Waarom je sommige buren het land uit zou willen zetten…

Dat is een goed idee Fons: je blogs voor GL ook hier opnemen. Ik had overigens net toen deze van jou binnenkwam de stemchecker van de Volkskrant ingevuld – dat is iets anders dan de stemwijzer – en kwam uit op een voorkeursverdeling van mijn ziel ongeveer als volgt:
GL 27, PvdA 22, D’66 19, SP 18, PvdD 17… PVV 3, FvD 2. Waar de CU was gebleven heb ik zo gauw niet meer gezien. Helazigerwijze kom ik daar met de stemwijzer nogal eens op uit. Die ga ik straks even proberen, als ik alle kleine piepschuimfrutsels, die hier dagelijks onze tuin binnenwaaien door stomme aso-buren, weer zo goed mogelijk uit struiken, heg en gras weggeplukt heb.

Jouw engagement met milieu en duurzaamheid, inzonderheid onze waterhuishouding, deel ik beslist, maar in het algemeen vind ik dat partijen het dierenwelzijn er steeds een beetje plichtmatig bijslepen, terwijl dat in mijn ogen boven alle andere mooie strevens gaat. Dit is een persoonlijke obsessie, vrees ik. Althans van mij en de PvdD vermoedelijk, al gooit die laatste het ook steeds meer op milieu en duurzaamheid ten koste van de varkens-op-de-roosters. Het zal wel strategie zijn, om vooral degenen wie het voornamelijk om de eigen-ik-gezondheid gaat mee naar minder vlees te krijgen.

Sta mij toe even van de gelegenheid gebruik te maken voor een ander ‘links’ item, de vluchteling. Gistermiddag was onze Syrische overbuurman in zijn woonkamer aan het dansen met zijn dochtertje, vrolijk en uitbundig, op nogal luide muziek. Maar zijn buurman was niet thuis, daar had hij op gelet, en aan de andere kant hebben ze geen buren. Wij waren in de tuin aan het rommelen en zagen en hoorden het en vonden het leuk. Zoiets duurt bij hen meestal een half uur. Het noemen niet waard. Tot er ditmaal buren van verderop in de straat langskwamen. Zij keerden van een wandelingetje huiswaarts, waar zij met geen mogelijkheid iets van het dansvermaak zouden horen of zien. Toch hielden ze verontwaardigd halt en riep de vrouw van het stel tegen A., die nou eenmaal in de voortuin stond: ‘Het is een schande, hóór die Syriërs nou toch eens weer, wat een herrie, wat moet de buurman van die Syriërs daar wel niet een last van hebben!’ Dit schoot A., in wie de vrouw een medestandster vermoedde, volledig in het verkeerde keelgat. Want A. is alleen maar blij dat de overburen zich na zoveel ellende – je laat tenslotte wel alles achter je, zelfs, zo redeneert zij bovengemiddeld empathisch, al ben je misschien een oorlogsmidadiger – toch zo welgemoed een nieuw leven proberen te verschaffen. Dus sprak zij op afgemeten toon: ‘Die buurman is helemaal niet thuis, de vader heeft gewoon plezier met zijn kind, en waarom in godsnaam praat je zo over ze, waarom heb je het over ‘die Syriërs’, zijn die minder dan jij en ik?’ Nou, dacht ik, als hij inderdaad een oorlogsmisdadiger is, toch misschien wel een beetje. Maar dit zei ik niet, ik stond tenslotte een beetje achteraf. De vrouw deed haar mond een paar keer open en weer dicht, zoals Amerikaanse acteurs die verbijstering moeten spelen, mopperde nog iets verbolgens in de trant van ‘ze moeten zich áánpassen hier’ en liep toen door, veilig achter haar man aan naar huis. Ik was trots. Hoewel ook A. met alle buren liefst op goede voet staat, praat ze bekrompen volk nooit en te nimmer naar de mond. Daarna heb ik wel ruzie met haar gemaakt, omdat ze voorstelde dat ik ‘misschien ook maar eens GL’ moest stemmen, terwijl ik toch dacht dat ik PvdA was en op dat moment nog niet wist dat ik qua GL op 27 terecht zou komen vandaag. 27 Fons!

