Misselijk van geluk

Onlangs hadden wij een lunchafspraak met een vroegere klasgenoot van mij en zijn vrouw. Zij hadden dezelfde verhalen over hun vrijwilligersbesturen als jij. Ook mijn bloedeigen partner ging als voorzitter qua gezondheid bijna aan een secretaris onderdoor. Alleen ikzelf heb een leuk bestuur in het erfgoed. Dat ene lid, dat er een beetje naast hing, heeft de pijp aan Maarten gegeven en nu is het wel zo dat de rest natuurlijk ook niet spoort, maar ze zijn wel gezellig en van goede wil en wat meer zegt heel capabel. Dat kan hè, capabel en toch niet goed snik. Daarom hebben ze mij zonder mij daarin te kennen van adviseur gepromoveerd tot mede-bestuurslid. Het werd me gewoon meegedeeld. Omdat het een onomkeerbaar besluit was, heb ik besloten het als een eer te aanvaarden. Of word ik op deze manier ingekapseld, denk je? Mede verantwoordelijk voor al hun gedrag in de kroeg?

Maar wat leuk Fons dat je bij zo’n enthousiaste Groen-Links-afdeling zit en vooral dat je met het schrijven en fotograferen zo aangenaam aan je trekken komt. Op deze manier ‘post-actief’ zijn, wie wil dat niet? Ik wens je een mooie verkiezingsuitslag toe straks en ben trouwens zelf heel blij met het pact tussen GL en PvdA. Dat ze maar één partij worden! Jij denkt daar geloof ik anders over, maar ik hoop het stiekem toch. ‘Rood Groen: Doen!’ Of anders ‘Geen gekloot: Groen en Rood!’. Wat mij betreft kunnen we ook gewoon Groen Links blijven heten. Maar dan snappen de mensen weer niet dat het om iets nieuws gaat, met hun belabberde IQ’s.

Ook je verslag van de zoombijeenkomst met de Filippijnse kinderen heb ik met veel genoegen gelezen. Vrijwilligerswerk is mooi en goed en daadwerkelijk betere omstandigheden voor anderen scheppen geeft zoveel meer voldoening dan geld. Deze zin kun je op verschillende manieren lezen, je moet zelf maar even kiezen welke je het best bevalt. Ik las net in Vrij Nederland weer zo’n interview met socioloog Willem Schinkel, een pure anti-kapitalist en dus eentje die de sociaal-democratie, in mijn eigen ogen helaas ook wel terecht, beschrijft als ‘altijd al een project om mensen juist bij kapitaal te betrekken’, in plaats van ze als tegenkracht te mobiliseren. Meer smeermiddel dan spaak in het wiel. Meer Willem Drees dan Marcus Bakker. Dat is de PvdA-spagaat: mensen waar nodig van uitkeringen voorzien, zodat het kapitaal z’n producten kan blijven slijten. Maar ja, wat is het alternatief? De Verelendung van Marx, dat wil je toch al helemáál niet. Internationaal socialisme, dat moeten we hebben en dat komt er uiteindelijk ook, zodra Poetin met zijn mafiakliek is vervangen door fatsoenlijke Gorbatsjovachtige lui, die er dan samen met de EU eindelijk eens een eerste begin mee maken. China is staatskapitalisme pur sang en bij de Amerikanen zitten genocide en exploitatie van de medemens in de genen, dus die twee krijgen we pas als laatste mee. Via vallen en opstaan zal het gaan, er is tenslotte geen blauwdruk. Er zal ook wel weer veel geweld aan te pas moeten komen.

