Kom ik thuis, tref ik daar Mark Rutte, die gezellig tegen de keukentafel geleund staat te praten met A., zelf half en half met haar rug naar hem toe bezig pannenkoekjes voor hem te bakken. Maar als ik binnenkom stapt hij toevallig net weer eens op. Zo gaat het vaker met visite hier. Bij wijze van afscheid geeft hij A. nog vriendschappelijk een klopje tegen haar schouder. Het blijkt echter een watjekouw van een peut, want ze vliegt maaiend met haar benen de hele keuken door en valt dan plat voorover, met haar gezicht op de drempel van de buitendeur. Ik schrik me wezenloos en ook Mark zegt oe. Meestal zwijgen mensen met mij erbij, maar deze zegt oe. Ik buig mij over het slachtoffer. Als ze maar niet alles weer gebroken heeft of dood is. Maar dat valt reuze mee. Ze lacht me toe en staat weer op. Net Jezus, een hoop heisa maar goedbeschouwd niks aan de hand. Alleen ikzelf guts van het zweet.
Dit soort dromen heb ik aan de lopende band. Ook bijvoorbeeld met Wilders hier op de koffie en één keer zelfs Hiddema aan de drank, hoewel ik die toch al ik weet niet hoe vaak had omgelegd met ons startpistool. Hij was de enige die niet weg wou toen ik binnenkwam. Daar raak ik dan bijna niet meer uit, uit zo’n droom. Het vervelende, naast het soort bezoekers dat A. kennelijk aantrekt: ze vreten energie. Een normaal mens krijgt die wel weer terug van de zonnepanelen in zijn diepe slaap, maar ik heb alleen maar die bloedzuigende droomslaap. Dit is officieel in een kliniek vastgesteld, zwart op wit, dus het moet waar zijn.
Beschrijvingen van dromen vind ik uitermate irritant.
Hou ze voor je, al die vage, multi-interpretabele, pretentieuze interessantdoenerij.
Wat ik ook vaak droom: dat A. een heel depressieve pup heeft gekocht. Zo’n in principe vertederende knuffel, een soort labrador in wording, met van die dikke, wollige pootjes en een aandoenlijke snuit. Daar komt ze dan mee naar mij toe. Hij heet Ping en heeft een leuk, zo te zien functioneel staartje, en dan zou je denken als hij mij ziet: één, twee kwispeltjes, dat moet er toch af kunnen. Nee. Geheel in beslag genomen door gebrek aan enthousiasme, Ping. Net visite. Aanvankelijk vond ik het nog wel opmerkelijk dat hij voor het oversteken van een weg geduldig aan de kant ging zitten, maar wat hij feitelijk deed was wachten tot er een auto aankwam en daar dan voor gaan staan. Alles heel bedachtzaam bovendien. Bij Ping geen spontane invallen.
De week erop is hij weer present, intens bedroefd, maar hij leeft en blijft gezond.
Die wederopstandingen, zet dáár eens een boete op overheid!
Mijn vriendin N.(ynke) te V.(oorschoten) klaagde onlangs dat ze slechts 7 uur geslapen had, omdat ze tot 1 uur ’s nachts bezig was geweest met almaar verwoeder pogingen een appje in combinatie met een ander appje te installeren op de mobiel van haar bejaarde buurvrouw, die vervolgens volledig op tilt sloeg, de mobiel hebben wij het over. ‘Slechts’ 7 uur, dat is ook iets waar ik soms wel van droom. Een enkele keer haal ik bij wijze van uitzonderlijke gunst 5 uur. Dat zijn fijne dagen, waarop de hersens zich ’s ochtends behaaglijk uitrekken en één voor één aan het jubelen slaan. Wat een mooie dag, jubelen zij, ook als het pijpenstelen giet en een duif het klapraam onderschijt. Wat een prachtige dag, even niet gedroomd, kom we gaan er op uit! En voorwaarts gaat het, door weer en wind en onderweg jubelen zij de Cantique de Jean Racine, die eigenlijk heel ingetogen en sereen gezongen dient te worden, maar daar zijn ze dan te uitgelaten voor. De dagen erna moeten ze het gewoon weer met 2 à 3 uur doen en zoeken ze aan elkaar vastgekoekt naar pakken om bij neer te zitten.
Nu kort ander nieuws.
Ik heb zegge en schrijve nog niet één keer een persconferentie over corona gezien, jij? Wel luister ik momenteel naar teringmooie muziek van Elgar. Het Mannenkoor van de Beierse Omroep zingt zijn liederen. Ik krijg er heel erg heimwee van, alleen weet ik niet waarnaar precies. Maar heimwee is toch lekker, zolang men zelf maar lekker is.
Heeft men zelf pijn of verdriet
Dan helpt ook het ergste heimwee niet.
Talkshows? Jinek? Op1? Sinds april vorig jaar niet meer naar gekeken.
En verder gebeurt hier Netnix.
Want wij hebben ook geen Netflix.
Tot slot van Ronald Snijders nog wel het bericht over een vrouw – wier naam ik helaas niet verstond, maar laten we haar Willemien Jansen noemen – dat in zijn soort mijn hersens toch ook op dagen dat er niets te jubelen valt redelijk op de been houdt:
‘Willemien heeft 8 jaar tegen kanker gevochten,
maar is toen iets totaal anders gaan doen’.