Weet jij trouwens waar dat voor staat, die 27?

Zuinig met water

18-2-2021

“Ik drink regelmatig kraanwater. Het is er altijd, er komt nooit geen water uit de kraan. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar dat is het natuurlijk niet. Al jaren horen wij dat het grondwaterpeil in Nederland te laag is, en grondwater is een belangrijke bron van drinkwater. De laatste tijd gaat het weer wat beter. Er is dit najaar de nodige regen gevallen, en ook de sneeuw in februari heeft geholpen om de tekorten aan te vullen. Maar er is meer nodig, niet meer regen en sneeuw, maar meer duurzame maatregelen om de watervoorziening op peil te houden. De opwarming van de aarde heeft de afgelopen jaren tot periodes van droogtes geleid. Regenval helpt wel wat, maar het is eigenlijk een druppel op een gloeiende plaat.

Ons land is beroemd om zijn strijd tegen het water. Een deel van het land ligt onder de zeespiegel. Wij zijn goed in het afvoeren van water naar de rivieren en naar de zee, om droge voeten te houden. Maar de klimaatverandering dwingt ons om iets anders aan te leren: water bewaren. We moeten nu meer gaan doen om rivierwater en regenwater op te slaan. Dat kan dan gebruikt worden in periodes van droogte. Volgens Deltares, kennisinstituut op het gebied van water en ondergrond, zijn er gebieden waar volop ruimte in de ondergrond aanwezig is om rivierwater op te slaan. De Veluwe, het grootste en hoogste zandgebied in ons land, is daar zeer geschikt voor. Via de Rijn en de Maas komt drie keer zoveel water ons land binnen dan er valt aan neerslag. Dit is zoet water dat grotendeels naar zee stroomt. We kunnen veel meer van dat water aftappen en opslaan, aldus Deltares.

Daarnaast zou het helpen als drinkwaterbedrijven minder grondwater gebruiken. Dat is weliswaar schoner en dus goedkoper te zuiveren, maar als het niet onbeperkt voorradig is, moeten we andere bronnen aanboren. Dat betekent dus meer investeren in waterzuivering.
Ook inwoners kunnen wat doen: een regenton aanschaffen en de tegels uit de tuin halen. Als we ons water beter managen, houden we genoeg over voor droge tijden.”

Mijn column mag maximaal 350 woorden beslaan. Dat is best kort, zeker als je wereld omspannende problemen wilt bespreken. Misschien moet ik gaan onderhandelen over meer plek in de krant?

Mag het een graadje minder?

Linie, het is verontrustend als je innerlijke waakgans is uitgevlogen. Je weet nooit of die ooit weer terugkomt. Ik kan niet je innerlijke waakgans zijn, maar misschien je politieke, die kabaal maakt als het de verkeerde kant op gaat. Ik schrijf af en toe een column in onze lokale krant over het thema duurzaamheid. Dat is een ruim begrip waar van alles onder valt. Ik zal de columns ook in onze blog zetten, zodat mijn inzichten ook de rest van de wereld kunnen bereiken. Ik begin gelijk met twee blogs, om er in te komen. En natuurlijk heb ik een bijbedoeling, zoals altijd. Wellicht kunnen mijn inspirerende teksten jou overhalen op 17 maart op de goede partij te stemmen: de mijne natuurlijk! Daar gaat-ie dan.

