Ons en Wij…

Dus ik zeg tegen mijn vriendin: ‘Als ik nou straks dement ben en niet meer weet wat je allemaal voor mijn geluk hebt gedaan, dan alvast sorry’. Zegt zij: ‘Mens ik kan zelf de sudoku’s al niet meer!’.
Toch die belastingformulieren nog maar even checken misschien.

We worden, sinds tot de Syrische vluchtelingen is doorgedrongen dat wij niet van de Jehova’s waren, met grote, echt uitzonderlijke, voorkomendheid door met name de echtgenoot bejegend. Zwierig buigen bij elke begroeting, die op zich al niet beleefder kan: ‘Dág mevrouw, een hele goede morgen!’
Misschien oefent hij zo zijn Nederlands.
Maar het maakt gewoon ook veel verschil of je geen Jehova bent.

Ja, die publieksreactieversterking bij Lubach, daar worden we het niet over eens. Ik kan me eenvoudig niet voorstellen dat er zó hard gelachen wordt bij zúlke melige woordspelingen. ‘Laten we elkaar geen pandemietje noemen’. Je bijt toch liever je tong af? Ik vind zijn analyses scherp, maar kan om zijn grappen hooguit af en toe glimlachen. Een beetje als een boer met kiespijn. En een beetje zoals bij Joep van ’t Hek. Maar bij Van ’t Hek, door zichzelf altijd zo vertederd ‘Joepie’ genoemd, lachen de mensen vooral overdreven hard om de anderen te laten merken dat ze alwéér een clou begrepen hebben. Van VPRO-publiek verwacht ik zoiets niet. Nou ja, ieder zijn bubbel.

Iets meer hoofdbrekens kost mij jouw exposé over moslims versus ‘onze’ cultuur en hoe ‘wij’ hen al of niet moeten bejegenen. Bij ‘ons’ horen, vind ik in mijn hart, toch ook de immigranten, zelfs als ‘wij’ ze niet aardig vinden. Wij zijn een land dat door de eeuwen heen vergeven is van  im- en emigratie. Soms werd een heel volksdeel vervangen. De Bataven de voorouders van alle Nederlanders? Voorzover ze überhaupt in Nederland zaten, hebben ze in de derde eeuw allemaal de wijk genomen, vrijwillig of gedwongen mee met de zich terugtrekkende Romeinen. Ik weet niet meer precies wie ervoor in de plaats kwamen, maar ik vertrouw ze so wie so niet. Stammen kwamen en gingen, Portugese Joden werden opgenomen, een golf Hugenoten overspoelde het land. Nu eens hadden wij profijt van de komst van nieuwkomers of het vertrek van oudgedienden, dan weer zagen we ze liever allemaal gaan. ‘Onze’ cultuur van dit moment is het resultaat van allerlei troepenbewegingen door de eeuwen heen. Net zoals wij, als mensheid van nu, ook slechts het voorlopige resultaat zijn van heel veel evolutionair gesodemieter. Mensen, mensen, blijf toch gewoon thuis! Een beetje meer Corona en een beetje minder eeuwigdurende bijstand van Maria zou al een hele uitkomst zijn. Enerzijds verjongt het lekker, die Corona, en anderzijds blijft iedereen fijn binnen. Wel plant de moslim zich daar dan weer tien keer zo hard voort als de rest, maar dat hou je toch niet tegen, al stuur je er honderd uilen van Minerva op af. Bijgevolg zal onze cultuur in Nederland er over pakweg een eeuw wellicht wat minder aangenaam uitzien dan jij en ik nu gewend zijn. Gelukkig zijn jij en ik er dan niet meer. Of misschien zitten we in China, waar we na de eerste schok der reïncarnatie op aarde blindelings reageren op alle bij de geboorte reeds geïmplanteerde gedragsmanipulatiechips. Maar voor vrouwen zal het er vast beter toeven zijn dan in Nederland tegen die tijd.

Als trouwens íemand onze democratie ondermijnt, met zijn Pools-Hongaars aandoende verdachtmakingen van vrije pers, rechterlijke macht, universiteit, bestuurders en kunstenaars, is het onze bloedeigen Thierry Baudet wel, die trouwens zelf in de napoleontische tijd vanuit Frankrijk naar ons is overgewaaid en allerhande vreemde smetten in zijn aderen heeft. Veel subtieler dan zo’n ‘poppenkast’ snerende imam is de minachting die Baudet tentoonspreidt voor onze democratie, maar juist daarom ook, denk ik, veel gevaarlijker.

