net zijn eerste kind en 250 Bourgondische dorpen platgebrand. Nou ja, dat kind, samen met Anna van Buren, heeft hij niet platgebrand natuurlijk. Hij kon niet overal tegelijk alles platbranden. Maar waar het om gaat: de schrijver is zowel historicus als Neerlandicus, een unieke combinatie, omdat mijn voeten dan ontspannen op de voetensteun, onder het boek op zijn eigen voetstuk in de vorm van een boekenplankje op het dienblad over de armleuningen van de fauteuil, kunnen blijven liggen zonder telkens te struikelen over grammaticaal of anderszins stilistisch hobbelige zinnen. Om het boek heen heb ik ter bescherming het omslag van De Ontdekking van de Hemel gedaan, omdat buurman Frans, die mij De Zwijger uitleende nadat ik hem De Bourgondiërs had gegeven, de omslagen van zijn boeken altijd bij hem thuis houdt. Als ik dan een vlekje op het harde kaft maak, kan hij er gewoon weer zijn ongerepte omslag om doen. Ik bezoedel nu alleen mijn eigen omslag van De Ontdekking van de Hemel. Dat was een minder dik boek, dus het omslag wil niet zo heel goed om De Zwijger heen. Zie dan de boel maar eens niet te verontreinigen met bijvoorbeeld Emmenthalervingers als A. je rond 16.30 een stukje kaas komt brengen. ‘Hier, dit moet op.’ Dat je niet denkt dat het om liefde gaat of zoiets. Maar tot op heden, p. 97, gaat alles goed dankzij mijn ingenieuze leesstoel-met-boekenplankje-op-dienbladconstructie. Een misschien gering maar wel gevoelig nadeel van deze constructie is dat ik niet meer zonder schrammen, bultjes en blauwe plekken zelfstandig uit die stoel kan komen, hoewel hij volgens zichzelf een sta-op-stoel is, maar als De Zwijger van zijn voetstuk valt, moeten mijn eigen voeten hem wel eerst opvangen. Je snapt zo wel beter waarom de meeste mensen niet eens beginnen aan het lezen van een boek. Toch weet ikzelf ondanks al die tegenslagen telkens weer min of meer tot wederopstanding te geraken. Eigenlijk bestaat er te weinig publieke waardering voor dit soort voorbeeldgedrag en by the way: als er zinnen als de voorgaande door mijn hoofd lopen, vraag ik mij nooit af waar ze nu precies over gaan, alleen of ze goed lopen, zonder te struikelen.

Dat is jouw probleem Fons, jij wilt ook nog over de inhoud van je zinnen nadenken. 

Dankjewel evengoed voor je correctie inzake de Rioms. Op eigen kracht was ik nooit achter die naamsverwisseling gekomen, maar jouw tekeningen worden er beslist niet minder fraai om. Niks Gustave of Georges: Alphonse willen wij!

Trouwens, nou we het toch over kunst hebben: jouw C. maakt inderdaad prachtige dingen. En dan wordt van zo’n sculptuur als haar imponerende vrouwenhoofd wel gezegd dat je gewoon alles weg moet halen wat geen imponerend vrouwenhoofd is, maar mij zou het toch minder goed afgaan. Ik kom er ook niet echt uit wat er precies mis is met die definitie van het gewoon weghalen. Hoe heeft ze het eigenlijk gedaan? Welk overbodig materiaal is er verwijderd? Klei? Ik denk klei.

Intussen loop ik bijna over van enthousiasme voor het team Harris-Walz. Niet goed natuurlijk, al die gelukzaligheid, eerst maar eens rustig afwachten hoezeer het gaat winnen straks. Maar laten we mij deze hemelse voorpret een poosje gunnen. Ik was niet eens meer latent depri door die andere twee, hoe zullen we ze noemen, wacht ik heb het: losers! Er ontstaan momenteel allerlei groepen als ‘Zwarte vrouwen voor Harris’, ‘Witte mannen voor Harris’, ‘Amerikaanse Joden voor Harris’ en zelfs ‘Republikeinen voor Harris’. Hoe weird wil je het hebben? ‘Trumpaanhangers voor Harris’. Nu alleen hopen dat ons team beschaafd blijft reageren en de scheldkannonades van de overkant demonstratief negeert. ‘Just weird’ volstaat.

Zitten we nog wel met die bestormers van moskeeën, opvangplaatsen voor asielzoekers en andere van islamitische sympathieën verdachte locaties. Ook deze bestormers branden bij voorkeur alles plat. Bij Willems troepen hoefde er wat hem betrof niks meer uit de as te verrijzen, maar de huidige beschermers van de westerse waarden willen onze mooie blanke jaren-50-samenleving terug. Ze doen het allemaal voor ons. Als zij zegevieren zijn wij wel allemaal dood, maar allah, ‘collateral dammage’ en elke revolutie eet haar eigen kinderen nou eenmaal op. Heilg verontwaardigd verzet tegen de islam als vermomming van rancuneuze vreemdelingenhaat.

Tot slot – want ik moet grasmaaien hier, om alvast te wennen aan de voorspelde broeierig tropische temperaturen morgen, als we naar een uitvaart in Amsterdam gaan – nog een wijze raad uit ‘Het Etiquetteboek voor de Jeugd’ (1530) van Desiderius Erasmus, iemand die duidelijk wèl nadacht over de inhoud van zijn zinnen, in dit geval één van zijn richtlijnen voor goed gedrag in gezelschappen:

‘Nooit de schaamdelen ontbloten als dat niet echt nodig is’.

Dus het mag wel Fons, maar alleen als het echt niet anders kan.