Rotkop

Ik heb nu al zo’n anderhalf jaar rode vlekken op mijn gezicht. Daar ben ik voor behandeld. Ruim een jaar geleden ben ik ervoor naar de huisarts geweest, nou ja, een mevrouw in een truitje en spijkerbroek, ik had haar nog nooit gezien, weer een nieuwe, dacht ik, en toen ik tegenover haar ging zitten, ging ik mij ongemakkelijk voelen: een groot deel van haar gezicht zat vol rode bultjes en vlekken! Daarbij vergeleken stelden die van mij niks voor. Ik voelde mij zowat bezwaard om mijn probleempje aan de orde te stellen. 

Daarom begon ik maar over mijn bloeddruk, of ze die eens wilde meten want ik vertrouwde het niet. Die bleek 140 over 85 dus dat was in orde, maar zij begon te informeren naar hart- en vaatziekten in de familie, en toen ik vertelde dat mijn vader ooit een hartoperatie heeft ondergaan, gaf zij mij opdracht bloed te laten prikken en urine in te leveren, “want met het oog op uw vader en gezien uw leeftijd is dat toch maar beter”. Daar heb ik nou zo’n hekel aan: ga je voor het één, sturen ze je door voor iets anders. Had ik mijn kop maar gehouden. Toen keek ze naar mijn hoofd en zei: dat ziet er uit als eczeem, daar krijgt u twee zalfjes voor. En toen stond ik weer buiten, met een plastic plasbekertje. Hoewel ze zeer (hulpv)aardig was geweest, had ik op de één of andere manier niet het gevoel dat ik bij een dokter was geweest.

Van de twee zalfjes heb ik er één gebruikt, de andere was ook niet verplicht, alleen maar goed voor erbij. Op de bijsluiter stond: niet gebruiken bij overgevoeligheid voor hydrocortisonacetaat of bij jeugdpuistjes. Kijk, dat zijn van die nuttige tips waar je er nooit genoeg van kunt krijgen. Nu ik de tube helemaal heb leeggebruikt, dat was dus vorig jaar februari, kan ik die bijsluiter aanvullen met een nieuwe tip: niet gebruiken bij eczeem, want het helpt geen donder. Ik had ook niet op de hulpvaardigheid van de arts moeten afgaan, maar op haar uiterlijk! Mijn vertrouwen was geknakt, en ik dacht: laat ook maar. Dan maar een rotkop.

Tot ik een maand geleden ontdekte, dat het nu ook op mijn benen zit. Geen idee, dat dat kon. Waarom heb ik dat nou weer. Dus maar weer naar de huisarts, en deze keer kon ik terecht bij de man die ik al een paar decennia ken. Ik vertrouwde de uitkomst al op voorhand. Maar ik had zijn advies niet verwacht: stop met zeep gebruiken, want daar droogt je huid van uit. Zeep is ook maar een uitvinding van de 20e eeuw en het heeft wel voordelen maar is niet goed voor je huid. Hij gaf me wel een recept mee voor weer een andere zalf, deze keer met zeven lettergrepen. Heel gemeen spul, want je mag het niet op je oogleden smeren en na gebruik moet je je handen goed wassen.

Dan gaan we dat maar weer eens proberen. En ik heb al zo’n hekel aan het toenemende medicijngebruik. Ik gebruik al jaren iets voor mijn asthma (dat helpt gelukkig wel), van mijn uroloog moet ik veel blijven drinken (minstens drie liter per dag!), de laatste twee jaren is daar de strijd tegen de neuspoliepen bijgekomen, en nu is mijn huid aan de beurt. En de volgende kwaal ligt ook al op de loer: te hoge bloeddruk.

Daar staat tegenover dat ik me nu nooit meer hoef te wassen: doktersadvies! Daar moet C. dan maar aan wennen.

PvdA, zeg maar…

Je vergat nog Khadija Arib! De beschaving in persoon. Zij moet eveneens in mijn Raad van Wijze Oude Mensen, de WOM. Dan verlaag ik de leeftijd wel naar 50, jij ook wat. Het viel me bij derde lezing van je baggerblog trouwens op dat ik er evenmin bij stond. Men denkt de eerste twee keer dat men eroverheen kijkt, maar nee, men is domweg vergeten.