Intussen zijn wij hier qua homeopathische verdunning enorm aan het collaboreren met de Syriërs. Vanmiddag, toen ik met een kennis stond te praten, die een grote laurierstruik kwam brengen om daarvoor in ruil haar halfwekelijkse zakje Volkskrant van ons mee terug te nemen, riep de echtgenoot, die aan de overkant met z’n vader, z’n vrouw en een vriend wat stond te dollen, naar mij:
‘Mevrouw, mevrouw!’
‘Ja, wat is er?’
‘Een hele goeie middag mevrouw, wij hebben een nieuwe auto gekocht!’
‘Ach, eerlijk? Wat goed! Maar welke is het dan, ik zie hem niet.’
Weer die joviale grijns, terwijl hij schuin naar beneden wees, naar iets op straat. Ik ging op mijn tenen staan en tuurde over de gemeenteheg. Daar, bij zijn kuiten, karde zijn dochtertje rond in een spiksplinternieuw zwart glanzend elektrisch autootje, type Mercedes Benz. Ik schoot in de lach:
‘Ach, wat mooi… ja, je moet klein beginnen!’
Dat vonden zij met z’n allen ook.
Het wordt een gezellige zomer.

Vrouwenhanden schudden mag niet meer

Nog even over je voorlaatste blog. Ik wist wel dat er publiek zit bij Lubach. De camera zwaait wel eens naar de zaal, en dan zie je het publiek zitten. Jij wilde dat nooit geloven, en ik dacht: laat maar, ik weet wel beter. Dat denk ik trouwens vaak. Maar dat van die publieksreactieversterker wist ik ook niet. Net als jij wist ik niet dat dat bestond, en ik vind het nog steeds een sterk verhaal. Volgens mij is het nepnieuws. Lubach is één van de weinige nederlandse TV-programma’s waar ik de TV voor aanzet. Het is niet allemaal geweldig wat hij presenteert, maar ik blijf hem toch volgen.

Wie ik ook altijd volg is Bill Maher (dat spreek je uit zoals je het schrijft), een amerikaanse talkshow host, die elke vrijdagavond zijn show presenteert. Deels zijn het monologen, deels interviews. Hij is de meest welbespraakte Trumphekelaar die ik ken. Hij is grenzeloos creatief in het afzeiken van de amerikaanse president, althans de huidige. Ik zie de show nooit rechtstreeks, maar altijd een dag later, op zaterdag, en dan in stukjes op YouTube. Hij wordt gedreven door een niet aflatende verontwaardiging over wat er in het Witte Huis gebeurt en over de aftakeling van het amerikaanse politieke systeem. Hij laat geen gelegenheid onbenut om de wantoestanden in Washington en in de samenleving in het algemeen aan de kaak te stellen. Hij overdrijft wel eens, maar hij slaat de plank zelden mis.

Die flagrante minachting voor vrouwen in de moslimcultuur is niet iets wat moet kunnen in onze cultuur omdat moslims nu onderdeel zijn van onze cultuur, want moslims zijn helemaal geen onderdeel van onze cultuur. Wat ik vooral waarneem is dat veel moslims juist geen deel willen uitmaken van onze cultuur, zich weinig aantrekken van wat wij belangrijk vinden, en hun eigen gewoontes houden, inclusief het minachten en achterstellen van vrouwen. Ik kan jouw redenering dat je de redenering van die Utrechtse moskeevertegenwoordiger wel kunt volgen niet volgen. Volg je me nog? Hij woont hier wel, maar hij is niet van ons, dat wil hij zelf niet. Hij kijkt op ons neer, net als op zijn vrouw. Hij weet het beter. Maar niemand mag zeggen: ik woon in een tolerante cultuur, dus ik mag grenzeloos intolerant en respectloos zijn. Dus natuurlijk kun je daar geen begrip voor opbrengen. Zo ken ik je weer.

En nu we het toch over ongewenste indringers hebben: ik zag dat bij jullie drie mensen het corona-virus hebben, bij ons nog niemand. Jullie horen daar toch niet bij mag ik hopen? Ook in onze supermarkt wordt druk gehamsterd. Het enige dat die paniekzaaiers ermee bereiken is, dat de aanvoer van levensmiddelen wordt ontregeld. Ik hoorde gisteren op TV iemand zeggen dat de mensen hamsteren omdat de schappen in de winkels leeg zijn. Als je dat ziet geloof je toch je oren niet! Dan zijn je hersens toch door het virus aangetast!

Net als jij wil ik er niets meer over horen. Al heb ik nog wel een paar tips voor het niet schudden van handen . . . .