Of gaat het een andere kant op, nu er een wezenlijk vernieuwde mens aan de poorten rammelt? Een mens die volledig gemanipuleerd wordt door andere dan zijn eigen organische algoritmen? En let wel: met zijn hartelijke instemming? Lees Dave Eggers en zijn als waarschuwing bedoelde extrapolaties lijken helemaal niet zo ver meer weg. We gaan gestuurd worden door wat de Googles-appjes van ons willen. We durven niet meer ondoordacht te zeggen wat er in ons opkomt, want krijgen meteen een corrigerende ping van ons horloge, een computer verbonden met het al, d.w.z. met Google en daarmee met alle internetgebruikers op de hele wereld. We gaan elkaar beoordelen, op ieder denkbaar gebied cijfers geven, we stijgen en dalen op ontelbaar veel ranglijsten en vinden dat hoofdzakelijk een goede ontwikkeling. De sancties op onvoldoende bewegen, de verkeerde producten kopen, teveel CO2 uitstoten, te weinig online zijn en in het algemeen onvoldoende meegaan met wat Google en de internetgemeente als wenselijk zien, die sancties wil niemand ervaren. Overal, in elke uithoek van je woning, hangen camera’s, dat helpt ook enorm. Geweld en het kwaad worden zo in feite uitgebannen, want de politie staat al op de stoep zodra iemand iets roept dat door het horloge als mogelijk agressief of anderszins ondermijnend wordt beoordeeld. De overgrote meerderheid van de mensen vindt het prima. Het individu hoeft zelf nauwelijks nog beslissingen te nemen. Het hoeft zich alleen nog maar te schikken naar de richtlijnen die Google aanbiedt. Natuurlijk, in de kelders onder de huizen, in het algemeen waar de wifi het niet zo goed doet en in het bijzonder in Oostenrijk, zal heus nog wel wat gemarteld worden en natuurlijk vindt er in allerlei krochten incest plaats zolang het horloge nog niet overal bij kan, maar een kniesoor die daarop let, zo is er altijd wel wat toch. De mens wordt in deze toekomstvariant een soort Rocinant, een ‘voorheen knol’, met dat verschil dat de Rocinant van Don Quichotte onder zijn nieuwe titel in wezen dezelfde oubollige sukkel bleef, terwijl wij echt ‘voorheen-mens’ worden. Androidant lijkt mij wel een haalbare soortnaam. Half mens, half machine. En dat evolueert zelflerend verder. Als het in de basis een beetje verstandig geprogrammeerd wordt, gaat het naar bewustzijn + gevoel gegenereerd door siliconen. De organische mens verdwijnt, leve de natuur.

Of zullen we een beetje van beide doen, jij en ik, Groen Links en PvdA?
Op naar de socialistische androidant.
Of het androidante socialisme.

Mijn gedachten werden, toen ik één voor één al deze geniale invallen kreeg, nogal bepaald door de vrij hevige koorts als gevolg van de booster van Moderna. Niet dat ik die koorts niet ook had na de beide Pfizers, maar op een derde wantoestand had ik niet meer gerekend. Je denkt toch dat de ernst van de reactie een keer af zal nemen? Nee hoor: weer strontziek. Die hevige koorts duurt telkens een uur of vijf, de algehele malaise twee etmalen. Zo kreeg ik dit jaar binnen zeven maanden drie coronavaccinaties, één griepprik en één pneumokokkenprik, dus toen ik vanmiddag redelijk hersteld mijn kerstpakket van de verpleeghuiszorg had geopend, leek mij een orale toediening van negen bonbons – een suikershot als het ware ter voorkoming van diabetes – wel een verantwoord soort terminale boost op weg naar de jaarwisseling.

Androidanten hebben geen koorts.
Ze hoeven ook nooit meer bonbons, alleen elektriciteit.

En als je me nou vraagt Linie ben je nog wel gelukkig, zeg ik ja, maar een beetje op een misselijke manier.

Christmas Party in Manila

Ik was uitgenodigd voor het bijwonen van het jaarlijkse kerstfeest van The Study Fund for Philippine Children Foundation Inc. in Manila. Die stichting is de Filipijnse tegenhanger van “mijn” stichting Studiefonds Filippijnse Kinderen (SFK). De uitnodiging hield niet in dat ik naar Manila zou afreizen, al denk ik dat ze dat daar prachtig zouden hebben gevonden. De Christmas Party werd online gehouden, want ook in de Filippijnen hebben ze te maken met de corona pandemie. Dat is natuurlijk ongezellig, en maar behelpen, maar voor mij was er een groot voordeel: het gaf mij de kans de mensen waar ik mee samenwerk daadwerkelijk te zien en te horen.