Maar ik zeg dus tegen mijn omroepsecretaris hier, ‘Michèle’, zeg ik, ’vertel mij eens op wie ik moet stemmen bij de PvdA, want die lijsttrekker, hoe aardig ook, is mij veel te vaag.’ Die hele partij trouwens, maar dat zei ik er niet bij. Voor je het weet praten ze je alsnog het CDA in. Mijn omroepsecretaris kent haar pappenheimers in het dorp. ‘Nou’, zegt ze, ‘doe dan de tweede op de lijst maar, daar zit je wel goed mee.’ Dus dat heb ik gedaan en daarna thuis gegoogled wie ik nou precies had gekozen. Een vrouw en een vluchteling Fons, twee vliegen in één klap! Ze heet Zainab Osman, is 44 jaar oud en in de jaren negentig gevlucht uit het door oorlogsgeweld geteisterde Somalië. Je kent de verhalen en het hare is niet wezenlijk anders dan wat we intussen weten. Ja, ze had liever Deens willen worden, maar wie niet? Ik had ook liever Deens willen zijn, maar hoor je mij daarover zeuren? Ik dacht het niet zeg. Nee, wat mij vooral trof in haar verhaal, was iets anders. Dit:

De deur van ons huis in Mogadishu stond altijd voor iedereen open. Mijn vader had zich van analfabete nomadenjongen in de woestijn opgewerkt tot een man van aanzien in de stad. Hij gaf les op een basisschool en op de koranschool. Neefjes en nichtjes van buiten de stad kwamen bij ons wonen om naar school te gaan. Dan gingen er weer een paar weg, dan kwamen er weer een paar bij.

En altijd stonden er mensen op de stoep, reizigers of mensen die advies van mijn vader wilden. Meestal om twee uur ’s middags, het moment voor de warme maaltijd. Mijn ouders hadden het niet breed met acht kinderen, maar gasten zouden nooit tekortkomen. Zij kregen als eersten eten, wat er overbleef ging naar ons. Vaak bleven ze ook slapen en ruilden wij onze bedden in voor een matje op de grond.

Ik begreep als kind niet altijd waarom andere mensen voorrang kregen. Mijn oudere broers en zussen protesteerden ook wel eens. Niet in het bijzijn van de gasten, dat lieten ze uit hun hoofd. Maar mijn ouders wilden er niet van horen: ‘Je mag zulke gedachten niet hebben.’ Gastvrijheid, klaar staan voor een ander, was de rode draad in mijn opvoeding. Nu ik ouder ben en de verschillen zie tussen de Somalische en de Nederlandse cultuur ben ik blij dat mijn ouders mij dit fundament hebben meegegeven.”

Ik weet niet of de hele Somalische cultuur in tegenstelling tot de Nederlandse nou zo van deze rode draad doorregen is, maar mij trof, ondanks alle verschillen, net die ene in de kern gelijksoortige ervaring: hoe ons door onze ouders een zelfde waarde werd voorgeleefd. Je eigen volk niet eerst, je eigen kinderen niet eerst, je eigen zelf niet eerst. Of het ook in de praktijk altijd even goed lukt om dit voorbeeld na te leven is een tweede, maar het gaat wel in je systeem zitten en je krijgt het er niet meer uit. Dat wil je ook helemaal niet. Zainab Osman heeft er net zo’n innig warm gevoel voor haar ouders aan overgehouden als ik en we koesteren het allebei.