Het is zoals het is…

Het is weer belastingtijd, dus Nederland zwoegt de gegevens bijeen. Het vergaren van de Jaaropgaven vormt een opgave op zich, vreselijk deprimerend, maar het moet gebeuren zeg ik altijd tegen A., die zich dan weer zuchtend op haar zolderkamertje terugtrekt en voor mij aan de slag gaat. Geen werk voor blanken immers en zij gaat er prat op ooit in een vorig leven een Chinees geweest te zijn, een hoer meen ik zelfs, maar de finesses in die richting zijn mij enigszins ontschoten. Maakt niet uit, zolang de Heer het maar afstraft met de belastingen. Mooier kan Hij het ook niet maken. Het is zoals het is.

De vormgeefster en ik hebben vandaag ons Oorlogsdagboek van Marie van Kessel eindelijk klaar voor de drukker. Het was een vrij enerverende bevalling al met al, maar het resultaat mag er zijn. De vormgeefster werd voor haar aandeel ingehuurd door ons Bestuur en krijgt er ook leuk voor betaald. Zelf heb ik er ongeveer 80 uur in zitten, maar ik krijg niks, want ik ben vrijwilliger. Het is zoals het is, jij kunt ervan meepraten met je inspanningen voor Groen Links. Pure bezieling, dat is wat ons drijft. Geen tocht zo mooi als hartstocht. Hoe zei de dichter het ook weer: het leven heeft geen zin, maar wij wel!

A. vindt dat ik bekakt praat. Zoals prinses Beatrix, maar dan erger. Ik ben het er niet mee eens. Dat wil zeggen Beatrix praat wel bekakt, maar zelf praat ik eerder voornáám, wat men eenvoudig doet omdat men zoiets is. Als je voornaam bent, moet je daarvoor uitkomen, lijkt mij. Als je gefrustreerd bent, moet je dat ook gewoon laten zien, via Carnaval en zo, weet ik het, voetbalvandalisme, met veel vertoon van minachting democratie poppenkast noemen. Ik kan er bovendien niks aan doen, net als zo’n imam. Het is zoals het is. Toen ik een jaar of tien was, kreeg mijn broer van zestien een bandrecorder met Sinterklaas. Prachtig, nog nooit zo’n mooi cadeau gehad! Hij ging er ons meteen mee interviewen. Eerst mijn ouders, toen zijn oudere broer, mij als laatste.
‘En dan komen we nu bij de bekende schrijfster van kinderboeken, Amalia Kip. Juffrouw Kip, hoe bent u zo tot schrijven gekomen?’
‘Nôh, ik dach ik moe boek’n gaan schrijm. Met boek’n kuj zeng waj wilt. Da kank hier int daagluks leem nóóit.’
Waarop mijn moeder geschrokken ‘och toch!’ zei, mijn vader vroeg ‘wat zegt dit kind?’ en mijn andere broer al maar vast de bandrecorder in beslag nam. Zo lagen de verhoudingen nou eenmaal. Maar sinds ik mijn eigen stem op dat ding terughoorde en van ontzetting alle overgebleven marsepeinen appeltjes achter elkaar naar binnen propte, ben ik mijn best gaan doen mijn taalgebruik meer in overeenstemming met mijn eigenlijke imborst te brengen, waarbij misschien inderdaad een weinig van overcompensatie sprake is geweest, maar toen ik dat doorkreeg, was het te laat. Het is net als met laag- en hoogconjunctuur in de kapitalistische economie: je krijgt het nooit meer helemaal in het gareel.

Ja, jij denkt alwéér een blog van de overkant? Is het daar dan nooit eens stil? Nou, juist omdat het zo stil is, krijg je er alweer een. Wat wil het geval? Er worden in het trapveldje hier tegenover 29 nieuwe huizen gebouwd. Dat wil zeggen men is nu nog bezig met het grondverzet, het verwijderen van bomen en struiken, de aanleg van leidingen en zo voort. Daarbij wordt wel de hele buurt rondom zo’n beetje opgebroken en beginnen de stratenmakers ’s ochtends vroeg om 7.00 reeds te drillen met hun drilmachines. Tegen die tijd slaap ik normaal gesproken krap 2 uur. Dat is ook wat het is, historisch zo gegroeid. Vanochtend echter leek het wel of wij in de hemel woonden. Je weet wel: het paradijs, met de bijbehorende paradijselijke rust. Want met ingang van vandaag werken blijkbaar ook de stratenmakers thuis. Bovendien is het op het aanpalende fietspad aanmerkelijk rustiger met scooters, brommers en ochtendkriekende dronkenschap. Dus bijna 5 uur slaap gehad, dan wil er waarachtig wel weer een blogje uit.

Leve het Coronavirus.
Dat het nog maar een poosje rond mag blijven zweven!