Die stichting in Manila financiert en begeleidt kinderen en hun ouders in Manila bij het volgen van onderwijs. In het SFK-programma zitten nu zo’n 50 kinderen en jongeren (6 tot 20 jaar) die onderwijs volgen op een school of college in Manila. Eenmaal per maand komen die allemaal bij elkaar, in gezelschap van hun ouders, voor gezamenlijke activiteiten, maar vooral om hun maandelijke allowance in ontvangst te nemen. Dat geld komt uit Nederland en het is de taak van de nederlandse stichting om dat geld bij de donateurs in te zamelen. Veel afgestudeerden blijven een band houden met de stichting die hen een opleiding heeft gebracht en aan een baan heeft geholpen. De scholieren, studenten, alumni en hun ouders vormen met elkaar één grote familie. Ze helpen elkaar met financiële steun en ook op andere manieren. Het jaarlijkse kerstfeest is ook een groot familiefeest. Bij die gelegenheid wordt altijd een groepsfoto gemaakt. Deze is uit 2018.

Dat kerstfeest begon op zondag 19 december ’s morgens om 9 uur. Manila tijd wel te verstaan, en op dat moment is het in Nederland 2 uur ’s nachts. Ik was uitgenodigd een inspirerende toespraak te houden en het werd aan mij overgelaten of ik een video met een toespraak zou opsturen of dat ik de online sessie live zou bijwonen om mijn verhaaltje af te steken. Ik heb voor dat laatste gekozen, want, zoals ik al zei, ik wilde de Filippinos zien en horen. Ik ben die zaterdagavond laat opgebleven en om 2 uur zocht ik verbinding. Dat ging soepel, het was technisch goed voorbereid. Ik zag op mijn scherm dat er meer dan zestig mensen meededen aan de meeting.

Er werd geopend met gebed. Ik heb jaren geleden al gemerkt dat die gemeenschap daar zeer gelovig is. Ook de maandelijkse bijeenkomsten beginnen met gebed en bezinning. Na de opening met gebed werden de volksliederen gespeeld, eerst dat van de Filippijnen en daarna drie coupletten van het Wilhelmus. Drie coupletten maar liefst, dat was natuurlijk om mij een plezier te doen. Dat duurde in mijn beleving vreselijk lang, maar ik heb na afloop (hopelijk) enthousiast gereageerd. Daarna kwamen elke sprekers, waaronder de Filippijnse voorzitter van SFK, aan het woord om een en ander in te leiden, en vervolgens kreeg ik het woord om mijn speech af te steken. Na afloop werd geapplaudiseerd, en voor zover ik kon zien waren de aanwezigen wel tevreden.

De sessie zou de hele ochtend duren, en er was een uitgebreid programma samengesteld. Na mij werd een video getoond van “Girl Power”, een clubje meisjes die een filmpje van ongeveer 10 minuten in elkaar hadden gezet om zich te presenteren op de Christmas Party. Ze deden dat in hun eigen taal, ik heb er nog niet één letter van verstaan, maar het was leuk om al die vrolijke energie te zien.

In het begin van de party was de voertaal engels, speciaal voor mij, zodat ik het kon volgen. Maar makkelijk vond ik het niet. Ze zijn daar gewend engels te spreken, ze doen dat veel vlotter dan ik, maar dan wel met een zwaar Filippijns accent, wat het toch een stuk onverstaanbaarder maakt. Daarnaast was er veel storing in het geluid. Volgens mij (maar wat weet ik er van) lag dat niet aan de verbinding, maar aan de kwaliteit van de computers en de wifi daar ter plekke. Ik heb daardoor best veel gemist, maar goed: ik was er, en daar ging het om. Na de video met de schoolmeisjes werd allengs van engels naar filippijns overgestapt en had ik geen idee meer waar het over ging. Kort na 3 uur heb ik afscheid genomen en ben ik mijn bed gaan opzoeken.

Ik ben blij dat ik live heb meegedaan. Het was toch een ontmoeting, ook al was het online, en je spreekt met de mensen waar je het voor doet. Ik ga dat denk ik vaker doen.