19-1-2021

“Onlangs heeft het flink gesneeuwd. Dat was vroeger normaler dan nu. Tegenwoordig komt in de winter de buitentemperatuur overdag nauwelijks nog onder nul. Het is één van de verschijnselen waaraan je kunt merken dat het klimaat verandert. Het is een bekend feit, dat de aarde opwarmt. Afgelopen eeuw steeg de temperatuur op aarde met gemiddeld 0,9 graden. In Nederland is dat volgens het KNMI nog meer: 1,7 graden. Van de laatste 16 jaren waren er 14 warmer dan ooit gemeten. Wetenschappers zijn het erover eens dat de mens grotendeels verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde. Hoofdzakelijk komt dat door onze uitstoot van broeikasgassen.

Er zijn overigens altijd broeikasgassen in de atmosfeer aanwezig. Dat is ook nodig. Ze houden de zonnewarmte vast en daarmee de aarde op temperatuur. Maar in de laatste jaren zijn er veel meer broeikasgassen geproduceerd en is er een extra broeikaseffect ontstaan waardoor de temperatuur op aarde is gestegen. De meest voorkomende broeikasgassen zijn CO2 en methaan. 86% van de door mensen veroorzaakte CO2 – uitstoot wordt veroorzaakt door de verbranding van fossiele brandstoffen: olie, kolen en gas. De toename van methaan komt o.a. door veeteelt. We zijn steeds meer dieren gaan houden voor de consumptie van vlees en melk. Door toedoen van de mens zit er nu zo’n 40% meer CO2 in de lucht dan 250 jaar geleden.

De gevolgen van de temperatuurstijging zijn ernstig: stijging van de zeespiegel, tekorten aan voedsel en drinkwater in sommige landen, afname van biodiversiteit, meer bosbranden, meer woestijnen. In Nederland kunnen we extremer weer verwachten: meer zware buien, meer hittegolven, zachtere winters, meer neerslag in de winterperiode en in voorjaar en najaar, en ’s zomers wordt het droger en heter.

De opwarming van de aarde is niet meer te stoppen, maar we kunnen wel de mate van opwarming afzwakken door de uitstoot van broeikasgassen zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast moeten we maatregelen nemen om ons aan te passen aan de klimaatverandering. Dijken verhogen bijvoorbeeld, maar ook zuiniger omgaan met water. Mag het een graadje minder? Nee, het móet een graadje minder!”

Klem- en andere tonen

De eerste 18 (achttien) (dix-huit, diciotto, achzehn, wie viel? eighteen, my dear) pagina’s van de Volkskrant dit weekend gaan weer over Corona. Aangezien ik alles daarover zo goed mogelijk oversla, heb ik al driekwart jaar een zee van vrije tijd en besef ik, na ruim een halve eeuw dagelijks minimaal drie uur zorgvuldig krantlezen, nu pas hoe fijn het is om hele bladzijden, wat zeg ik: katèrnen, gewoon over te kunnen slaan.

De vrijkomende ruimte wordt ook door A. benut voor diepgaander gesprekken met anderen, bijvoorbeeld onze hulp. Zo heb je kennelijk verschillende soorten naaimachines, die je op z’n minst kunt onderverdelen in gewone naaimachines en zogenaamde lockmachines. Dat hoorde ik ze elkaar tenminste wijsmaken. Ze hadden het vreselijk naar de zin, met hun neus halverwege in een bovengemiddeld dikke Bossche Bol gedipt. Een lockmachine maakt mooie zomen, hij snijdt af, zei de hulp. Ja, zei A., hij zigzagt en hij rolzoomt. Dus, luidde hun conclusie, is het een afwerkmachine, de prostituee onder de naaimachines als het ware. Ik besloot hier niet bij te gaan zitten

Maar dit hield ik niet lang vol, met name omdat er sprake bleek van een derde Bossche Bol. De conversatie ging intussen, nog steeds vrij diepgaand, over eenden. Een mannetjeseend heet een woerd, zeiden zij. Een vrouwtjeseend heet gewoon een eend. Wat, vroegen zij elkaar af, is hier aan de hand? Dus legde ik ze uit dat bij vogels – en verstandige dieren in het algemeen – het vrouwtje de norm is en het mannetje de meestal deplorabele afwijking. ‘Een mannetjesgans’, zei ik, ‘heet een ganzerik, gent of gander, een vrouwtjesgans heet gewoon een gans. Bespreek dit.’ Maar dat wilden ze niet. Wel was de hulp benieuwd wat deplorabel betekende en stelde zij vervolgens vergenoegd vast dat dit in ieder geval inderdaad wel klopte voor Sjaak (haar echtgenoot).