Goed, dat wist ik dus allemaal niet, maar ik ben nou alsnog heel tevreden over mijn gedrag in het stemhokje. Daarna heb ik wel de verkiezingslijst in de bak voor het referendum gestopt en het referendum in die voor de verkiezingen, want dat is nou eenmaal wat ik doe. Altijd zo geweest. Ga ik nou niet even meer veranderen alleen omdat het stembureau bestaande uit drie dames er zo onderdrukt van moest zuchten. Mensen is vergisselijk tenslotte, dat wordt vaak niet goed onderkend, landelijk noch lokaal. De middelste mevrouw vond overigens bij onze binnenkomst – ik eerst, op gepaste afstand gevolgd door A. –  de naam Megchelina heel erg mooi en ook mijn geboortedatum, de elfde van de elfde, ontlokte haar een kreetje van bewondering. Intussen glipte A., met haar doodgewone voornaam en volkomen oninteressante geboortedatum, achter mij langs om alvast haar stembiljetten in ontvangst te nemen, dus ik zeg ‘wat doen jullie eigenlijk met mensen die voordringen?’, waarop het comité collectief geschrokken opkeek, zo gauw echter geen fatsoenlijk antwoord wist en het vermoedelijk daarom na afloop met die bakken maar bij een bescheiden zucht hield.

Intussen is de verkiezingskoorts gezakt en nadert mijn partij het absolute nulpunt. Ik vind in tegenstelling tot jou en vele anderen dat ze nog wel een verhaal heeft, maar het niet goed meer vertelt. Het barst van de achterstandswijken in ons land, met veel te veel mensen die door een complex van oorzaken niet goed voor zichzelf kunnen zorgen. Maar wie bekommert zich daar nog om?  Vroeger had je een mooie, duidelijke arbeidersklasse, waar ook de bourgeoisie nog wel een beeld bij had, omdat ze er  tegen wil en dank mee verknoopt zat in een zuil. Maar sinds de arbeiders met de zuilen verdwenen, is er een aanzienlijk diffuser samengestelde laag voor in de plaats gekomen. Als ‘autonome individuen’ op zichzelf teruggeworpen en bovendien veelal met culturele waarden die de rest niet accepteert.

Kortom: het is de schuld van de arbeiders.
Zij hadden er nooit met de zuilen vandoor mogen gaan.

Ook het stemmen is geïndividualiseerd. Nog maar weinig mensen kiezen voor een partij met als eerste oogmerk op te komen voor het belang van anderen. Wie dat nog wel doet is een wandelend  anachronisme geworden. Eigenlijk zou er een Partij voor de Anachronist moeten komen. Een PvdA, zeg maar…

Bagger hoort bij democratie

De democratie inruilen voor een meritocratie? Een grapje, begrijp ik. Maar waar ik wel met je meevoel is je voorkeur voor competente types. Ik zie ook het liefste parlementsleden en bewindslieden met een de nodige bestuurlijke ervaring en resultaten waar die ervaring uit blijkt. Een raad van oude wijzen? Waarom oud? En je noemt vooral mannen als voorbeeld. Als ik ook een paar voorbeelden mag noemen: Sharon Dijksma, Lilianne Ploumen, Mariëtte Hamer, Gerdi Verbeet, Agnes Jongerius, Nebahat Albayrak (mijn grote favoriet), Ahmed Aboutaleb, Job Cohen. En hij kan niet meer benoemd worden, maar ik noem toch ook nog even Eberhard v.d. Laan.

Waarom noem ik nou net deze mensen? Omdat ik het tot voor kort niet voor mogelijk had gehouden, dat een politieke partij die al vele jaren prima bestuurders levert in één klap zo ongeveer kan worden weggevaagd. En tegelijk zien we dat pakweg 15% van de kiezers zijn stem geeft aan een fractie (het is geeneens een partij) die niet alleen tot nu toe niets gepresteerd heeft maar de ondemocratie als het ware uitdraagt als het leidend principe. Ik meen je verzuchting en je tweestrijd goed te kunnen begrijpen.

Maar er is ook wel wat aan de hand met de PvdA. C. heeft, omdat zij niet meteen wist wat ze zou stemmen, de gemeentelijke kieswijzer geraadpleegd. Bij ons doen 7 partijen mee aan de gemeenteraadverkiezingen, waarvan 6 landelijke en 1 lokale. De partijen waar C. nooit op zal stemmen werden meteen weggestreept natuurlijk, maar de PvdA viel af omdat die niet duidelijk kan maken waar die voor staat. Een vaag verhaal. En zo schijnt het er landelijk ook voor te staan. De PvdA is niet weggevaagd omdat ze in het kabinet zaten, maar omdat ze geen aansprekend verhaal meer hebben, niet landelijk en niet lokaal. Er zijn goede lokale uitzonderingen, maar dat is niet voldoende. Ik mag toch hopen dat de PvdA weer opkrabbelt, we gaan het zien.