Het strand komt naar u toe

Linie, je wil niet geloven hoe druk ik het heb. Ben ik eindelijk gepensioneerd, sjouw ik me nóg uit de naad. Het is de eindejaarsdrukte of zo. Om te beginnen heeft onze lokale GroenLinks de laatste weken toegewerkt naar een verkiezingsprogramma en dat gaat gepaard met heen en weer mailen en appen, amendementen bestuderen en afwijzen, vergaderen en besluiten nemen. Dat hebben we nu achter de rug. Nu is het actieseizoen begonnen, en ik heb mij in mijn jeugdige overmoed opgeworpen als fotograaf van het actiegebeuren, zodat er pakkende foto’s op Fbook en Instagram kunnen worden gezet, zodat de mensen op ons gaan stemmen. Waar ik me trouwens zorgen over maak is dat de verkiezingsuitslag in maart een afspiegeling zal blijken te zijn van wat GroenLinks eerder dit jaar is overkomen: bijna een halvering van de zetels in de Tweede Kamer. Maar wat ik dan weer leuk vind is het enthousiasme van onze vrijwilligers en vooral de inzet van onze fractieleden. Met elkaar vormen zij een inspirerende werkomgeving.

Dat kan ik nou weer niet zeggen van mijn andere vrijwilligerswerk: het Studiefonds voor Filipijnse Kinderen. Daar moet ik alle energie en werklust helemaal uit mijn tenen naar boven halen. Mijn bestuurscollega’s hebben een hart van goud en zijn ook zeer integer. Ze denken mee en praten mee, maar dan houdt het op. De secretaris doet niets, dat is geen luiheid, maar ze weet gewoon niet wat ze met doen of hoe ze zaken moet aanpakken. De penningmeester is een uitgesproken kluns, hij vergeet het meeste, doet het daarna fout, daarna nog een keer fout, en uiteindelijk is het klaar, nadat ik hem een keer of wat heb gerappelleerd. Dat vreet tijd en energie. Hij verontschuldigt zich voortdurend wat er mis ging en wat hij verkeerd heeft gedaan. Een erg aardige man, waar ik af en toe knettergek van word. Gelukkig heeft zich onlangs een nieuw bestuurslid bij ons gevoegd en dat lijkt mij een man die van wanten weet. Ik hoop dat hij ook bereid is af en toe de handen te laten wapperen, dan kunnen we meer tempo maken met de actiepunten, want dat zijn er best veel.

Intussen schrijf ik heel wat af, althans de laatste tijd. Ik kreeg een tijdje geleden de behoefte al mijn publicaties op één plek bij te houden, en dat is een website geworden: fonslemmens.nl/publicaties. Daar staan de columns die je al kent, maar ook artikelen voor ons ledenblad. Die zet ik niet gauw in deze blog, omdat ze vooral betrekking hebben op ons dorp. En dan vind ik het leuk wat passende foto’s bij elk artikel te zoeken, zodat het geheel er een beetje appetijtelijk uitziet.

En laat ik je meteen deelgenoot maken van mijn (voor)laatste column. Want Linie, de zeespiegel stijgt. Dat wist je natuurlijk al, maar de ramingen zijn nu door de deskundigen bijgesteld: het gaat nog sneller dan we dachten. Op het web circuleren daar allerlei berichten over, vergezeld van kaartjes die laten zien hoe Nederland straks wordt.

Wij komen er niet zo goed af, vrees ik, maar jullie komen veel dichter bij het strand te wonen.

Hoe lang bestaat Nederland nog?

Wat betekent het voor ons land als de zeespiegel 2 meter stijgt? Wat als het 3 meter wordt of nog meer? En kan het ons wat schelen?

In zijn boekje “Het water komt. Een brief aan alle Nederlanders” gaat Rutger Bregman in op de stijging van de zeespiegel en wat de gevolgen kunnen zijn. Hij heeft een zevental wetenschappers gesproken over de mogelijke gevolgen van de zeespiegelstijging, en hoewel ze het niet overal over eens zijn, zijn ze wel allemaal bezorgd.

Een breed gedragen opvatting lijkt te zijn, dat we 2 meter zeespiegelstijging in Nederland nog wel aankunnen, mits we een paar stevige maatregelen nemen. Volgens het KNMI lopen we risico op een 2 meter hogere zeespiegel in 2100, zelfs als alle landen hun beloftes nakomen en het lukt om de opwarming van de aarde tot 2 graden te beperken. Als de aarde sterker zou opwarmen, tot 4 graden in 2100, dan halen we die 2 meter vrijwel zeker en kunnen we in 2200 uitkomen op 5 tot 8 meter stijging.