Maar ik word wel een beetje sloom van die Corona. Zo las ik een artikel over allerlei onderzoeken aangaande de kleinste deeltjes waaruit wij zijn opgebouwd. Er werd kritiek geuit op verschillende veel te snel uitgevoerde Corona-onderzoeken. Shit, zat ik toch weer in een stuk over Corona. Nou, dapper door maar. Eén van die onderzoeken betrof het pruton. Wat prutonen waren wist ik niet precies. Ik las verder en ondertussen dacht ik zijdelings aan de kleine deeltjes die ikzelf kende en die leken op een pruton, zoals een neutron, een positron en natuurlijk het goeie ouwe elektron. Higgs. Quark. Antiquark. Maar een pruton? Ik las het artikel uit en legde de krant terzijde. Eerst even een half uurtje lopen misschien, want van Professor Scherder moet dat drie keer op een dag en voor je het weet is het alweer avondklok en heb je nog geen stap gezet. Bovendien gaan bij beweging de hersens ook een beetje de lock out, heb ik gemerkt. Kauwgum is feitelijk al voldoende om ze zelf op eigen kracht aan de wandel te krijgen. Lukt het cryptogram niet? Even wat kauwgum erbij en klaar is Kees. Zo dacht ik tijdens mijn kauwgomloopje ineens: ‘Hé, het is wel een pruton, hè? Niemand heeft het hier over een TRON! Een pruton is hooguit vergelijkbaar met een foton!’ Ik pakte Google er mobiel bij en vroeg ‘wie weet er wat prutonen zijn?’, maar Google snapt opvallend vaak niet wat ik bedoel en komt dan met kalmerende suggesties in de trant van ‘Doe hier een test om achter je passie te komen’. Thuis doe ik zoiets ook altijd meteen, maar nu stond ik onder een plataan op de markt, waar op dat moment ook een heel klein stukje van mijn Bestuur halt hield, zodat ik eerst weer moest praten over Cultuur en Waarom daar Nooit wat van Terecht komt bij Ons. Dit specifieke kleine stukje Bestuur dacht dat het kwam door de Corona, omdat het niet onzinnig, zelfs bepaald wel handig, lijkt daar alles op te gooien waar momenteel niks van terecht komt. Zonder Corona, gaf ik toe, zou ons dorp een vibrerend centrum van intellectueel debat kunnen zijn. Dat leek haar ook wel, al had zij op de man af gevraagd ook geen idee wat bijvoorbeeld prutonen zijn. Eenmaal thuis pakte ik de krant er nog eens bij. Het betrokken woord was afgebroken na ‘pruton-‘. Op de volgende regel stond niet zozeer ‘onderzoek’, als wel ‘derzoek’. Het ging over een prutonderzoek.

Ook interessant en wel hierom: vervolgens las ik dat een bekende schrijver binnenkort een ‘auteur-stoer’ ging doen, wat ik automatisch interpreteerde als iets nieuws, een podcast of zo, waar ik geen sjoeche van had, een auteur die iets stoers ging doen. Dat willen ze allemaal vandaag de dag. Dan gaan ze in een talkshow zitten of Obama interviewen of meedoen aan een quizz of andere stoere challenge. Zo ongeveer redeneerde ik, totdat mij wat verderop tactvol werd uitgelegd dat het hier om een scholentoer ging, een reisje langs basisscholen die een auteur kunnen uitnodigen om iets uit zijn werk te komen voorlezen.

Oh Fons, waar zou mijn innerlijke waakgans zijn?
Voorgoed uitgevlogen?