Politieke correctheid

En zo kwam het dat op 5 maart 2020 de GroenLinks-wethouder van Voorschoten in de gemeenteraad meedeelde, dat zij met onmiddellijke ingang haar functie neerlegde. In het persbericht heette het, dat de fractie en de wethouder moesten constateren, dat de wethouder steeds moeilijker de steun van de raad wist te krijgen voor de moeilijke dossiers waar zij verantwoordelijk voor was. Zoals bijvoorbeeld de energietransitie, de verduurzaming van woningen en de vergroening van de gemeente. En dat het voor de wethouder dus maar beter was om te stoppen, om stagnatie of eventuele crises vóór te zijn.

Ik zat op de publieke tribune toen de wethouder haar mededeling deed. Ze liet haar aankondiging vergezeld gaan van een korte toespraak waarin zij zich afvroeg of onze gemeente wel in staat is om alle taken en opdrachten die bij de gemeente zijn neergelegd zelfstandig uit te voeren. Zij beantwoordde de vraag niet, maar het was duidelijk dat zij bedoelde: nee natuurlijk niet. Maar het is ook duidelijk dat de gemeenteraad niet staat te juichen bij het idee, dat wij ons aan andere gemeenten uitleveren. Ik schat in dat we voorlopig nog even op de oude voet doormodderen.

Ik heb de laatste tijd de nu vertrokken wethouder wat meer van nabij leren kennen. Het is iemand met een jarenlange politieke ervaring als raadslid en een enorme dossierkennis. Maar ik vind haar vooral erg integer en met het hart op de goede plaats. Zij deed onlangs een beroep op mij om een vacante zetel in één van de raadscommissies te gaan bezetten. Als toelichting zei ze er bij, dat het zwaar en ondankbaar werk is, frustrerend, met veel teleurstellingen en weinig successen, en je wordt er ook niet populair van. De ambtelijke ondersteuning laat vaak te wensen over, en ook fracties in de raad doen regelmatig hun best je de voet dwars te zetten. Maar, zei ze, ondanks dat moeten de goeden bereid blijven tegen de verdrukking in het goede te blijven doen, anders krijgen de schreeuwers en de dommeriken het voor het zeggen en dan kunnen we allemaal wel inpakken. Het klonk ook een beetje als een compliment in mijn richting, maar wat mij vooral aansprak was dat zij er geen doekjes om wond. Ik heb er altijd al een hekel aan gehad als mensen mij de zaken mooier voorstellen dan zij zijn. De wethouder deed dat niet, ze vertelde mij onomwonden hoe het is, wellicht ook omdat ze, zo kort voor haar vertrek, haar hart wilde luchten. Hoe dan ook, zij wist mij te raken met haar gloedvolle betoog. Het komt niet vaak voor dat iemand met zoveel passie een beroep op mij doet. Ik doe er goed aan haar appèl zeer serieus te nemen.

Integriteit, eerlijkheid, passie, kennis van zaken zijn belangrijk in de politiek, maar blijkbaar niet genoeg. Je moet ook een handige verkoper zijn, een goed debater, met wat trucs en handigheidjes achter de hand, en een oplettend oog voor de opzetjes van de oppositie. Daar vond ik de wethouder niet in uitblinken. Onlangs werd zij in een debat door een oppositioneel raadslid verdacht gemaakt, als zou zij een verborgen agenda hebben. De wethouder kwam toen niet verder dan een onthutste ontkenning. Het is op zo’n moment blijkbaar niet iemand die zo’n verdachtmaking goed kan pareren. Ze had natuurlijk niet kunnen zeggen: “Houd je bek, trut, of ik schop je de zaal uit”, maar een stevige repliek was zeker op zijn plaats geweest. In plaats van temidden van het politieke geharrewar had ik haar liever boven de partijen zien functioneren. Daar zou ze beter tot haar recht zijn gekomen. Niet gehaaid zijn beschouw ik als een goede eigenschap.

We hadden gisteren in eigen kring nog een korte discussie over politieke correctheid, nou ja, geen discussie, maar meer onszelf en elkaar bevestigen in ons eigen gelijk. GroenLinksers vinden politieke correctheid, wat dat dan ook is, erg belangrijk, en ze gaan er ook prat op dat ze dat zijn: politiek correct. Maar er zijn de laatste jaren veel andersdenkenden bijgekomen, die politieke correctheid abject vinden, arrogant ook, er van over hun nek gaan, en het ook als scheldwoord gebruiken, of op zijn minst als een verwijt. Wij vinden dat die mensen geen gelijk hebben. En daar laten we het dan bij.