Om te voorkomen dat we te maken krijgen met een zeespiegelstijging van meer dan 2 meter moeten we wereldwijd de uitstoot van broeikasgassen zo snel mogelijk naar nul brengen. Verhoging van dijken en andere vormen van watermanagement zijn nodig, maar ontoereikend. Ook met zonnepanelen, windmolens, electrisch rijden en slimmere vormen van transport moet het tij gekeerd worden.

In de in 2019 aangenomen Klimaatwet staat, dat we in 2030 49% minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990, en in 2050 minstens 95%. Daarvoor moeten miljoenen gebouwen van het gas af, vele windmolens en zonnepanelen worden geplaatst, miljoenen auto’s op stroom of waterstof gaan rijden, moet het electriciteitsnet omgebouwd worden, en moeten er vele bomen worden bijgeplant. Een verbouwing van Nederland die we in deze omvang nog niet eerder hebben meegemaakt. Bregman: “In 1916 moest eerst Noord-Nederland onderlopen voordat we begonnen aan de bouw van de Afsluitdijk. In 1953 moest eerst Zuid-Nederland verdrinken voordat we begonnen aan de bouw van de Deltawerken”. Werkt het zo? Moet het eerst vreselijk misgaan voordat we in actie komen?

Dus, Linie, het gaat sneller dan je denkt, maar de vraag blijft of we nog gaan meemaken zoals het er uitziet op het plaatje hierboven.

En nee, ik heb nog geen gehoorapparaat, misschien komt dat ooit nog eens. Mijn moeder, die erg slecht hoorde, zei wel eens, met een twinkeling in haar ogen: “Ik hoor heel slecht, maar dat is ook wel eens prettig”. Ze vond het niet erg dat niet al het geklets en gebabbel in haar omgeving tot haar doordrong, dat gaf ook rust.

Jij leest ook veel meer dan ik. Ik probeer af en toe een boek en dan heb ik meestal de grootste moeite om het uit te lezen. Wat ik lees is vaak zware kost, over economie, bestuur en politiek. En halverwege denk ik dan: ja nu weet ik het wel, en dan laat ik de rest ongelezen. Echt geleerd word ik vast niet . . . .

Feestelijke beperkingen

Een klasgenoot van vroeger, ook 70+, meldde op Feestboek een nieuwe ontwikkeling in zijn geestelijke vermogens:

‘Ezel… een paar weken geleden ben ik een gehoorapparaat verloren. waarschijnlijk – ongemerkt – weggeslingerd bij het afdoen van m’n mondkapje. Vandaag merkte ik, dat ik ook het apparaat van het andere oor ben verloren… waarschijnlijk – ongemerkt – weggeslingerd bij het afdoen van mijn mondkapje. Twee identieke gevallen, alleen het oor verschilt. Er is een bekend dier, dat zich niet tweemaal aan dezelfde steen stoot. Nou, ik dus wel. En eigenlijk is het al de derde keer: maanden geleden is het ook al eens gebeurd, toen heb ik het gelukkig snel gemerkt en lag het nog voor de winkel, waar ik geweest was… .’

Ik stak hem een riem onder het hart met: ‘Kop op jongen, jouw hersens zijn nog goed genoeg om zoiets na te vertellen, ik zou al bij het eerste apparaatje de tel kwijt zijn.’ En: ‘Wie zich tweemaal aan dezelfde steen stoot, is per definitie geen ezel!’
Zo verspreid ik overal om mij heen vreugde en hernieuwde levenslust.
Maar je moet het willen zien.
Veel mensen herkennen het gewoon niet.

Heb jij eigenlijk al een gehoorapparaat?
Ik kom alleen nog op plekken waar ze ondertiteling hebben.

Of boeken. Een half jaar terug las ik er een van Joost Prinsen, waar ik me het volgende nog van herinner. Prinsen treedt op een keer op in België en die avond wordt een klaterend succes. Dus komt hij vol adrenaline en strak van de euforie weer thuis. Het is natuurlijk laat geworden en zijn vrouw ligt al in bed. Maar ja, wat doe je als je één brok extase bent? En Joost Prinsen heet? Hij kruipt naast zijn vrouw, die misschien wel, misschien niet slaapt en doet zijn huwelijkse plicht, waarop zijn vrouw alsnog slaperig informeert: ‘Was jij dat, Joost?’