Laat ik het als volgt voor je samenvatten: bagger hoort bij democratie, jij en ik horen niet bij de bagger.

Misschien laat ik hier een tegeltje van maken.

Kies wijzer, kies raad

Ugbaad Kilincci, een 30-jarige Somalische met een hoofddoek, woont al sinds haar eerste in Emmen. Ze voelt zich Emmense en zet zich graag in voor het dorp. Daarom voert ze als kandidaat-raadslid campagne voor de PvdA, waarbij ze deze week kort samengevat als volgt werd bejegend:

“Ga terug naar je eigen land, zwarte piet, haal de kopvodden van je kop af, dat hoort hier niet thuis, zwarte aap”.

Het aloude streven van de PvdA om de minst bedeelde lagen van de bevolking onderwijs, kunst en cultuur te brengen heeft geleid tot grote welbespraaktheid op Twitter en al even bloemrijk taalgebruik op straat.

Derhalve, nu het doel zo succesvol is voorbijgeschoten, lijkt mij dit een goed moment om de parlementaire democratie te vervangen door een meritocratie. Het volk legt zijn beslissingsbevoegdheid in handen van een politieke elite, een raad van wijze mensen, die regeert op basis van individuele verdiensten. Afkomst, bezit, ras of geslacht, het doet er niet meer toe. Alleen bewezen geschiktheid telt. En leeftijd. Ze moeten wel boven de zestig zijn.

We stoppen er mensen in als Jan Terlouw, Geert Mak, Prinses Beatrix en Kees van Kooten. Eigenlijk heb ik als het om het landsbelang gaat meer vertrouwen in Wim de Bie, maar je gunt die andere drie toch ook een verzetje. Er moet nog even worden nagedacht over wie voornoemde verdiensten precies vastelt en hoe, maar dat komt goed. Ik kan dat misschien het beste gewoon zelf doen.

Een raadgevend referendum hoeft dan ook niet meer, want we hebben al een raad. Alleen morgen nog één keer, om het af te leren. En die ene keer stem ik vóór, want oud, maar der dagen nog lang niet zat. Jouw overwegingen aangaande de slapsleepwet deel ik volledig. Onze privacy stelt inderdaad nu al niks meer voor, terwijl onze veiligheid toch nog redelijk gewaarborgd lijkt. Zonder veiligheid heb je niks aan privacy, zonder privacy is veiligheid nog steeds een groot goed. Het liefst heb je natuurlijk allebei, maar dat is echt een allang gepasseerd station. Ik bedoel als zelfs de kassière bij AH al roept ‘hé, een scharrelkipje, past dat wel in jouw profiel?’, wat zeuren we dan nog over de AIVD?

Afgelopen zondag heb ik het verkiezingsdebat via onze plaatselijke tv gevolgd. Het duurde twee uur en pookte het vuur onder mijn tweestrijd nog eens extra op. De man van het CDA was helder en concreet, zijn partij aantoonbaar hecht in de gemeenschap geworteld. De man van de PvdA was breedsprakig en vaag, zijn partij almaar waziger in nevelen gehuld.

A. zegt dat ze bij afwezigheid van Groen Links dan misschien toch maar op het CDA gaat stemmen. Ik zei dan ga ik bij je weg. Toen zei zij, de voors en tegens van zo’n situatie toch nog langer dan verwacht overwegend: ‘zo’n stemming is geheim, dus ik zeg het gewoon niet’.

Straks nog maar eens weer een keer het Kieskompas Wijchen invullen.
Net zolang tot het eindelijk mijn partij als onbetwiste winnaar aanwijst.

Slapwet

Ik zou nog eens nadenken over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, beter bekend als de sleepwet. Had ik beloofd. Aanleiding was het laatste GroenLinks-congres, waar het onderwerp ook even aan de orde kwam. Kathalijne Buitenweg spoorde iedereen aan bij het referendum op 21 maart tegen te stemmen. Het is een slecht idee, zo hield zij de congresgangers voor, dat grote aantallen onschuldige mensen kunnen worden afgetapt om één verdachte te vinden. Er moet een beter wetsvoorstel komen dan het voorstel dat nu voorligt.