Intussen alweer een boek of zes verder – het gaat hard tegenwoordig – ben ik in dat nieuwste van Jonathan Franzen bezig, meer dan 600 bladzijden dichtbedrukte zelfreflexie van de hoofdpersonen, vol inzicht in de rol die hun eigenbelang speelt in moreel vlekkeloos denken en handelen, stilistisch prachtig, een knap en subtiel boek, met als gevoelig voordeel vergeleken met Ilja Pfeiffer niet één mopje dat in het Engels op Skopje rijmt, maar toch weet ik zeker dat ik me er over een jaar of wat weinig meer van herinner, maar nog wel regelmatig in de lach schiet om de vrouw van Joost Prinsen. Ach, had ik maar één zo’n vrouw! De vergelijking tussen beide boeken gaat verder volledig mank, je kunt je geliefde met een gerust hart Franzens roman cadeau doen. Die heet ‘Crossroads’, of ‘Kruispunt’ in haastklusvertaling.

Nu even jouw recente blogs, waarbij ik enigszins afzie van de Groen-Links-perikelen, want daar zijn we het blindelings over eens toch. Ben jij trouwens ook zo blij met de nieuwe regering in Duitsland? Ik verheug me echt op dat kabinet.

Om te beginnen nog van harte gefeliciteerd met jullie 43-jarig huwelijk. Wij zijn zelf pakweg 30 à 35 à 40 jaar onderweg, maar wij weten geen precieze datum meer, alleen dat het lang geleden is. Kampen lijkt mij, gezien jouw verslag-met-kerk, wel een gepast uitje voor zo’n viering, Parijs eigenlijk nog iets meer, maar ja wij vieren het dus nooit, want wij zouden niet weten wanneer.

Het Woestijngevecht van Herman Brood vind ik afgrijselijk, maar mijn weerzin graag voor die van anderen hoor. Krabbé’s heb ik intussen ook genoeg gezien, een of twee maal in de Fundatie inderdaad en een andere keer op een soort landgoed, waar een vriendin een prachtig kunstboek van eigen hand presenteerde. De naam van het landgoed is mij ontschoten, die van het kunstboek ook. Beide keren spraken de Krabbé’s mij niet bijzonder aan. Alleen zijn kleurgebruik bekoort mij soms, maar waarschijnlijk mis ik perceptioneel gezien gewoon de juiste attitude. Wel kijk ik graag naar andere mensen – Krabbé zelf voorop – die gerust, zonder zichtbaar verlangen ergens anders te zijn, uren naar een werk van zijn hand staan te kijken. Daar ben ik echt moeilijk bij weg te slaan, vooral als ik er zelf bij kan zitten.

De achterkant van mensen is vaak intrigerender dan hun voorkant, is je dat wel eens opgevallen? Je ziet aan hun achterkant beter wat hun voorkant ergens van vindt. Uit die ontdekking is het impressionisme voortgekomen.

Ach Ollie, wat ben je toch knap, zegt mijn vriendin vaak tegen mij, met zo’n vileine grijns. Zo heeft iedereen zijn eigen Doddeltje, een unieke bubbel van karakterstoornissen en persoonlijkheidsfouten.

Leuk, jouw verwijzing naar de opleiding Fashion & Textiles Technologies in Enschede. Van zulke initiatieven moeten we het hebben. Ik draag persoonlijk nog kleren van meer dan 30 jaar geleden, omdat a. verspilling des duivels oorkussen is, b. ze lekker zitten en c. ze nog niet versleten zijn. Nou ja, soms zijn ze wel versleten en scheurt er ineens, bijvoorbeeld tijdens mijn altijd weer imponerende uitvoering van de push-up-oefening tegen de rand van het aanrecht, met veel gekraak een elleboog uiteen. Maar dan knipt Doddeltje de mouwen eraf en heb ik weer een nieuwe bloes die lekker zit. Kleren die we echt niet meer aandoen maar nog wel draagbaar zijn: Kringloop. Alleen afgetrapt schoeisel gaat regelrecht het restafval in. Doe een ander niet wat gij … eeh … als men begrijpt wat ik bedoel.

De calvinistische opvoeding is een kruis dat men zijn hele leven met zich meezeult. Daar hebben we geen Kringloop voor.

Moedig dat ze je het verkiezingsprogramma toevertrouwen.
Ware doodsverachting, dat siert een partij!