Maar, ben ik gaan vinden, als we daarop gaan zitten wachten, zijn we vele jaren en vele discussies verder voordat er een wet ligt. En je zult zien dat die van compromissen, randvoorwaarden en toetsingscommissies aan elkaar hangt, en in de tussentijd gebeurt er niks. Zeg maar: een slapwet. En ondertussen stellen computers, servers, internet en sociale media kwaadwillende organisaties in staat de samenleving te bespionneren en vervolgens te ontregelen, als ze daar geen been in zien. Dat is allang geen dreiging meer, maar realiteit. Ik vraag me wel eens af of iedereen daar wel genoeg van doordrongen is. Die dreiging moet tegengegaan worden, en onze inlichtingendiensten moeten daar de tools en de bevoegdheden voor krijgen. Ik ga dus vóór stemmen.

Maar de privacy van de burgers moet toch beschermd worden, zeggen de tegenstanders. Privacy? Welke privacy? Waar dan? Op straat hangen overal camera’s. Wat gebeurt er met die beelden? Wie bekijkt ze? Onze gegevens zijn in talloze databanken opgeslagen, en het is allang niet meer na te gaan waar precies, hoe vaak en hoe lang. Een tijd geleden ging ik een apotheek binnen waar ik nooit kom, met de bedoeling om een medicijn aan te schaffen. De apotheekjuffrouw vroeg mijn naam en geboortedatum, klopte dat in op het toetsenbord, en kon vervolgens mijn hele medicijngebruik zien. En misschien nog wel meer, want ik weet niet wat er over mij wordt opgeslagen. Ik zie daar wel de voordelen van in, maar ik ervaar het ook als de zoveelste aantasting van mijn privacy.

Ik heb vroeger veiligheidsfuncties vervuld. De BVD stelde mij allerlei vragen, en ging bij bekenden van mij informeren of ik wel een gewone, normale Nederlander was. Dat is jaren geleden, maar ik heb mij wel eens afgevraagd of die gegevens over mij nog ergens liggen opgeslagen. Ik denk het wel, maar ik weet het niet. Ik heb nog nooit bericht gehad, dat over mij opgeslagen gegevens zijn vernietigd. Blijkbaar moet ik daar zelf naar informeren, geen idee of ik dan antwoord krijg.

Volgens mij is er geen privacy meer. Wen er maar aan. En het wordt steeds erger, let maar op.

Nou las ik van de week, dat opiniepeilers hebben uitgezocht, dat ouderen in meerderheid vóór de sleepwet zijn, en jongeren in meerheid tegen. Ouderen kiezen vaker voor veiligheid, jongeren vaker voor bescherming van de privacy. Het is een generatieding, schijnt het. Jongeren willen veilig kunnen chatten, filmpjes maken en alles op facebook zetten, terwijl diezelfde sociale media vaak een bedreiging vormen voor je privacy. Als je privacy echt belangrijk vindt, zul je vooral zelf alert moeten blijven. Geen naaktfilmpjes van jezelf over het internet versturen, om maar eens iets te noemen.

Ja maar kunnen we de overheid wel vertrouwen, hoor ik ook wel tegenwerpen. Wat gebeurt er als de huidige minister wordt opgevolgd door eentje, die het niet zo nauw neemt en misbruik van bevoegdheden gaat maken? Welnu, blind vertrouwen vind ik eigenlijk nooit een goed idee. De overheid is mensenwerk, weet ik uit ervaring. Kritisch nagaan of overheidsmaatregelen wel in de haak zijn en of je je het optreden van ambtenaren en bestuurders wilt laten aanleunen, is altijd aan te bevelen. Maar wat ik veel erger vind dan blind vertrouwen is blind wantrouwen in de overheid, alsof alles van de overheid niet deugt en dus tegengewerkt moet worden. Ik denk de bezwaren tegen de sleepwet wel te snappen, maar ik heb toch wel zoveel vertrouwen in onze overheid dat ik vóór durf te stemmen.